HC14.4: Hepatitis C Flashcards

(20 cards)

1
Q

HCV

A
  • Genetisch materiaal omgeven door kapsel van eiwitten met lipide envelop waarin 2 envelopeiwitten zitten
  • ES RNA, niet zo groot (9600 nucleotiden)
  • Na afschrijving van RNA virus ontstaat er polyproteïne waaruit 2 soorten eiwitten ontstaan: structurele eiwitten (nucleocapside en envelop glycoproteïne) en niet-structurele eiwitten (betrokken bij replicatie van virus)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Epidemiologie hepC

A
  • In 1989 ontdekt
  • In 1970 non A nonB
  • 6 verschillende genotypen HCV
  • In NL type 1 en 3
  • Type 3 systemische effecten wat kan resulteren in DM2 of leververvetting
  • Wereldwijd 70 miljoen mensen geïnfecteerd
  • Ieder jaar komen er 1-2 miljoen nieuwe infecties bij
  • Hoogste prevalentie in Egypte met 6-28%
  • In NL 0.2% met HCV, meeste niet gediagnosticeerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Egypte

A

Hoge prevalentie van chronische hepC met 4 genotype door iatrogene infecties met niet-steriele naalden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Overdracht HCV door bloed-bloed contact

A
  • Geïnfecteerde bloedproducten
  • Tattoos
  • IV drugs
  • Naaldincidenten
  • Verticale transmissie
  • Seksuele overdracht (homo man)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Diagnostiek HCV

A
  • ALAT en ASAT niet specifiek, maar wel indicatie voor hepatitis
  • Anti-HCV-antistoffen na 8 weken aantoonbaar en blijven heel het leven positief
  • Als die positief zijn, moet worden bepaald of HCV-RNA kan worden aangetoond (actieve infectie)
  • HCV-RNA is al na 1-2 weken te meten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Aanwezigheid leverfibrose aantonen

A
  • Leverbiopt
  • Fibroscan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Beloop besmetting HCV

A
  • Zonder of met beperkte symptomen
  • Wel gestegen alanine aminotransferase (ALAT)
  • Niet bewust van feit dat ze geïnfecteerd zijn
  • Goede prognose wat betreft de lever
  • 20% geneest spontaan
  • Overige 80% vana cute infecties gaat binnen 6 maanden over in chronische infectie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Factoren die ziekteprogressie versnellen (<20 jaar)

A
  • Man
  • Oud
  • Niet-Kaukasisch
  • HCV genotype 3
  • Obesitas
  • DM
  • Co-infectie met HBV
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ziektebeloop van >30 jaar

A
  • Normale ALAT waarden
  • Normaal koffiegebruik
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Klinische presentatie

A
  • Moeheid
  • Icterus
  • Buikpijn, spierpijn
  • Extrahepatische symptomen: NI, artritis, porphyria cutanea tarda
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Chronische HCV

A
  • HCV RNA aantoonbaar voor meer dan 6 maanden
  • Meestal geen klachten of alleen aspecifieke extrahepatische symptomen met mild verhoogde ALAT waarden
  • Daarom kan het soms een uitdaging zijn om de diagnose te stellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Tekenen van levercirrose

A
  • Gynaecomastie
  • Erythema palmare
  • Caput medusae
  • Spider naevi
  • Tandvleesbloedingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Tekenen leverfalen

A
  • Diepe icterus
  • Ascites met navelbreuk
  • Varicesbloedingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Metavir Score

A
  • F0: geen fibrosering
  • F1: fibrose in portale driehoek
  • F2: portale fibrose met een aantal septa (zichtbaar als uitlopers vanuit portale driehoek)
  • F3: septale fibrose waardoor verbindingen tussen portale driehoeken ontstaan
  • F4: cirrose met verdringen van normaal leverweefsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Fibroscan

A
  • I.p.v. leverbiopt, want groot risico op leverbloedingen en daarmee gepaard gaande mortaliteit
  • Tussen ribben geplaatst waarna een mechanische tik wordt gegeven
  • Snelheid waarmee tik door lever wordt geleid is maat voor stijfheid en dus fibrosering in lever
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Mogelijke extrahepatische manifestaties

A
  • Depressie door moeheid
  • Vasculitis: vaak in nier waardoor nierfalen
  • DM: door verstoring van vethuishouding
  • Cardiovasculaire events
  • NI
  • Maligne lymfomen: tot wel 20 jaar na genezing
17
Q

Prognose

A
  • Gecompenseerde levercirrose geeft nog relatief goede prognose, namelijk een mediane overleving van meer dan 12 jaar
  • Als de levercirrose echter niet meer gecompenseerd (decompensatie) kan wordt, daalt de mediane overleving tot ongeveer 2 jaar
18
Q

Behandeling

A
  • Antivirale therapie heeft potentie om resulteren in SVR (sustained virological response)
  • SVR indien het HCV RNA niet aantoonbaar is in circulatie, 12-24 weken na antivirale therapie
  • Er zijn wel heftige psychologische bijwerkingen aan deze medicatie gekoppeld
19
Q

DAAs (direct antiviral agents)

A
  • Remmen virus direct in verschillende fasen van ontwikkeling
  • Proteaseremmers (-previr): asunaprevir, danoprevir, sovaprevir, simeprevir, faldaprevir, boceprevir, telaprevir, ABT-450/r, MK-5172
  • NS5A-remmers (-asvir): daclatasvir, ledipasvir, ABT-267
  • Polymeraseremmers (-buvir): deleobuvir, setrobuvir, filibuvir, sofosbuvir, ABT-333, ABT-072, BMS-731225, VX-222

Behandeling bestaat uit combinatie van 2 remmers gedurende gemiddeld 8-12 weken

Weinig bijwerkingen en ook geschikt om te gebruiken bij aanwezige levercirrose of bij patiënten die een levertransplantatie hebben ondergaan

20
Q

Doel behandeling

A
  • Verbeterde levensverwachting
  • Vermindering levergerelateerde morbiditeit
  • Verbeterde kwaliteit van lever