ZO5. Pathologie van ischemie Flashcards

1
Q

ischemie

A

doorbloeding die onvoldoende is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

langdurige ischemie

A

onherstelbare schade waardoor de cellen afsterven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

occulsie

A

totale verstopping

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

stenose

A

geleidelijke vernauwing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

atherosclerose

A

binnendiameter van bloedvat neemt af > vernauwing
- pas hemodynamische verandering wanneer er sprake is van >50% reductie van inwendige vaatdiameter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

chronische dilatatie

A

vaten zijn niet in staat om bij inspanning nog meer te verwijden > tekort O2 > anaeroob metabolisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

anaeroob metabolisme

A

ATP niveau in cel omlaag > totale ATP concentratie omlaag > Na/K en Na/Ca pomp functioneren minder goed > Na en Ca influx groter dan efflux > concentraties in cel stijgen > osmotische waarde verhoogd > osmose > cel zwelt op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

direct gevolg ischemie

A

metabolisme vindt anaeroob plaats en weefsel is niet meer in staat functie goed uit te voeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

celzwelling

A

eerste tekenen van celbeschadigingen en wordt veroorzaakt door influx van water door osmose, als celmembraan is aangetast van irreversibele beschadiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe snel irreversibele weefselschade optreedt hangt af van de volgende factoren

A

volledige/gedeeltelijke afsluiting, aanwezigheid van mogelijkheid tot alternatieve bloedtoevoer, acute/geleidelijke afsluiting, gevoeligheid zuurstoftekort en duur zuurstoftekort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hersenweefsel

A

irreversibele schade <30 min door hoge metabole activiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hartspier

A

irreversibele schade <30 min door hoge metabole activiteit en weinig collateralen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

bindweefselcellen

A

irreversibele schade >1 uur door lage metabole activiteit en intrinsieke eigenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hand en onderarmspieren

A

irreversibele schade >2 uur door veel collateralen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

omvang en verloop infarct bepalen

A

bloedonderzoek
- infarct: CPK-MP en troponine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

3 belangrijkste adaptiemechanismen

A

vaatnieuwvorming, ischemische preconditionering, hypertrofie

17
Q

vaatnieuwvorming

A

metabolieten en groeifactoren komen vrij tijdens een geleidelijke ischemie en stimuleren de vorming van nieuwe bloedvaten die een omleiding vormen

18
Q

ischemische preconditionering

A

na een kortdurende ischemie komen stoffen vrij die het weefsel bij een volgende ischemie beschermen tegen schade

19
Q

hypertrofie

A

na irreversibele schade nemen de andere cellen toe in volume om de beschadigde cellen te compenseren. Bij hyperplasie vormen de overlevende cellen nieuwe cellen.