PD.11.1 - Kliniek schizofrenie (inclusief weekinleiding) Flashcards
(5 cards)
1
Q
Wat houden paranoïde wanen in?
A
Het idee dat mensen hem iets aan gingen doen.
2
Q
Wat houden betrekkingswanen in?
A
Dingen tot zich betrekken die er niet bij horen.
3
Q
wat is het verschil tussen hallucinatie en illusionaire verslaving?
A
bij een hallucinatie moet een patiënt ervan overtuigd zijn dat de waarneming echt is. wanneer een patiënt weet dat een waarneming niet echt is, wordt gesproken van een illusionaire vervalsing
4
Q
wat is een akoestische hallucinatie?
A
kunnen angst geven, maar meestal niet per se met inhoud. vaak ontstaat angst eerder over de gedachte van wie de stemmen komen en of die de tekst kunnen waarmaken.
5
Q
welke soort hallucinaties zijn er?
A
- akoestisch/auditief: meestal in de vorm van stemmen, maar het kan ook geruis zijn
- visueel, waarbij er dingen worden gezien die er niet zijn, dit zijn met name vage beelden
- tactiel/haptisch, bijvoorbeeld het gevoel dat er beestjes onder de huid lopen
- olfacotrisch, dit zijn reuk hallucinaties
- smaak