Celbeschadiging en celdood Flashcards

1
Q

oorzaken celbeschadiging

A

langdurig zuurstofgebrek, mechanische schade, stralingsschade, chemicaliën, infecties, genetische defecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

irreversibele schade

A

leidt tot necrose of apoptose, zwelling en ribosomen laten los van ER, nucleaire DNA gaat condenseren en mito gaat nog meer zwellen, lysosomen kapot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waar hangt de ernst van de celschade vanaf

A

stress, waaraan de cel wordt blootgesteld; schade afhankelijk van aard, duur en intensiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

matige stress

A

reversibele schade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

langdurige stress

A

reversibele schade zal overgaan tot irreversibele schade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

proces cel schade

A
  1. zwellen van de cel: cytoskelet raakt los van membraan > celkern begint te klonteren (reversibele stap)
  2. bij irreversibel neemt de zwelling nog meer toe en zwellen organellen ook > verdere klontering > DNA condenseert > celinhoud komt vrij
  3. Andere cellen beschadigen ook en afweercellen gaan er naar toe > ontstekingsreactie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

proces cel schade

A
  1. zwellen van de cel: cytoskelet raakt los van membraan > celkern begint te klonteren (reversibele stap)
  2. bij irreversibel neemt de zwelling nog meer toe en zwellen organellen ook > verdere klontering > DNA condenseert > celinhoud komt vrij
  3. Andere cellen beschadigen ook en afweercellen gaan er naar toe > ontstekingsreactie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

triggers die leiden tot celdood

A
  • stapeling van verkeerd gevouwen eiwitten (apoptose)
  • schade aan cytoskelet > schade celmembraan
  • directe beschadiging celmembraan
  • schade lysosomaal cytoskelet > enzymen komen vrij > schade
  • membranen van mito aangedaan > geen ATP productie
    Allemaal necrose behalve 1e
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

zuurstof gebrek hartspier

A
  1. daling ATP
  2. veranderen iongradiënten
  3. daling eiwitsynthese
  4. beschadiging plasmamembraan
  5. beschadiging intracellulair membraan
  6. massale calcium influx (draagt bij aan point of no return)
  7. cellysis/necose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

zuurstof gebrek hartspier

A
  1. daling ATP
  2. veranderen iongradiënten
  3. daling eiwitsynthese
  4. beschadiging plasmamembraan
  5. beschadiging intracellulair membraan
  6. massale calcium influx (draagt bij aan point of no return)
  7. cellysis/necose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar treedt als eerst celdood op bij myocardinfarct?

A

In het gebied dat ver verwijderd is van de coronair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

necrose door zuurstoftekort

A

vochtophoping en eiwitdenaturatie kan optreden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

coagulatieve necrose

A

verzuring (anaerobe glyco) leidt tot eiwitdenaturatie, structuur blijft behouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

vervloeiende/liquefactie necrose (pusvorming)

A

eiwitafbraak gebeurt vanuit binnenuit. In het necrotische gebied ontstaat er oedeemvorming > na 2/3 dagen veel lymfocyten en na een week zijn meeste spiervezels verdwenen > ruimte opgevuld door collageen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

gangreneuze necrose

A

bij ledematen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

verkazende necrose

A

bij tuberculose

15
Q

vet necrose

A

saponificatie, vaak in buikholte door pancreas

16
Q

fibrinoide necrose

A

bloedvaten, bijv auto-immuunziekten

17
Q

biomarkers schade aan hart

A

troponine: goede marker voor 1-6 dagen na infarct
myoglobine en FABP: snel te meten na infarct doordat ze kleiner zijn dan troponine en CPK, minder specifiek
CPK: tot 2 dagen na infarct te vinden
FABP, komt na 1-24 uur vrij

18
Q

apoptose

A

plasmamembraan blijft intact, apoptotic bodies afgesplitst omgeven door membraan, geen schade aan omliggend weefsel en ook geen ontstekingscellen die erop af komen

19
Q

myocard

A

naast necrose ook apoptose, verhinderen de schade van levende myocyten door necrotische cellen
- hypertrofie en kerndeling in myocyten

20
Q

fysiologische apoptose

A

embryogenese: morfogenese, ontwikkeling neurale netwerk, self-tolerance in immunologie
volwassen: menstruatie, afstoting darmcellen, afstervende huidcellen

21
Q

pathologische apoptose

A

DNA schade door ioniserende schade of zuurstofradicalen, ophoping fout gevouwen eiwitten, leukocyt gemedieerde celdood (virusinfectie)

22
Q

cellulaire aanpassingen in hartspier na infarct

A

hypertrofie (celvolume neemt toe), hyperplasie (toename can celaantal door proliferatie), klein beetje metaplasie

23
Q

NETose

A

extrusie van DNA door neutrofielen en andere leukocyten
1. DNA wordt bedekt met bactericide stoffen
2. DNA wordt uigespuugd als een soort netje en kan hierbij bacteriën immobiliseren of doden
- Kan zorgen voor schade aan eigen cellen en ontstekingsreactie