VO 1.1 Anatomie hersenen Flashcards
(67 cards)
Wat is het telencephalon?
Telencephalon is het cerebrum en bestaat uit de cortex cerebri, de basale kernen (die bestaan uit het stratium (= nucleus caudatus + putamen) en globus pallidus (pars externa en interna), de capsula interna, hippocampus, fornix en amygdala. Het telencephalon zit rondom de laterale ventrikels.
- De cortex en de basale kernen zijn celgebieden: dus grijze stof.
- De capsula interna is een vezelbundel dus witte stof.
Wat is het stratium?
Maakt deel uit van de basale kernen, is een belangrijk gebied dat betrokken is bij de motorische controle en cognitieve processen. Het striatum is de groep cellen die drukt op het ventrikelsysteem die zorgt voor de contour van de laterale ventrikel. Vormt de doorgang van de cortex naar de rest van het brein. De vezels moeten door het striatum heen.
Wat is de hippocampus?
Een complexe structuur die deel uitmaakt van het limbisch systeem en betrokken is bij het geheugen en ruimtelijke navigatie. Die vinden we aan de binnenzijde van de onderste hoorn van de laterale ventrikel. Uit de hippocampus ontspringt een vezelbundel die naar de hypothalamus toegaat (naar de bolvormige structuur: corpora mammillaria). Om daar te komen moet je het hele laterale ventrikelsysteem volgen en net voorlangs het foramen interventriculare naar de structuren te gaan die bij de derde ventrikel liggen zoals de hypothalamus. Deze vezelbundel heet dus de fornix. Hippocampus ligt in de temporaalkwab.
Wat is de fornix?
Een vezelbundel die ontspringt uit de hippocampus en betrokken is bij de communicatie tussen verschillende hersengebieden.
Wat is de amygdala?
Een complexe amandelvormige structuur die betrokken is bij emotieverwerking en angstreacties. Ligt in het puntje van de cornu inferior van de laterale ventrikel. Op het punt waar de hippocampus stopt. Het is geen onderdeel van de cortex, bevat zeker ook een hoop cellen.
Wat is de capsula interna?
Een witte vezelbundel die zorgt voor het transport van informatie van A naar B. Het is een C-vormige vezelbundel die door het stratium loopt en informatie transporteert naar de cortex of naar lagere hersengebieden. Door de ligging van de capsula interna wordt het stratium verdeel in twee delen: de nucleus caudatus aan de buitenkant (bestaande uit een caput aan de voorzijde en een cauda aan de achterkant en onderkant) en het putamen in het centrum. De capsula interna ligt in het stratum een beetje naar achteren en naar centraal.
Hoe vindt de embryonale ontwikkeling van de cortex plaats?
De ontwikkeling van de laterale ventrikels bij een embryo begint rond week vijf. Rond week dertien is dit volledig aangelegd en na 21 weken is het één cm groot. Het begint als een klein rond blaasje gevuld met lucht, wat zich vormt tot een C-vormige structuur. De wand wordt het cerebrum. Het gebied hieronder gaat heel snel delen waardoor er een klontje cellen ontstaat dat omhoog groeit in het blaasje. Er is nu een cluster met cellen die zorgen voor de C-vorm door hun enorme duwkracht omhoog. De cortex ontwikkelt zich hier omheen. De cortex wordt steeds dikker en groeit, maar het centrum blijft vastgeplakt aan de basale kern en blijft zo achter in ontwikkeling. Op een gegeven moment groeit de cortex over dit gebied heen en dat gebied gaat de insula vormen.
Wat zijn de 4 grote onderdelen van het cerebrum?
- Frontaalkwab
- Parietaal kwab
- Occipitaal kwab
- Temporaal kwab
Hoe worden de 4 grote onderdelen van het cerebrum van elkaar gescheiden?
De scheiding tussen deze bepaalde onderdelen wordt aangegeven door een aantal fissuren: deze worden sulci genoemd:
- sulcus centralis (vanaf de middellijn tot aan de sulcus lateralis)
- sulcus lateralis (loopt tussen de frontaalkwab en temporaalkwab en tussen de parietaalkwab en temporaalkwab meer aan de achterzijde). In de diepte van de sulcus lateralis zien we de insula.
- Sulcus calcarina: sulcus die we aan de binnenkant van de occipitaal kwab zien (mediale zijde). De cortex aan de weerzijde van deze sulcus is de primaire visuele schors. Deze primaire visuele schors heeft een retinotopische verhouding, het meest naar binnen gelegen deel: dit zijn vooral de perifere velden van het visuele veld en meer naar achter gelegen zitten de centrale visuele velden (in het puntje van de occipitaalkwab).
- fissura longitudinalis (die de linkerkant onderscheidt van de rechterkant van de hersenen: in de diepte van deze fissuur kun je het corpus callosum zien).
- Sulcus parieto-occipitalis: is goed te zien vanuit de middellijn. Scheidt de occipitaalkwab van de parietaalkwab.
Wat voor een soort vezelbundel is het corpus callosum?
Een commisurale vezelbundel
Hoe ziet de gyrus precentralis eruit?
Gyrus precentralis: primaire motorische schors: hier vinden we een somatotopische relatie. Mediale deel houdt zich bezig met aansturing van de spieren van het been. Daaronder zit het gebied die zich bezig houdt met aansturing van de armen en de hand. Onderaan zitten de gebieden die zich bezighouden met de aansturing van het gezicht.
Hoe ziet de gyrus postcentralis eruit?
Hier ligt de primaire sensibele schors: hier vinden we ook een somatotopische relatie. Hetzelfde georganiseerd als de motorische schors.
Waar ligt de primaire auditieve schors?
In de eerste winding van de temporaalkwab aan de binnenzijde daarvan. Dit is tonotopisch georganiseerd: met lage tonen aan de voorzijde en hoge tonen aan de achterzijde.
Wat houden de primaire gebieden in?
Hier komt de informatie binnen en kan verder verwerkt worden in omliggende gebieden. Deze gebieden worden meer associatieve gebieden genoemd.
Wat is het gebied van Wernicke?
Dat interpreteert spraak en taal. Het gebied van Wernicke is met name sterk ontwikkeld aan de linkerzijde. Dit gebied ligt achter de primaire auditieve schors.
Wat is het gebied van Broca?
Motorische spraakcentrum: ontwikkelen en construeren van taal, dit moet dan worden doorgegeven aan de motorische schors. Ligt voor het deel van de primaire motorische schors die gaat over de mond en de lippen.
Hoe noem je de fossa die je ziet op dit plaatje?
Op dit plaatje zie je een fossa die tussen twee grote vezelbundels ligt, de pedunculus cerebri. Dit zijn de twee vezelbundels die uit de grote hersenen komen en richting de pons lopen. Deze fossa noem je de fossa interpeduncularis. De twee balletjes noem je de corpura mammillaria. De fossa interpeduncularis laat zien dat op dat gebied het mesencephalon gelegen is.
Welke hersenzenuw treedt uit in de fossa interpeduncularis?
N. III oculomotorius. Zorgt voor de motoriek van de oogbol. 5 van de 7 spiertjes van de oogbol wordt geïnnerveerd door de n. oculomotorius.
Welke twee hersenzenuwen zijn afwijkend?
n. olfactorius (1) en n. opticus (2) treden niet uit de hersenen. N. olfactorius verloopt van het reukschors naar de bulbus olfactorius aangezien het niet buiten de hersenen komt noemen we het een tractus en geen nervus. De n. olfactorius zijn eigenlijk allemaal kleine vezeltjes die vanuit de bulbus olfactorius naar de reukschors gaan. Je hebt een n. opticus, een chiasma opticus (waar deze zenuwen kruisen: het mediale deel kruist) en een tractus opticus. Eigenlijk zou de hele nervus een tractus genoemd moeten worden. De n. opticus gaat tot aan de retina.
Wat innerveert de n. trochlearis?
Vierde hersenzenuw en innerveert de m. obliquus superior. Deze ontspringt van de dorsale zijde van de hersenstam, net onder de corpora quadrigemina: dit is een gedeelte van het mesencephalon. Dus tussen het mesencephalon en het cerebellum komt de n. trochlearis naar voren.
Waar ontspringt de n. trigeminus?
Vijfde hersenzenuw en ontspringt vanaf de zijkant van de pons: het is een dikke vezelbundel. Verzorgd de sensibiliteit van het aangezicht. Via drie grote takken; de n. maxillaris (nV2), n. ophthalmicus (nV1), n. mandibularis (nV3). Verzorgt ook de motoriek van de kauwspieren (nV3). Je ziet de trigeminus verdikken in een ganglion; het ganglion trigeminale. Daarvandaan zien we ook de drie takken weglopen.
Waar vandaan ontspringt de n. abducens?
Vanaf de achterrand van de pons zichtbaar is de n. abducens. Verzorgt de innervatie van de m. rectus lateralis.
Waar vandaan ontspringt de n. facialis?
Lateraal van de n. abducens zit de n. facialis (n. 7). Verzorgt de motoriek van de aangezichtsspieren. Daarnaast lopen er ook smaakvezels mee en parasympatische vezels.
Waar vandaan ontspring de n. vestibulocochlearis?
Nog verder naar lateraal ligt de n. vestibulocochlearis. Deze gaat naar het vestibulum en naar de cochlea. Die verzorgt dus het evenwicht en het gehoor.