HC15.7: Beroeps- en voedselallergie Flashcards
(25 cards)
Klachten beroepsallergie = klachten normaal bij allergie
- Huidklachten: jeuk, roodheid, eczeem, angio-oedeem, urticaria
- Rhinitis: loopneus, verstopte neus en niezen
- Conjunctivitis: rode, waterige en jeukende ogen
- Astma: piepen, hoesten, benauwdheid
Werk gerelateerd astma
- Voorbeeld van beroepsallergieën
- Jaarlijkse incidentie is 50 per miljoen
- In NL is dit 375 nieuwe gevallen per jaar
- Hogere leeftijd is geassocieerd met ongunstige prognose
- Langere duur van blootstelling is gerelateerd aan een ongunstig beloop
- Hoogmoleculaire allergenen zijn gerelateerd aan persisterende bronchiale hyperreactiviteit tegenover laagmoleculaire allergenen
Beroeps gebonden klachten
- Klachten tijdens werk
- Klachten in weekend verminderen
- Tijdens vakantie verminderen/verdwijnen
Risicofactoren voor beroeps gebonden allergie
- Sensibilisatie allergeen
- Roken
- Atopische constitutie (genetische belasting voor het ontwikkelen van allergie)
Atopie alleen risicofactor voor HMW
Oorzaken beroeps gebonden klachten
- Allergische reactie voor beroepsallergenen
- Hyperreactiviteit van luchtwegen
- Direct toxische effecten irritantia
Biologische beroeps allergenen
- Eiwitten en enzymen
- HMW
- Bakkers (granen, tarwe, a-amylase)
- Vis- en proefdierwerkers
- Planten- en bloemenkwekers
- Latex
Niet-biologische beroeps allergenen
- Chemische stoffen
- LWM
- Plastic- en rubberindustrie, metaalwerkers, farmaceutische industrie, AB, opiaten, plastic en amines (kappers)
Allergie
Aantoonbaar specifiek IgE tegen beroepsallergeen en klachten aanwezig
Hoge spreiding in prevalentie verklaren
- Healthy worker effect
- Medewerkers die klachten krijgen tijdens het werk zijn eerder geneigd om ontslag te nemen
- Bij sommige onderzoekers zijn eerdere medewerkers ook meegeteld waardoor prevalentie hoger uitvalt
Hyperreactiviteit luchtwegen
- Toegenomen gevoeligheid voor aspecifieke stimuli zoals rook en parfums
- Meer last van beroepsmatige stimuli zoals sprays, schoonmaakmiddelen en chloor
Verschil hyperreactiviteit luchtwegen en allergie
Verschil met allergie is dat deze stimuli geen inflammatie geven en geen sensibilisatie induceren
Direct toxische effecten van irritantia
- Ontstaan na langdurige expositie aan bijvoorbeeld oplosmiddelen, formaldehyde, styreen
- Klachten: ciliaverlies, hyperplasie, metaplasie, atrofische rhinitis
RADS (reactive airway dysfunction syndrome)
Syndroom wat gezien kan worden bij een eenmalige forse expositie aan een irritantia
Kan persisterende astma en hyperreactiviteit tot gevolg hebben
Voedselallergie x kruisreactiviteit
- IgE antistoffen zijn primair gericht tegen inhalatieallergenen, maar ten gevolge van botanische verwantschap kunnen ze secundair reageren met voedselallergenen
- Kan ook plaatsvinden tussen voedselallergenen onderling
- Eiwitten lijken zoveel op elkaar dat het lichaam zich vergist
Kruisreactiviteit x 1970 ontdekking in Amerika
- Er werd als eerst een allergie voor Ambrosia pollen geassocieerd met het veelvuldig voorkomen van een allergie voor meloen en banaan
- Daarna werd een associatie gevonden tussen berkenpollenallergie en allergie voor vruchten (perzik en appel)
