HC 5.5 Centrale organisatie en dysfunctie vestibulair systeem Flashcards
(11 cards)
Waar vindt de centrale verwerking van de informatie uit het vestibulum plaats?
Centrale verwerking van informatie uit het vestibulum vindt plaats op het niveau van de hersenstam, het cerebellum en de cortex. Het evenwichtsorgaan is het verlengde van de gehoorgang en registreert rotatie (draaiende bewegingen), translatie (rechte bewegingen) en de lichaamshouding ten opzichte van de zwaartekracht. De halfcirkelvormige kanalen verwerken de rotatie en de otolieten verwerken de translatie en oriëntatie van het hoofd. Voor zowel de kanalen als de otolieten vormen vestibulaire kernen het belangrijkste schakelstation.
Waar gaan projecties van de otolieten en halfcirkelvormige kanalen naartoe?
Semicirculaire kanalen projecteren naar het mediale deel en superieure deel van de vestibulaire kernen. Otolieten projecteren naar het laterale deel en mediale deel van de kern. Dus niet naar superior. De vestibulaire kernen bevinden zich op hersenstamniveau.
Waar projecteren de vestibulaire kernen naartoe?
- Het laterale deel van de vestibulaire kernen projecteert naar het cerebellum en naar de motorneuronen van de ledematen.
- Het mediale deel van de vestibulaire kernen projecteren naar de cortex via de thalamus (zorgt voor oriëntatie in een driedimensionale ruimte), de extra-oculaire motorneuronen (sturen de oogspieren aan), en naar de motorneuronen van de nek.
Wat zijn de kenmerken van de vestibulo spinale projectie?
De mediale en laterale vestibulaire kern descenderen naar het ruggenmerg, deze kernen sturen spieren aan die zorgen voor houdingsregulatie en balans. Dit systeem werkt niet alleen via het evenwichtsorgaan maar ook via proprioceptie (informatie uit de spieren). De vestibulospinale baan wordt verdeeld in de laterale vestibulospinale baan en de mediale vestibulospinale baan.
Wat zijn de kenmerken van de lateral vestibulospinal tract (LVST)?
De LVST heeft zijn oorsprong in de laterale vestibulaire nucleus. Het signaal komt vooral uit de otolieten en zorgt voor handhaving van houding. Het projecteert naar cervicale, thoracale en lumbale segmenten van armen en benen en is volledig ipsilateraal. Het zorgt ervoor dat de benen compenseren voor hoofdbewegingen door excitatioire input aan de extensorspieren te verstrekken; Het zorgt voor extra tonus/stabiliteit van de extensor spieren.
Wat zijn de kenmerken van de medial Vestibulospinal Tract (MVST)?
De MVST begint in de mediale vestibulaire nucleus: dit komt vanuit de halfcirkelvormige kanalen en ook de otolieten: de halfcirkelvormige kanalen zijn hierin wel dominant. Het signaal verloopt voornamelijk via de mediale longitudinale fasciculus. Het projecteert voornamelijk naar cervicale segmenten en zorgt via nekreflexen voor het stilhouden van het hoofd in de ruimte (dit is het vestibulo-collic reflex). Dit pad is voornamelijk (en dus niet volledig) ipsilateraal.
Wat is de vestibulaire oculaire reflex?
Het doel is stabilisatie van de blikrichting. Twee ogen worden beiden door 6 spieren aangestuurd. Ogen worden aangestuurd door 3 kernen: abducens nucleus (hier heb je er twee van: links en rechts: deze kern innerveert alleen de m. rectus lateralis (ipsilaterale innervatie)), vestibulaire kernen projecteren naar de nucleus abducens. Deze reflex duurt maar 12 ms. Ook projecties uit de nucleus oculomotorius: innerveert de m. rectus medialis. Is ook verbonden met de nucleus abducens. De reflex werkt in zes dimensies (drie rotaties): voor elke beweging die gemaakt wordt met het hoofd kan een compensatoire oogbeweging worden gemaakt. Rechter kern gaat depolariseren doordat het hoofd naar rechts draait. Als het hoofd naar rechts draait gaan de oogbewegingen naar links. Innerveert dus de contralaterale nucleus abducens.
Hoe werkt de driedimensionale organisatie van het evenwichtsorgaan en van de oogspieren?
De kanalen liggen in hetzelfde vlak als de oogspieren:
- Het linker horizontale kanaal ligt in hetzelfde vlak als de rechter m. rectus lateralis en linker m. rectus medialis. Het horizontale kanaal maakt een hoek van 30 graden met het daadwerkelijke horizontale vlak;
- Het LARP-kanaal (links-anterieur, rechts-posterieur) ligt in hetzelfde vlak als de linker m. rectus superior en inferior en de rechter m. obliquus;
- Het RALP-kanaal (rechts-anterieur, links-posterieur) ligt in hetzelfde vlak als de rechter m. rectus superior en inferior en de linker m. obliquus.
Dit verklaart waarom een BPPD-patiënt een geotrope nystagmus krijgt.
Verklaar de verschillende oogbewegingen die worden gemaakt bij verschillende hoofdbewegingen?
- Bij een draaibeweging van het hoofd naar rechts wordt de rechterkant van het horizontale kanaal geëxciteerd en de linkerkant geïnhibeerd. Dit zal de oogspieren zodanig aansturen dat de ogen naar links bewegen. De rechter m. rectus medialis wordt aangespannen, evenals de linker m. rectus lateralis. De spieren die worden geremd zijn de rechter m. rectus lateralis en de linker m. rectus medialis.
- Als alleen het linker horizontale kanaal wordt gestimuleerd, treedt er excitatie van de rechter m. rectus lateralis en van de linker m. rectus medialis op. Er is inhibitie van de rechter m. rectus medialis en van de linker m. rectus lateralis. De ogen bewegen naar rechts.
- Stimulatie van het linker anterieure kanaal leidt tot excitatie van de rechter m. obliquus inferior en van de linker m. obliquus superior. Het leidt tegelijkertijd tot inhibitie van de rechter m. obliquus superior en van de linker m. obliquus inferior. De ogen bewegen omhoog en er vindt een beetje rotatie plaats. De rotatie vindt plaats omdat de spieren nooit enkel in de horizontale of enkel in de verticale richting werken.
Wat is de invloed van het cerebellum op de VOR?
Cerebellum is betrokken bij het kalibreren van bewegingen. Zorgt voor het vloeiend maken van bewegingen. VOR: vestibulaire kern geeft projecties naar het motorneuron –> die stuurt de oogspieren aan. Het oog gaat draaien en krijgt een beeld: geeft terug aan de hersenen of het oog goed staat. Deze terugkoppeling gaat naar de inferieure olijfkern –> deze info gaat naar het cerebellum. Tweede projectie van de vestibulaire kern naar het cerebellum. Dit wordt naast elkaar gelegd voor finetuning. Daarnaast kan er ook een remmende werking van het cerebellum neerdalen.
Waar ligt de vestibulaire cortex?
Intraparietal sulcus: deze projecties lopen via de thalamus.