HC 10 --> Sociale ontwikkeling 2 Flashcards

(52 cards)

1
Q

Langdurige romantische relaties

Partnerselectie

A

‘Soort zoekt soort’ of ‘Tegenpolen trekken elkaar aan’?
1. Gelijkenis (homogamie)
2. Complementariteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Partnerselectie

Filtertheorieën

A
  1. Gelijkenissen in fysiek voorkomen, ras of etniciteit, opleiding, sociaaleconomische status en religie vormen basis voor afspraakjes
  2. Gelijkenissen in innerlijke kwaliteiten → Meer openheid over zichzelf, zoeken naar gelijkenissen in waarden, attitudes, overtuigingen en persoonlijkheidskenmerken.
    Indien compatibel → relatie kan standhouden
  • Invloed van persoonlijkheidskenmerken, zoals emotionele stabiliteit en verdraagzaamheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Sternberg’s Driehoekstheorie van de liefde

A

Drie componenten van volwassen liefdesrelaties
1. Passie (aantrekkingskracht, seksuele opwinding)
2. Intimiteit (warmte, gevoelens van nabijheid)
3. Commitment (besluit dat je van iemand houdt en de liefde in stand wilt houden -> huwelijk; exclusieve, levenslange samenwoonrelatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

7 typen van de liefde in Sternberg´s driehoek

Liking

A

Alleen intimiteit

(Vriendschap)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verandering in relatie

A

passie → intimiteit → commitment
Passie en intimiteit behouden vergt inspanning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

7 typen van de liefde in Sternberg´s driehoek

Romantic love

A

Intimiteit + passie

(Romantische liefde)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

7 typen van de liefde in Sternberg´s driehoek

Infatuation

A

Alleen passie

(Verliefdheid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

7 typen van de liefde in Sternberg´s driehoek

Empty love

A

Alleen commitment

(Lege liefde)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

7 typen van de liefde in Sternberg´s driehoek

Companionate love

A

Intimiteit + commitment

(Gezelschapsliefde)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

7 typen van de liefde in Sternberg´s driehoek

Fatuous love

A

Passie + commitment

(Dwaze liefde)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

7 typen van de liefde in Sternberg´s driehoek

Consummate love

A

Intimiteit + passie + commitment

(Volmaakte liefde)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hechting in de volwassenheid

VEILIG (SECURE)

A

positief model van jezelf, positief model van anderen
* Geschiedenis van veilige hechting
* Gezonde balans tussen hechting en autonomie; vrijheid om te exploreren
* Lage angst, lage vermijding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hechting in de volwassenheid

AFWIJZEND (DISMISSING)

A

positief model van jezelf, negatief model van anderen
* Geschiedenis van vermijdende hechting
* Sluit zich af van emoties; Verdedigt zich tegen kwetsing door intimiteit te vermijden;
* Bagatelliseert het belang van relaties; Is “dwangmatig zelfredzaam”
* Lage angst, hoge vermijding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hechting in de volwassenheid

GEPREOCCUPEERD (PREOCCUPIED)

A

negatief model van jezelf, positief model van anderen

  • Geschiedenis van afwerend/ambivalente hechting
  • Verlangt wanhopig naar liefde om zich als persoon waardevol te voelen; Maakt zich zorgen over verlating;
  • Uit angst en boosheid openlijk
  • Hoge angst, lage vermijding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hechting in de volwassenheid

ANGSTIG-VERMIJDEND (FEARFUL)

A

negatief model van jezelf, negatief model van anderen

  • Geschiedenis van gedesorganiseerde–gedesoriënteerde hechting
  • Heeft behoefte aan relaties, maar twijfelt aan eigen waarde en vreest intimiteit; Mist een samenhangende strategie om hechtingsbehoeften te vervullen
  • Hoge angst, hoge vermijding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Invloed van hechting op romantische relaties - Veilig

A

positieve emoties, langere relaties, kunnen problemen goed discussiëren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Invloed van hechting op romantische relaties - Afwijzend

A

(vermijdende hechting): angst voor intimiteit, zich afsluiten, gevoelens afremmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Invloed van hechting op romantische relaties - Gepreoccupeerd

A

(afwerend/ambivalente hechting): geobsedeerd en jaloers, emotioneel tijdens conflicten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hechting in de volwassenheid

A

Interne werkmodellen worden gevormd door vroege ouder-kind relaties, maar beïnvloedt door de kwaliteit van latere relaties (sensitieve partners kunnen het verschil maken!)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Maakt het huwelijk mensen gelukkig?

A
  • Robuust bewijs: huwelijk is gerelateerd aan betere gezondheid en subjectief welzijn
    –> Sterkere effecten voor mannen dan voor vrouwen
  • Maar: voordelen van het huwelijk gelden voor gelukkige huwelijken
  • En ook: Geen verschillen in geluk bij getrouwde vs. langdurig samenwonende koppels in midlife
    → Huwelijkskwaliteit!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Huwelijkstevredenheid en gezinsveranderingen

A

Begin van ouderschap huwelijkstevredenheid omlaag, als kinderen het huis verlaten weer omhoog

15
Q

Het belangrijkste echtelijke pad: Bergafwaarts en dan omhoog

A
  • Het huwelijk begint met hoge verwachtingen, waarna ontgoocheling optreedt
  • Geluk is op zijn hoogtepunt tijdens de wittebroodsweken (“honeymoon”)
  • De tevredenheid vertoont snel een dalende lijn en neemt vervolgens langzamer af en bereikt rond het zevende jaar een dieptepunt.
  • Positieve verandering treedt op wanneer kinderen het huis verlaten
  • Toch zijn de meeste koppels veel meer tevreden dan ontevreden met hun huwelijk, zelfs na de “wittebroodsweken”-fase → nog steeds gelukkig, maar een realistischer beeld
16
Q

Na hoeveel jaar huwelijk is de kans op echtscheiding het grootst?

A

7 jaar, boek zegt 4

16
Q

Het huwelijk is niet langer een vaste “instelling”

De-institutionalisering

A

Afname van het huwelijk en opkomst van alternatieve gezinsvormen tijdens het laatste trimester van de 20ste eeuw

  • Bevallingen buiten het huwelijk hoger
  • Waarschijnlijkheid dat het huwelijk eindigt in scheiding hoger
  • Percentage getrouwde stellen lager
  • Kinderen die bij één ouder wonen hoger
  • Mensen die alleen wonen hoger
17
Echtscheiding - **positieve veranderingen**
- Toename van emotionele groei en gevoelens van zelfredzaamheid - Opluchting voor sommigen die ongelukkig waren
18
Echtscheiding - Onderzoek van Amato & Hohmann-Marriott (2007)
* Echtscheiding na **slecht huwelijk**: **Toename van geluk** * Echtscheiding na **goed huwelijk**: **Afname van geluk**
18
Echtscheiding - **negatieve veranderingen**
Scheiding kan negatieve veranderingen veroorzaken: verhuizing, huishoudelijke last, juridische rompslomp... * Terugtrekking van ouder (vaak vaders) door gebrek aan contact of het niet betalen van alimentatie * Problemen met discipline of gebrek aan band met kinderen
19
Niet trouwen: dat wordt steeds normaler
Het is gebruikelijker om eerst een tijdje samen te wonen voordat men trouwt of om door te gaan als ongehuwd stel dat samenwoont → groter aandeel 35-jarigen dat ongehuwd samenwoont. - Sociale verwachtingen zijn veranderd in het **sociale klokmodel**
19
Huwelijk is niet langer een vast “instituut” - vrouwen
Vrouwen die gaan trouwen of een geregistreerd partnerschap aangaan **met de tijd steeds minder** Baltes: ingebed in de geschiedenis en gecontextualiseerd (history graded)
20
Waarom niet trouwen?
Trouwen voegt niks toe
21
Diverse levensstijlen – niet-heterosexueel huwelijk
* In NL: homohuwelijk gelegaliseerd in 2001 * In VS: 2015 (in alle 50 staten) * In Duitsland: 2017 * **Stigma, vooroordelen, discriminatie** nog steeds wijdverbreid Kenmerken: * Zeer vergelijkbaar met het heteroseksuele huwelijk * Balans van **romantische liefde, genegenheid, autonomie en gelijkheid** die voor beide partners aanvaardbaar is * **Kinderen** (door adoptie of eerdere relaties) * Maar: **Flexibeler in rollenpatronen**, **hogere gemiddelde relatiekwaliteit**
22
Diverse levensstijlen - Alleenstaand
* In 2009: van de 25-34-jarigen in de VS evenveel alleenstaanden als gehuwden (46% vs. 45%) --> Stijging samenwonen en uitstellen huwelijk * Stereotypen: swingende single versus wanhopig eenzaam, suïcidaal * Inderdaad: diversiteit, verschillende redenen om single te zijn (bijv. uitverkoren vs. niet uitverkoren) * Vaak diepe banden met broers/zussen, vrienden, jongere volwassenen
23
Diverse levensstijlen - Alleenstaand, uitdagingen en voordelen
* Uitdagingen: het aangaan van intieme relaties, eenzaamheid, op het huwelijk gerichte maatschappij, sociale & financiële vooroordelen * Voordelen: meer tijd voor levensbeslissingen, autonome beslissingen, tijd om persoonlijke bronnen te ontwikkelen, plaatsen en dingen te verkennen, privacy * Oudere volwassenen die nooit getrouwd zijn: kunnen gemakkelijker omgaan met eenzaamheid op oudere leeftijd Amerikaans onderzoek (2012) * 39% van de alleenstaanden onzeker over trouwen * 34% wil trouwen * 27% wil niet trouwen
24
Uitdagingen voor nieuwe ouders
* Veranderingen in hormonen, neurobiologie * Fysieke gezondheid * Zelfbeeld, identiteit * Emotionele welzijn * Relaties * Sociale netwerken * Uitputting, depressie, angst, huwelijksconflicten, emotionele labiliteit, sociaal isolement, schuldgevoelens, slaapgebrek * De kloof tussen de voorstelling van het ouderschap in de media en de realiteit
25
Welke uitdagingen zijn verbonden aan het ouderschap? - **Relatiebedreigingen**
* Minder tijd voor **intimiteit**: Tijd wordt geïnvesteerd in kinderen, huishouden, werk * **Taakverdeling**: Vrouwen worden vaker gedwongen in gender-typische rollen, moeten carrière inkorten
26
Mentale gezondheid in nieuwe ouders
* 17% van nieuwe moeders ontwikkelen postnatale depressie * Grote globale verschillen (6% in Denemarken tot 61% in Afghanistan) Risicofactoren o.a.: * Opleiding * Inkomen * Stress (financieel, levensgebeurtenissen) * Complicaties bij geboorte * Sociale steun/netwerk * Perinatale mentale gezondheid * Geplande zwangerschap * Geweld
27
Verdeling van het werk
Percentage mensen met deeltijdwerk → Nederland is Europees kampioen deeltijdwerk
28
Maar, sommige rolpatronen blijven...
* Hoewel vaders steeds meer betrokken zijn in hands-on activiteiten met kinderen, is hun betrokkenheid nog steeds voornamelijk gericht op **spelactiviteiten** (ruw spel zoals stoeien) * Vrouwen **zorgen** meer dan twee keer zoveel voor de opvang van kinderen dan mannen * Aanzienlijke variabiliteit in de betrokkenheid van de vader (hangt samen met de **rolopvatting & werklast** van de vrouw) * Basiszorg: voeden, luiers verschonen of zorgen voor dagelijkse hygiëne * Leren: helpen, onderwijzen en leren Alhoewel vrouwen meer werken, is tijd voor kinderzorg niet veranderd → dubbele last voor vrouwen!
