10e Uitbreiding Flashcards
(177 cards)
over (fig) (over politiek redetwisten)
acerca de (discuitir acerca de política)
overjas; beschutting
el abrigo
werkzaamheid, activiteit
la actividad
bewonderen
admirar
neiging, liefhebberij, liefde
la afición
opening, gat
el agujero
vrolijkheid
la alegría
huur
el aquiler
beide(n)
ambos/ambas
ring
el anillo
parkeren
aparcar (c/qu)
geschikt
apto, -a
rijst
el arroz
verbazen, verbijsteren
asombrar
toeschrijven (aan); toebedelen
atribuir (a) (y)
onderzoeken; te weten komen
averiguar (gu/gü)
bank; bankgebouw
el banco
drank
la bebida
wit / blanke; doelwit
blanco, -a / el blanco
goedheid
la bondad
ruw; dom; onbeschoft / domoor; onbeschofte kerel
bruto, -a / el bruto
einde; kaap
el cabo
verwarmen
calentar (ie)
verzwijgen / zwijgen
callar