PD hypofysetumoren 1 en 2 Flashcards

1
Q

Wat gebeurt er met de hypofyse tijdens een zwangerschap?

A

productie van extra hormonen zoals TSH en prolactine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

cavernous sinus

A

veneuze pool om de hypofyse heen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

chiasma van de oogzenuw (optica)

A

soort boemerang boven de hypofyse
- met een hypofysetumor zie je alleen de buitenkant van het gezichtsveld niet meer, klagen over soort waas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

portale systeem

A

verbindt de hypothalamus met de hypofyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat gebeurt er bij een tumor die de hypofyse naar voor of naar achter duwt?

A

een probleem in communicatie tussen de hypofyse voorkwab en de hypothalamus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hypofyse tumoren

A

vrijwel altijd benigne

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hypofyse adenomen met verschillende celtypen

A
  • NFA: niet functionerend adenoom, ontstaan uit gonadotrope cellen die LH/FSH produceren > hypertrofie zaadbuisjes en afwezigheid van zaadproductie
  • Prolactine: prolactinoom/-oma
  • GH: acromegalie
  • ACTH: ziekte van Cushing
  • TSH: TSH-oma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

prolactine/GH/TSH producerende cellen

A

zijn ontstaan vanuit dezelfde moedercel, tumoren die hieruit zijn ontstaan vanuit deze cel kunnen deze drie hormonen produceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

macroadenoom

A

tumor groter dan 10 mm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

microadenoom

A

tumor kleiner dan 10 mm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn klachten die ontstaan door het ruimte innemend proces

A

hoofdpijn, druk op het optisch chiasma en druk op craniale zenuwen, uitval van hypofysefunctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

tumor die op chiasma optica drukt

A

bitemporale hemianopsie: blindheid aan beide kanten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

NFA, niet functionerend adenoom

A

adenoom/uitgegroeide kliertjes van de hypofyse voorkwab die geen functionerende stoffen maken
- produceren wel hormonen maar geven geen klinisch beeld
- pas naar arts als hypofyse niet meer werkt of oogzenuw uitvalt
- 30-65 jaar
- benigne
- geen medicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

NFA hormonen

A

kan LH/FSH maken > alleen alfa unit of alfa en inactieve beta worden gemaakt > geen klinisch effect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Behandeling NFA

A

chirurgie via de neus, evt bestraling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

behandeling hypofysetumoren

A
  • transphenoidale selectieve adenomectomie (chirurgie)
  • radiotherapie
  • medicamenteuze therapie
  • vaak een combinatie van dit
17
Q

(functionele) tumoren in hypofyse

A
  • ACTH naar bijnier en zorgt voor cortisol productie > Cushing
  • GH: gaat naar lever en zorgt voor IGF1 productie > acromegalie
  • LH/FSH reguleert testosteron, spermatogenese, oestradiol en progesteron productie
  • TSH: zorgt voor teveel T4 productie > hyperthyreoidie = TSH-oma
  • prolactine: kan toenemen door verdrukking hypofyse
18
Q

prolactinoom

A

remming van dopamine valt weg > osteoporose, galactorrhoe, verminderde vruchtbaarheid, libidodaling en hoofdpijn

19
Q

Wat doet een hoge prolactineconcentratie?

A

Remt de afgifte van gonadotropinen LH en FSH > minder vruchtbaar (bij borstvoeding)

20
Q

Galactorroe

A

geeft een conditie aan waarin melk wordt geproduceerd, is altijd pathologisch behalve na zwangerschap

21
Q

Waardoor kan teveel prolactine veroorzaakt worden?

A

prolactinoom, NFA; door verdrukking hypofysesteel waardoor dopamine de lactotrope cellen niet kan bereiken en dus niet kan remmen

22
Q

Wat kun je geven bij teveel prolactine?

A

dopamine agonisten

23
Q

Waardoor kan teveel prolactine veroorzaakt worden?

A

prolactinoom, NFA; door verdrukking hypofysesteel waardoor dopamine de lactotrope cellen niet kan bereiken en dus niet kan remmen
- prolactine <15 keer de normaalwaarde

24
Q

Wat doe je als er >15 keer de normaalwaarde van prolactine wordt gevonden?

A

macroprolactinoom: MRI maken, gezichtsveldonderzoek en onderzoek naar andere functies hypofyse

25
Q

Wat doe je bij een macroprolactinooM?

A

dopaminerge therapie > grootte tumor neemt af

26
Q

primaire behandeling Cushing

A

chirurgie

27
Q

acromegalie

A

GH patroon is chaotisch
- IGF1 als diagnosticum

28
Q

hoge GH concentratie

A

lever maakt meer IGF-1

29
Q

Wanneer kan je geen acromegalie hebben?

A

normale GH en geen hoog IGF1

30
Q

gigantisme

A

groeihormoon heeft nog effect op groeischijven voor pubertijd, deze sluiten pas bij activatie gonaden-as

31
Q

klachten acromegalie

A
  • hoofdpijn door relatief grote tumor
  • excessief transpireren: vettig zweet
  • gewrichtsklachten
  • moeheid
  • tintelingen
  • carpaal tunnel syndroom
  • opgezwollen lichaamsdelen doordat GH zorgt voor waterretentie
32
Q

Diagnose acromegalie

A

door IGF1 bepaling in bloed of oGTT icm meten GH
- GH zal bij acromegalie niet dalen

33
Q

behandeling

A

somatostatine injecties (remt GHRH)

34
Q

somatostatine

A

zorgt overal, behalve in hersenen, voor verlaging hormonen

35
Q

somatostatine analogen

A

grootte tumor neemt in jaar ong 60% af, verlaagt [GH], verlaagt insuline, verlaagt glucose > IGF1 daalt en IGFBP1 stijgt
- lever wordt meer GH resistent door lage insuline > IGF1 wordt normaal

36
Q

Wat zegt de [IGF1]

A

alleen iets over de lever

37
Q

Pegvisomant

A

competitieve groeihormoon receptor antagonist
- remt GH receptoren overal in lichaam
- duur en remt groei tumor niet

38
Q

PegV en somatostatine combi

A

minder PegV nodig > minder GH receptoren en minder GH, klachten verminderen snel