HC.11.4 - Stoornissen in de ontwikkeling van taal en leren Flashcards

(25 cards)

1
Q

welke onderdelen heeft het linguïstisch systeem/taalsysteem?

A
  • de fonologie (klank gebruik): ik hep college
  • semantiek (woordgebruik): ik heb vakantie (is niet je hebt college)
  • syntaxis (zinsopbouw): college ik heb
  • morfologie (grammatica): ik hebt college
  • pragmatiek (in sociale context)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de normale taalontwikkeling?

A
  • 1 jaar: 1 woord per zin en woordenschat van 5-20 woorden
  • 2 jaar: 2-3 woorden per zin en 200-300 woorden aan woordenschat
  • 3 jaar: 3-5 woorden per zin en 900-1000 woorden schat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wanneer moet je zorgen maken voor taalontwikkeling?

A

vertraging bij minder dan 50 woorden op 24 maanden. het is dus niet snel afwijkend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is de DSM-V voor een taalstoornis?

A
  1. taalniveau is beduidend lager dan non-verbaal intelligentieniveau
  2. de taalproblemen interfrereren met schoolresultaten of sociaal functioneren
  3. bij andere problematiek zijn de taalproblemen ernstiger dan verwacht

check gehoor en overweeg autismespectrumstoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke soorten taalstoornis zijn er?

A
  • expressieve taalstoornis
  • gemeng receptieve-/expressieve taalstoornis
  • sociale communicatie stoornis (pragmatiek)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is de prevalentie van een taalstoornis?

A
  • 1-13%
  • naarmate kinderen ouder worden, daalt het prevalentiecijfer (2 jaar 13%/5 jaar 7%)
  • vaker bij jongens dan bij meisjes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de etiologie van taalstoornis?

A
  • genetisch component bij ontstaan
  • bij familieleden vaak sprake van laat spreken als kind
  • invloed omgevingsfactoren zoals sociaal economische status
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn de comorbiditeit van taalstoornis?

A
  • gedragsproblemen
  • angsten
  • stemmingsklachten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is de behandeling van een taalstoornis?

A
  • psycho-educatie taalstoornissen: ze zijn cognitief gezien gwn intelligent maar taal krijgen ze er niet uit
  • gerichte taalstimulering
  • ouderbegeleiding
  • schoolaanpassing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is de prognose van taalstoornis?

A
  • prognose expressieve taalstoornis beter dan bij gemengd expressieve/receptieve taalstoornis
  • expressieve taalstoornis wisselende prognose, gedeeltelijk spontaan herstel
  • taalstoornis i.c.m. psychiatrische, sociale en/of emotionele problemen slechtere prognose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is de DSM V van sociale communicatie stoornis?

A

stoornis in de pragmatiek van taal. onderzoek middels de ADOS (test instrument)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is de behandeling van sociale communicatie stoornis?

A

pivotal response training (PRT)
- sociale communicatie vergroten
- aansluiten bij motivatie en opzetten leermoment
- belonen met natuurlijke beloning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welke spraakstoornissen zijn er?

A
  • spraakklankstoornis (voorheen Fonologische stoornis)
  • stoornis in de spraak vloeiendheid (stotteren)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is de DSM criteria van spraakklankstoornis?

A
  • de spraakklanken die geproduceerd worden, passen niet bij de leeftijd/dialect
  • het levert problemen op schoolresultaten of in de interactie met de anderen
  • als er sprake is van andere problemen, dan ernstiger dan verwacht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is het klinisch beeld van spraakklankstoornis?

A
  • het weglaten van klanken: slapen -> sapen
  • het vervangen van een moeilijke klank door een makkelijkere -> water -> watel
  • het verdraaien van klanken: bal -> baj
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is de prevalentie van spraakklankstoornis?

A
  • rond 6/7 jaar is het 20% jongens en 10% meisjes
  • rond 12/15 5%
17
Q

wat is de behandeling en prognose van een spraakklankstoornis?

A
  • logopedische behandeling
  • prognose gunstig indien niet in het kader van een somatische oorzaak, een verstandelijke beperking of autisme
18
Q

wat is de WHO definitie van stotteren?

A

onregelmatigheden in het spreekritme, waarbij de spreker precies weet wat hij/zij wil uitdrukken, maar er op dat ogenblik niet in slaagt, doordat zich een onvrijwillige herhaling, verlening of onderbreking van een klank voordoet

19
Q

wat is het klinische beeld van stotteren?

A
  • herhalingen: ba-ba-bal
  • blokkades: ik ga voet (pauze) ballen
  • verlenningen: lllllamp
  • tussenvoegingen: uh uh ik ga lezen

je kan ook tremoren van de kaken/lippen hebben. ticachtige bewegingen van het gezicht (oogknipperen), romp (buigen) of armen

20
Q

wat is de oorzaak van stotteren?

A
  • genetische factoren
  • het brein functioneert aantoonbaar anders
21
Q

wat is de prevalentie van stotteren?

A
  • 4% van schoolgaande kinderen in de algemene bevolking
  • hogere prevalentie op de peuter- en kleuterleeftijd dan erna
  • verhouding jong: meisjes = 4:1
22
Q

wat is de behandeling en prognose van stotteren?

A
  • logopedische en gedragstherapeutische behandeling
    prognose
  • grote kans op (spontaan) herstel bij jonge kinderen, vooral met vroege begeleiding
  • kans op chronisch stotteren bij 20-25%, maar dit kan sterk verbeteren met therapie
  • psychosociale factoren spelen een belangrijke rol in hoe iemand het stotteren ervaart en ermee omgaat
23
Q

wat is de definitie van dyslexie?

A

een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en/of vlot toepassen (automatiseren) van het lezen en/of spellen op woordniveau

24
Q

wat is de prevalentie van dyslexie?

A

3-10% definitieverschillen
- 3,6% ernstige enkelvoudige dyslexie

25
wat zijn de onderliggende cognitieve mechanismen van dyslexie?
- fonologische verwerking van klanken - benoemsnelheid - vaak ook zwakauditief werkgeheugen