29
Het ouderschap omvat groei en verlies
* Ouderschap is een grote transitie in de volwassenheid, dat wordt gekenmerkt door **groei en verlies** * Ouders gebruiken compensatie processen om de impact van verlies te minimeren (**SOC-model**) * Voorbeeld: minder capaciteiten (bijv. minder slaap/tijd) wordt gecompenseerd met reprioritiseren (bijv. vroeger naar bed, minder afspreken) of activiteiten combineren (bijv. achter bureau lunchen)
29
Het ouderschap en het brein
* De transitie naar ouderschap leidt tot afname in cognitieve functies en hersenvolume tijdens de zwangerschap (die min 2 jaar aanhouden) * Veranderingen in het hersenvolume was positief gerelateerd aan gehechtheid van de moeder na de bevalling → Adaptieve **specialisatie** waarbij hersenfuncties die te maken hebben met de binding tussen moeder en kind prioriteit krijgen
29
De overgang naar ouderschap - **zelfvertrouwen**
Afname gevoel van eigenwaarde gerelateerd aan de geboorte Geen grote verschillen tussen eerste en tweede kind (als er verschillen zijn, lager voor het tweede kind)
29
De overgang naar het ouderschap – **Relatietevredenheid**
* Relatietevredenheid neemt toe voor de geboorte (**honeymoon-effect**) en neemt af na de geboorte en blijft daarna afnemen * Afname sterkst bij eerste kind * De tevredenheid over de relatie daalt nog verder na de geboorte van het tweede kind
29
Grootouderschap
* Eerste keer meestal tijdens middenvolwassenheid * Toename in levensduur --> 1900 vs. 2000: 4% vs. 40% van 10 jaar oude kinderen had vier levende grootouders * **Genderverschillen**: Grootmoeders meer contact met kleinkinderen dan grootvaders * **Culturele verschillen**: Mexicaans-Amerikaans = meer contact met kleinkind dan niet-Latino witte en Afrikaanse Amerikanen * **Verschillende betekenissen**: bron van biologische beloning en continuiteit, emotionele vervulling, of afstandelijke rol
29
# De overgang naar het ouderschap Longitudinale studies van relaties tussen koppels
* Ouderschap maakt koppels **minder intiem en gelukkig** * (Heteroseksueel) ouderschap heeft de neiging om tot meer **traditionele en conflictueuze** huwelijksrollen te leiden * **Grote variatie** in hoe koppels er mee omgaan * Een **goede relatie vooraf** is de sleutel tot een goede aanpassing op ouderschap
30
Welke uitdagingen zijn gerelateerd aan het ouderschap?
Onzekerheid vooral omdat (vermeende) sociale normen niet worden nageleefd: - Voed ik mijn kinderen op de juiste manier op? - Breng ik wel genoeg tijd door met mijn kinderen?
30
Die goede oude tijd?
Ouders brengen meer tijd door met hun kinderen dan vorige generaties → Slecht geweten is onnodig (we investeren meer in kinderen opvoeden dan ooit)
30
Sandwich generatie
* Mensen in de middelbare leeftijd zijn vaak betrokken bij de zorg voor- en ondersteuning van hun **kinderen** EN hun **ouders** * In 2012 heeft 47% van de volwassenen van middelbare leeftijd, die een kind opvoeden of ondersteunen, ook een ouder van 65+ * Subjectief welzijn van volwassenen van middelbare leeftijd hangt vaak samen met de perceptie of hun kinderen zich met succes hebben aangepast nadat ze het huis hebben verlaten
31
Positieve effecten van het ouderschap
* ouders zijn over het algemeen gelukkiger dan niet-ouders * ouders zijn gelukkiger als ze voor hun kinderen zorgen dan tijdens de rest van de dag Dit onderzoek kan zijn beïnvloed door: * selectiviteit van de steekproef (gelukkige ouders doen sneller mee) * sociale wenselijkheid (mensen willen niet graag toegeven wanneer ze iets niet leuk vinden)
31
Empty nest?
* Wanneer kind volwassen wordt → aanpassing voor ouders * Voor sommigen: **Empty nest syndroom** → Leidt tot een afname van huwelijkstevredenheid * Voor de meesten: toename van huwelijkstevredenheid, toename van kwaliteitsvolle tijd met partner * Maar, soms komen kinderen weer terug bij hun ouders wonen → **boomerang kids/Back-to-Bedroom** * Financiele en emotionele steun; Kan voor beiden een positieve ervaring zijn, maar ook... --> Voor ouders: verlies van privacy, conflicterende tijdschema‘s, relatie met partner wordt verstoord --> Voor kinderen: verlies van privacy en onafhankelijkheid, gevoel als klein kind behandeld te worden
32
Grootouderschap – veranderende profielen
* Toename in # kinderen die met ten minste één grootouder wonen --> Scheiding, tienerzwangerschappen, drugsgebruik door ouders * Full-time zorgende grootouders – verhoogd risico op gezondheidsproblemen, depressie en stress ivm part-time zorgende grootouders → Full-time zorgende grootouders behoren vaak tot minderheidsgroepen met laag inkomen, vaak niet getrouwd
33
34