Risicofactoren osteoporose Flashcards

1
Q

osteoporose

A

afwijking hele skelet, gekenmerkt door verlaging botmassa en verlies in onderlinge samenhang van botbalkjes > verhoogde kans op fractuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

gevolgen wervelfractuur

A
  • acute en chronische pijn
  • kyphose
  • lengteverlies
  • afname beweeglijkheid
  • uitpuilen buik, reflux
  • kortademigheid
  • depressie
  • verlies onafhankelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

risicofactoren

A
  • leeftijd
  • geslacht
  • botmineraaldichtheid
  • prevalente fractuur
  • positieve familieanamnese
  • gewicht/lengte
  • corticosteroid gebruik
  • immobiliteit
  • vallen

en meer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

RANKL postmenopauzaal

A

Verminderde oestrogeenspiegels leiden tot toename RANKL > oestrogeen zorgt dus voor onderdrukking RANKL secretie van osteoblast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom hebben mannen een lagere fractuur indicentie dan vrouwen?

A

korter leven, hogere piekbotmassa, ander patroon leeftijds-gerelateerd botverlies en geen menopauze
- vaker osteoporose door secundaire factoren
- kans op overlijden na heup bij mannen groter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarmee is afname van BMD geassocieerd?

A

toegenomen fractuurrisico

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat voor invloed hebben glucocorticosteroiden op osteoporose?

A

remmen botaanmaak door versterkte apoptose osteoblasten en osteocyten, negatief effect op calciumbalans en spierkracht, remmen de gonadotropinen secretie, verminderen testosteronproductie en negatief effect ovaria, remmen Ca opname > hypocalcurie, PTH verhoogd of normaal

spier neemt af > druk op skelet verlaagd > minder botvorming en meer resorptie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Aanvullend onderzoek naar fractuur risico bij:

A
  1. personen >50 jaar met een recent fractuur (<2 jaar)
  2. personen die behandeld worden met glucocorticoid
  3. personen met risicofactoren voor een fractuur, zonder fractuur en glucocorticosteroiden boven de 60 jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

personen >50 jaar met recente fractuur

A
  • DXA en VFA
  • lab
  • valrisico bepalen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

personen >50 jaar lab

A

bezinking, calcium, albumine, creat, TSH, vit D, alkalisch fosfatase
- <70 ook testosteron
- op indicatie eiwitspectrum, coeliakie, PTH, 24 uur urine Ca en creat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

personen met glucocorticoid behandeling

A

indien dosis prednison 2,5 mg of groter en ouder dan 40 jaar
- DXA en VFA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

beperkingen FRAX

A

corrigeert niet voor wervelfracturen, dosis en duur steroid gebruik, valevents, geen drempelwaarde nog

wel goed voor risico communicatie met patient

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly