HC15.8: Geneesmiddelen en insecten gif allergie Flashcards

(12 cards)

1
Q

Graad 1 Müller

A
  • Gegeneraliseerde jeuk
  • Urticaria
  • Erytheem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Graad 2 Müller

A
  • Klachten van graad 1 met gegeneraliseerd oedeem
  • Misselijkheid
  • Braken
  • Licht gevoel in hoofd
  • Niet uitstralend drukkend gevoel op borst
  • Buikpijn
  • Diarree
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Graad 3 Müller

A
  • Klachten van 1 of 2 met stridor
  • Dysfagie
  • Heesheid
  • Onduidelijke spraak
  • Dyspnoe
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Graad 4 Müller

A
  • Cyanose
  • Hypotensie
  • Collaps
  • Incontinentie
  • Bewusteloosheid
  • Ernstige hartritmestoornissen
  • Al of niet met klachten van graad 1, 2, 3
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Immunotherapie

A
  • Allergeen wordt in oplopende dosis subcutaan toegediend
  • Het doel hiervan is om tolerantie te ontwikkelen tegen het allergeen
  • Patiënt is beschermd op het moment dat de instelfase is afgerond
  • Het is dan niet meer nodig om een adrenaline-autoinjector mee te dragen
  • Na de instelfase moet nog maandelijks een subcutane injectie gegeven worden met het allergeen voor een duur van 5 jaar
  • Herhaalkans op systemische reactie na of tijdens VIT met wespengif is 10%
  • Kans op systemische infectie na of tijdens VIT met bijengif is 20%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Type A GNM overgevoeligheid

A
  • Bijwerkingen en interacties tussen verschillende geneesmiddelen en voedingsmiddelen
  • Dosisafhankelijk en relatief voorspelbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Type B geneesmiddelen overgevoeligheid

A
  • Komt veel minder voor
  • Dosisonafhankelijk en onvoorspelbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Type 1 allergie (B)

A
  • Binnen 30-60 minuten na expositie
  • IgE gemedieerde reactie
  • Klachten van huid- en slijmvliezen, maag-darmkanaal, luchtwegen en circulatie
  • Typerende huidverschijnselen: urticaria, angio-oedeem, anafylaxie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Type 2 allergie (B)

A
  • IgG of IgM gemedieerde vorm
  • Antistoffen binden aan celgebonden antigenen
  • Leidt tot lokale immunologische reactie
  • Voorbeeld: heparine-geïnduceerde trombocytopenie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Type 3 allergie (B)

A
  • Antistofgemedieerde vorm
  • Antistoffen binden aan circulerende antigenen
  • Gevormde immuuncomplexen slaan naar, typisch in benen, in de synovia of in glomeruli
  • Koorts
  • Kan leiden tot serumziekte of hypersensitiviteitsvasculitis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Type 4 allergie (B)

A
  • Vertraagd type reactie
  • T-cel gemedieerd
  • Typisch huidbeeld met weinig jeukend, uitgebreid maculopapuleus exantheem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Alarmsymptomen GNM reactie

A
  • Huid: blaren, loslaten huid
  • LO: vergrote lymfeklieren, hepatosplenomegalie
  • AO: cytopenie, verhoogde leverenzymen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly