EXTRA VAN BOEK HC10

Question 1

Spillover effects (overloopeffecten)

Answer 1

Werkende ouders zijn ook onderhevig aan overloopeffecten = positieve of negatieve effecten van gebeurtenissen op het werk op het gezinsleven en effecten van gebeurtenissen thuis op het werk.
bv: Nadat ouders een stressvolle dag op het werk hebben gehad, hebben ze de neiging om zich terug te trekken van hun partner en kinderen en boos en prikkelbaar te worden als ze worden geprovoceerd. MAAR Daarentegen kan een lonende, stimulerende baan positieve effecten hebben op de interacties van een ouder binnen het gezin.

Question 2

Grootouderschapsstijlen

Answer 2

1. Remote (afgelegen) = (29% van steekproef) symbolische figuren die slechts af en toe door hun kleinkinderen werden gezien. Vooral omdat ze geografisch ver weg waren, waren ze ook emotioneel ver weg.
2. Companionate (kameraadschappelijk) = meest voorkomende stijl van grootouderschap (55% van steekproef). Gezellige grootouders zagen hun kleinkinderen vaak en vonden het leuk om dingen met hen te doen. Ze speelden slechts zelden een ouderrol en vonden dat prettig. Zoals een begeleidende grootouder het verwoordde: “Ik ben blij om ze te zien als ze komen en ik ben blij om ze te zien gaan”.
3. Involved (betrokken) = 16% van grootouders nam een ouderachtige rol aan. Net als kameraadschappelijke grootouders zagen ze hun kleinkinderen vaak en waren ze speels met hen, maar anders dan kameraadschappelijke grootouders hielpen ze vaak met de zorg voor de kinderen, gaven ze advies en speelden ze andere praktische rollen in het leven van hun kleinkinderen. Sommige betrokken grootouders woonden bij hun kleinkinderen in en fungeerden als vervangende ouders omdat hun dochters of zonen niet zelf voor de kinderen konden zorgen. Tegenwoordig zijn er steeds meer grootouders, vooral in Afro-Amerikaanse en Latijns-Amerikaanse gezinnen, zijn de primaire ouderfiguren voor hun kleinkinderen.

Question 3

reversal (rolomkering)

Answer 3

Oudere gezinnen ervaren meestal niet wat rolomkering wordt genoemd, waarbij de ouder het kind wordt en het kind de verzorger. Alleen wanneer ouders een hoge leeftijd bereiken en ernstige fysieke of mentale problemen ontwikkelen, komt de ouder-kindrelatie soms zo scheef te staan en meestal is dat maar van korte duur.

Question 4

kinkeepers

Answer 4

Volgens traditionele rolpatronen moeten vrouwen de familieverzorgsters van de familie - degenen die familieleden met elkaar in contact houden en familieproblemen afhandelen wanneer ze ontstaan

Question 5

caregiver burden

Answer 5

(zorgverlenerslast) = psychologisch leed geassocieerd met de eisen van de zorg voor iemand met lichamelijke of cognitieve beperkingen

Question 6

Cohabitation

Answer 6

Samenwonen met een romantisch partner zonder getrouwd te zijn

Question 7

Ongehuwde mensen wonen om verschillende redenen samen:

Answer 7

• Convenience (gemak): Ze hebben een romantische relatie en willen een betaalbare woonregeling of zijn het pendelen beu om samen te zijn.
• Trial marriage (proefhuwelijk): Ze wonen samen om uit te zoeken of ze compatibel genoeg zijn om te trouwen.
• Alternatief voor het huwelijk: Ze hebben geen intentie om te trouwen. Sommigen verwerpen het concept van het huwelijk. Sommigen zijn oudere volwassenen die gezelschap willen, maar hun financiële situatie niet in gevaar willen brengen of hun kinderen niet overstuur willen maken door te hertrouwen (Brown, Bulanda, & Lee, 2012; Connidis, 2010). Sommige van deze oudere volwassenen besluiten in plaats daarvan om “apart te gaan wonen”, met behoud van hun eigen huishouden maar met enige regelmaat bij elkaar thuis.