Week 5 Flashcards
(21 cards)
Wat zijn oorzaken van duizeligheid?
Oculair, cerebellair, propriocepsis, psychogeen, vestibulair, medicatie, vaataandoeningen, hartritmestoornissen, interne afwijkingen.
Hoe kan vestibulaire duizeligheid zich presenteren?
- Eenmalige acute aanval, of periodieke aanvallen
- Kan getriggerd worden door hoofdbewegingen
- Kan gepaard gaan met misselijkheid en braken, doofheid, neurologische problemen
- De duizeligheid is van bewegende aard.
Wat zijn de oorzaken van vestibulaire duizeligheid?
75% perifeer:
- labyrinthitis
- BPPD
- Ménière
- Acuut vestibulair syndroom: neuritis vestibularis
- ruimte innemend proces
- fractuur os petrosum
25% centraal:
- CVA (80%)
- MS
- Arnold chiari malformatie
- ruimte innemend proces
- vestibulaire migraine.
Hoe kun je onderscheid maken tussen een centrale oorzaak en perifere oorzaak van vestibulaire duizeligheid?
Centraal:
- Positieve test of skew.
- nystagmus puur rotatoir, verticaal of horizontaal
- blikrichtingnystagmus
- soms geen nystagmus
- fixatie heeft geen effect op nystagmus
Perifeer:
- Nystagmus treedt op bij het wegnemen van fixatie (frentzenbril, headshaking nystagmus)
- Test of skew is negatief
- Gemengd horizontaal-rotatoire nystagmus is typisch voor unilaterale uitval van het evenwichtsorgaan
- Kiepproef volgens Dix-Hallpike.
Welke kenmerken wijzen nog meer op een centrale oorzaak van vestibulaire duizeligheid?
- Diploipie
- Dysmetrie
- Dystonie
- Dysfagie
- Dysesthesie
- Drop attacks
- Down-up distorsies
- Dysartrie
Wat vraag je uit bij de anamnese naar vestibulaire duizeligheid?
- Aard, beloop, duur, omstandigheden
- Begeleidende verschijnselen
- Invloed van houdingsverandering: kan duiden op iets mechanisch bijv. tumor.
- Medicijngebruik: 40% van de medicijnen geeft duizeligheid als bijwerking.
- Voorgeschiedenis
- Leeftijd, geslacht
- Intoxicaties
Noem voorbeelden van medicijnen die kunnen leiden tot vestibulaire duizeligheid?
- NSAIDS
- salicylaten
- aminoglycosiden
- diuretica
- anti-epileptica
- sedativa
- anti-depressiva
Wat voor onderzoek doe je bij iemand met vestibulaire duizeligheid?
Anamnese
Algemene indruk, houding, motoriek
Hersenzenuwen
Evenwicht en houding: door proef van Romberg
AO
- Longen, hart, lab
- Audiometrie en BERA (bij een brughoektumor is de geleiding vertraagd.
- Radiologisch onderzoek op indicatie
- ENG: ronddraaien in de stoel en kijken wanneer nystagmus ontstaat.
Wat meten de verschillende onderdelen van het evenwichtsorgaan?
Otolieten: lineaire versnelling (translaties) en statische veranderingen van het hoofd.
Halfcirkelvormige kanalen: rotatoire versnelling
Het vestibulaire systeem heeft 6 vrijheidsgraden.
Welke twee typen haarcellen zijn er?
type 1: helemaal omgeven door afferente zenuw; zijn meer gevoelig voor alle bewegingen (calyx): vuren onregelmatig afferent. Snelle, dynamische veranderingen in beweging
type 2: alleen aan de onderkant omgeven door afferente zenuw: Meer betrokken bij langzamere of continue signalen (bouton) –> vuren regelmatig afferent.
Wat meten de verschillende otolieten?
Sacculus: met name verticaal, utriculus: verticaal en horizontaal.
Op de haarcellen en gelei: liggen otoconia, zorgen ervoor dat de haarcellen gebogen blijven tot dat het hoofd weer terug is in de neutrale positie.
Waarvoor is het evenwichtsorgaan van belang?
Perceptie, blikrichting stabiliteit, houdingsregulatie.
Waar gaat de info van de otolieten en semicirculaire kanalen naartoe?
Semicirculair: naar superior en mediale vestibulaire kern.
Otolieten gaat naar de mediale en laterale kern.
Mediale kern doet vestibulo-oculaire baan, gaat naar de cervicale spieren, en gaat naar de thalamus en de cortex. Stilhouden van het hoofd. Voornamelijk ipsilateraal
Laterale kern doet de cervicale, arm en beenspieren, en projecteert naar het cerebellum. Handhaving van de houding. Volledig ipsilateraal
Welke kanalen is gerelateerd aan welke oogspieren?
LARP: links: m. rectus inferior en superior rechts m. obliquus
RALP: rechtsm. rectus inferior en superior links m. obliquur
Wat kun je zien aan de nystagmus bij VOR?
in de richting van waar je het hoofd draait, de oogbeweging zelf is in de andere richting.
Hoe test je het evenwichtsorgaan?
Draaistoelonderzoek en calorische stimulatie.
Welk gevoel heb je als je je hoofd op je rechter schouder doet en naar links draait?
Alsof je voorover valt: geeft nystagmus naar beneden.
Wat zijn de kenmerken van BPPD?
Komt door losliggende otoconia in het posterieure kanaal. Kan ook optreden in het horizontale kanaal. Aantonen met behulp van de Dix-hallpike kiepproef of de suppine roll. Je kan een canalolithiasis hebben of een cupulolithiasis (duurt langer). Is een kortdurende aanval van duizeligheid. Kan gepaard gaan met misseljkheid en braken en treedt op na hoofdbewegingen. Op te lossen met bevrijdingsmanoeuvre volgens Epley.
Wat zijn de kenmerken van acuut vestibulair syndroom?
Acute duizeligheid voorbijgaand, je behandeld het symptomatisch. Meestal postinfectieus. Gaat gepaard met misselijkheid en braken. Geen gehoorverlies. Kan oscillopsie bij optreden. Testen met HIT, je ziet horizontale nystagmus.
Wat zijn de kenmerken van Morbus Meniere?
Trias van : oorsuizen, gehoorverlies na aanval en duizeligheid met misselijkheid en braken en een vol gevoel aan een oor. Het is voorbijgaand. Je stelt de diagnose door andere dingen uit te sluiten. Je kunt niet veel behandeling bieden: gentamycine (is een mogelijke behandeling)
Wat is de behandeling van een aanval van acute draaiduizeligheid?
cinnarizine, valium, anti-emetica.