PD.9.1 - Psychiatrische ziekteleer Flashcards

(11 cards)

1
Q

Wat is een psychiatrische ziekte?

A
  • Een ziekte met psychische symptomen en/of door psychische oorzaken
  • Leidend tot subjectief lijden en/of problemen in het functioneren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn psychische symptomen?

A

Symptomen van stoornissen in de psychische functies van de hersenen. Kunnen worden veroorzaakt door psychische problemen maar ook door lichamelijke problemen (zoals een hypothyreoïdie). De symptomen kunnen slaan op het psychische vlak maar ook op het lichamelijke vlak (zoals bij anorexia nervosa).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de trias psychica?

A

De drie hoofdfuncties:
1. Cognitieve functies (denken): bewustzijn, aandacht, concentratie, oriëntatie, geheugen, waarneming, denken
2. Affectieve functies (voelen): emoties
3. Conatieve functies (handelen): psychomotoriek, motivatie, gericht gedrag, mimiek, gestiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe doe je het psychiatrisch onderzoek?

A

Het exploreren van de klacht, observatie doe je al tijdens het luisteren van het gesprek. Daarnaast kun je nog eventueel aanvullende testen doen. Als je er niet uit komt met je autoanamnese dan moet je een heteroanamnese uitvoeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de verschillen tussen het psychiatrisch en neurologisch onderzoek?

A
  • Accent op subjectieve symptomen dus op anamnese en exploratie
  • Anamnese en onderzoek tegelijkertijd
  • Anamnese uitgebreider o.a. biografie
  • Geen aanvullend onderzoek meestal mogelijk (je kan niet op basis van een MRI of lab een psychiatrische diagnose stellen)
  • Psychische functies zijn zowel object als subject van het onderzoek.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de verschillen tussen psychiatrie en overige specialismen?

A
  • Ziekten worden meestal veroorzaakt door materiële oorzaken (zoals bacteriën), bij psych ook door psychische oorzaken
  • Meestal is er een probleem in de complexe hersenfuncties en kun je het niet precies lokaliseren
  • Naast fysieke ziekteprocessen zijn er ook psychologische ziekteprocessen.
  • Er zijn vooral subjectieve klachten
  • Naast somatische therapieën geven ze ook psychotherapieën.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waardoor wordt een psychiatrische ziekte meestal veroorzaakt?

A

Door meerdere oorzaken dit noem je etiologische heterogeniteit. Je kunt pas spreken van een ziekte als de etiologie en de pathologie van een ziekte bekend is. Daarnaast vertonen psychiatrische ziektebeelden meerdere uitingen dit noemen we klinische heterogeniteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke twee typen psychiatrische diagnosen zijn er?

A

1, Syndroom of descriptieve diagnose: alleen beschrijvend en geeft geen informatie over de reden en manier van ontstaan
2. Structuurdiagnose: geeft naast een beschrijving van de symptomen, aan waardoor en op welke wijze het syndroom is ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waaruit bestaat de syndroom diagnose?

A

Syndroom diagnose of descriptieve diagnose
- Classificatie
- Beschrijvend
- Geen informatie over redenen en manier van ontstaan
- Lijstjes met criteria/symptomen waarvan de patiënt er een minimaal aantal moet hebben
- DSM 5
- Hiërarchie in de syndromen
- (ICD 11)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is er belangrijk bij de structuurdiagnose?

A
  • De etiologie: oorzaak/oorzaken die tot de aandoening leiden
  • Pathogenese: wijze waarop de etiologische factoren tot de stoornis leiden
    o Onderscheid tussen fysio- of psychopathogenese. Fysiopathogenese: neurobiologische factoren die bijdragen aan een psychiatrische aandoening. Stoornissen die ontstaan door afwijkingen in de vroege ontwikkeling van de hersenen zijn meestal genetisch bepaald (bijv. Autisme). Stoornissen die later in het leven optreden zijn met name bepaald door omgevingsfactoren (bijv. PTSS).
  • De verschillende etiologische factoren zijn onder te verdelen in:
    o Predisponerend (draagkracht, kwetsbaarheid): waarom u? Wat maakt iemand kwetsbaar?
    o Luxerend (draaglast, omstandigheden): waarom nu?
    o Onderhoudend: waarom nog?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Op welke leeftijd beginnen bijna alle psychiatrische aandoeningen?

A

Bijna alle psychiatrische aandoeningen beginnen voor het 40e levensjaar. Als iemand daarna voor het eerst presenteert met psychiatrische symptomen dan moet je denken aan een lichamelijke oorzaak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly