Hoofdstuk 18 - Het Afscheid Flashcards
(61 cards)
1
Q
To die
A
Sterven
2
Q
To throw
A
Gooien
3
Q
To grow
A
Groeien
4
Q
- To cure 2. To get better
A
Genezen
5
Q
To turn out, to appear
A
Blijken
6
Q
To succeed
A
Lukken
7
Q
To fail
A
Mislukken
8
Q
Afterwards
A
Achteraf
9
Q
Along
A
Langs
10
Q
To fly
A
Vliegen
11
Q
To move to another country
A
Emigreren
12
Q
From
A
Vanuit
13
Q
The river
A
De rivier
14
Q
The speech
A
De toespraak
15
Q
To give a speech
A
Een toespraak houden
16
Q
To improve
A
Verbeteren
17
Q
To hand out
A
Uitreiken
18
Q
How is that?
A
Hoe zit dat?
19
Q
Certainly not
A
Welnee
20
Q
The page
A
De bladzijde
21
Q
The compliment
A
Het compliment
22
Q
To pay compliments
A
Complimenten maken
23
Q
The type
A
Het type
24
Q
Clumsy, awkward
A
Onhandig
25
The instruction
De instructie
26
The dishwasher
De vaatwasser
27
To hand in, leave
Afgeven
28
Financial
Financieel
29
Closed
Gesloten
30
To come back
Terugkomen
31
The period, time
De periode
32
Non-perishable food
Houdbare levensmiddelen
33
The packaging
De verpakking
34
The garbage
Het vuilnis
35
Opposite
Tegenover
36
The classroom
Het lokaal
37
The sheets
De lakens
38
The towel
De handdoek
39
To hand in
Inleveren
40
The outward journey
De heenreis
41
The return journey
De terugreis
42
To arrange
Regelen
43
To pack up
Inpakken
44
Hopefully
Hopelijk
45
To leave behind
Achterlaten
46
The goodbye
Het afscheid
47
To say goodbye
Afscheid nemen
48
The handkerchief
De zakdoek
49
The relief
De opluchting
50
Exhausted
Doodmoe
51
The friendship
De vriendschap
52
To exchange addresses
Adressen uitwisselen
53
It is time to stop
Het is wel mooi geweest
54
I’ll stay too
Ik blijf ook nog
55
What a good time we had
Wat was het gezellig, hè!
56
Are you in Facebook?
Zit je op Facebook?
57
Can I add you on facebook ?
Mag ik je toevoegen op Facebook?
58
We will stay in contact
We houden contact
59
Im glad it’s over
Ik ben blij dat het voorbij is
60
I will miss you
Ik ga je missen
61
Will I see you here again next year?
Zie ik je volgend jaar weer hier?
