ZO3. Autonome zenuwstelsel: de controlekamer

Question 1

afferente sensorische info uit de aortaboog en halsslagader

Answer 1

via de n. vagus en n. glossopharyngeus naar nucleus tractus solitarius > nucleus dorsalis motorius van n.vagus > efferente banen terug naar hart

Question 2

baroreceptoren

Answer 2

aortaboog en halsslagader; mechanoreceptoren > rek in arteriele wand
- fasisch eerst en daarna tonisch
- in a. carotis gevoeliger, want bloedtoevoer naar hersenen moet constant blijven

Question 3

vasomotor centrum

Answer 3

hart en bloedvaten, oiv hoger gelegen hersengebieden

Question 4

limbisch systeem

Answer 4

speelt vooral een rol bij emoties

Question 5

hypothalamus

Answer 5

complex, zowel endocrien als neuronale regulatie, ontvangt info uit verschillende corticale gebieden en limbisch systeem

Question 6

welke corticale gebieden spelen een rol bij plannen van activiteiten

Answer 6

orbito-frontale schors, motorische cortex, voorste temporale schors

Question 7

belang AZS bij congestief hartfalen

Answer 7

aandoening waarbij het hart niet voldoende bloed kan rondpompen > druk in hartholten en vaatstelsel neemt toe > vocht vasthouden

Question 8

ontwikkeling hartfalen

Answer 8

meestal langzaam als gevolg van beschadiging of overbelasting

Question 9

congestief hartfalen

Answer 9

cardiac output omlaag > activiteit baroreceptoren minder
- vasomotor centrum doet symp activiteit omhoog > constrictie > hart gaat overcompenseren, zorgt op langer termijn voor ernstige schade
- betablokkers: HF en contractiliteit omlaag
- ACE inhibitors: remmen productie angiotensine II