- Weer een aantal jaren later ontdekte met de relatie tussen bijvoetpollen, selderij en wortel
Nomenclatuur allergenen
- Eerste 3 letters van geslachtsnaam
- Eerste letter van soortnaam
- Getal
Het getal is op volgorde waarin de diverse componenten zijn ontdekt
Voorbeeld is berkenpollen:
- Geslachtsnaam: betula
- Soortnaam: verrucosa
- Als eerste ontdekt
- Bet v 1
Behoort tot PR10-eiwitten (pathogeen gerelateerde eiwitten)
Allergenen die lijken op Bet v 1 en dus ook klachten kunnen geven bij berkenpollenallergie
- Sojabonen (Gly m 4)
- Pinda’s (ara h 8)
- Bleekselderij (Api g 1)
- Wortel (Dau c 1)
- Hazelnoten (Cor a 1)
- Peer (Pyr c 1)
- Kersen (Pru av 1)
- Appels (Mal d 1)
Klachten die ontstaan bij eten van voedingsmiddelen:
- Jeuk in mond- en keelholte
- Niezen
- Gevoel alsof er iets in keel zit
Mensen kunnen hier gewoon doorheen eten, geen anafylactische reactie
Kruisreacties
- Boompollen: hazelnoot, walnoot, appel, perzik, kiwi, druif, kers
- Huisstofmijt: (spinnen, geleedpotigen), garnalen, slakken, krabben
- Graspollen: tomaat, tarwe, pinda, aardappel, meloen, peulvruchten
Waar kan je allergisch voor zijn bij huisstofmijt?
- Spiereiwit tropomyosine
- Kan ernstige anafylactische reacties geven
- Spiereiwit zit in poten van spinnen, maar kan ook in garnalen gevonden worden
PR10 eiwitten
- Thermolabiel (eiwitten veranderen na thermogene bereiding)
- Klinisch relevant
- Kunnen milde symptomen veroorzaken
- Er kan een pollen/groente/fruit CR allergie syndroom optreden
- Geeft vooral OAS klachten
- Aangezien de PR10-eiwitten thermolabiel zijn, breken deze eiwitten af bij het verwarmen
- Fruit verlies eiwitten tijdens het koken waardoor het gekookt geen klachten geeft
- Gly m 4 van sojabonen kan ook heftige klachten geven, maar doet dit niet altijd wanneer soja verwerkt is in producten zoals ketjap of tahin
Lipid transfer protein (LTP)
- Thermostabiel
- Kan ernstige klachten veroorzaken
- Zit in rijst, granen, perzik en hazelnoot
- Profilin is een eiwit dat klinisch meestal niet relevant is: in vitro geeft het valspositieve resultaten
- Pan-allergeen (komt in veel voedingsmiddelen voor) en geeft in enkele gevallen milde klachten zoals bij meloen/banaan/tomaat
- Major opslag allergenen in noten speelt voor de mens een belangrijke rol: 2S albumines (pinda, walnoot, cashew) en 7S globulines (pinda, walnoot)
Mate van thermostabiliteit van boven naar onderen
- Opslageiwitten (hittestabiel en veroorzaken ernstige systemische reacties)
- LTP
- PR10
- Profilin
Allergieën binnen dezelfde familie
- Pruikenboomfamilie: cashewnoot, mango, pistache
- Rozenfamilie: appel, abrikoos, amandel, kers, perzik
- Nachtschadefamilie: aardappel, tomaten, aubergine
- Schermbloemigen: wortel, selderij, koriander, venkel
- Komkommerfamilie: augurk, courgette, komkommer, meloen, pompoen, cassave
- Laurierfamilie: avocado, kaneel, laurier
Diagnose voedselallergie
- Vaak gecompliceerd
- Anamnese lastig
- Extracten voor huidtest kunnen niet verkrijgbaar of van slechte kwaliteit zijn
- Serum IgE kan valspositief zijn door kruissensibilisatie
- Samenstelling voedingsmiddelen vaak onbekend