HC 13 --> Ontwikkelingspsychopathologie (VORIG JAAR) Flashcards

(42 cards)

1
Q

Verschil tussen normale en abnormale ontwikkeling

A

drie brede criteria als uitgangspunt (vaag):
1. statistische afwijking (= valt het buiten het normale bereik)
2. aanpassing (= kan je je aanpassen, gevaar voor zelf of anderen)
3. persoonlijke distress (= veroorzaakt ongemak voor persoon zelf)

factoren gerelateerd aan cultuur en ontwikkeling moeten ook worden meegenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ontwikkelingspsychopathologie

A
  • studie over oorsprong en verloop van onaagepast gedrag
  • evaluatie van atypische ontwikkeling in relatie tot typische ontwikkeling

4 verschillende paden:
1. continuïteit van maladaptatie, leidt tot stoornis
2. initiële maladaptatie gevolgd door een positieve verandering (veerkracht)
3. continue positieve aanpassing
4. initiële positieve aanpassing gevolgd door een negatieve verandering in de richting van pathologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

vroege kindertijd

Autisme Spectrum Stoornis (ASS) symptomen

A

sociale en communicatieproblemen
* moeilijkheden met adequaat reageren op sociale signalen, met lezen van emoties

beperkte interesses en repetitief gedrag
* stereotype gedrag, uitgebreide rituelen en routines
gestrest wanneer de omgeving verandert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Sociale normen

A

verachtingen over hoe zich te gedragen in een sociale context
* bv gebrek aan oogcontact is normaal in sommige culturen vs autisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Leeftijdsnormen

A

verwachtingen over welk gedrag geschikt is voor de leeftijd
* denk theorie van Moffitt?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Diathese stress model (Ingram & Price)

A
  • psychopathologie: interactie tussen kwetsbaarheid en levensgebeurtenissen
    –> kwetsbaarheid: aanleg, fysiologie, cognities, persoonlijkheid
  • differential susceptibility hypothesis (Belsky & Pluess)
    –> kwetsbare mensen kunnen het meest profiteren van positieve en negatieve contexten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

vroege kindertijd

Autisme Spectrum Stoornis (ASS), oorzaken

A
  • NIET slecht ouderschap
  • genetische invloeden: geërfd van ouders of mutatie (door oudere vaders)
  • omgevingsinvloeden: virussen of chemicaliën, complicaties tijdens zwangerschap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

vroege kindertijd

Autisme Spectrum Stoornis (ASS) ontstaan

A

bgeint meestal in de vroege kindertijd (diagnose vanaf 4 jaar)
* meer dan gemiddelde gedesoriënteerde hechting
* 1 jaar: al gebrek aan normale interesse in en reactie op sociale stimuli
–> niet reageren als hij/zij wordt geroepen en problemen met oogcontact
* comorbiditeit: VB, taalstoornissen, ADHD, epilepsie, angststoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

vroege kindertijd

Autisme Spectrum Stoornis (ASS) als extreem van een continuüm van sociale responsitiviteit

A
  • verhoging in prevalentie: verhoogd bewustzijn, ruimere definitie
  • neurologische verklaringen voor ASS (mogelijk)
    –> vroege overgroei hersenen: hoger volume neuronen en connecties op vroege leeftijd
    –> minder connecties op latere leeftijd: connecties in sleutelgebieden voor sociale informatieverwerking zijn onderontwikkeld en verder verlies in adolescentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kindertijd (ADHD + depressie)

internaliserende vs extrenaliserende problemen

A
  • internaliserend gedrag: meer bij meisjes, neemt toe
  • externaliserend gedrag meer bij jongens, neemt af
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

vroege kindertijd

Depressie bij baby’s

A
  • baby’s kunnen enkele gedrags- en somatische symptomen van depressie vertonen
    –> verlies interesse in activiteiten, psychomotorische vertraging, gewichtsverlies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

vroege kindertijd

Autisme Spectrum Stoornis (ASS), behandeling

A
  • met ouder worden is er een verbetering in functioneren
  • richten op intensieve en zeer gestructureerde gedrags- en onderwijsprogramma’s
  • sociale vaardigheids training
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

vroege kindertijd

Depressie, redenen en risicofactoren

A
  • ervaring met misbruik of verwaarlozing
  • depressieve verzorgers en gedesorganiseerde hechting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kindertijd

ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder)

A
  • inattentie (moeite met aandacht, opletten)
  • hyperactiviteit en impulsitviteit
  • komt vaker voor bij jongens –> vaak ondergediagnostiseerd bij meisjes
  • comorbiditeit: gedragsstoornis, angststoornis, depressie
  • moeilijk temperament, onregelmatige voedings- en slaappatronen (vroege kindertijd)
  • blijft aanhouden tot in de volwassenheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kindertijd

ADHD mogelijke oorzaken

A
  • frontale cortex en problemen executieve functies (vooral inhibitie)
  • lagere niveaus van dopamine, noradrenaline
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kindertijd

ADHD behandeling

A
  • Medicijnen –> RItalin, adderall –> geneesmiddelen verhogen neurotransmitterniveaus tot normaal niveau
  • gedragstherapie: leren focussen, impulsiviteit beheersen
  • combinatie van beide is het meest effectief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kindertijd

Depressie kind

A
  • vanaf 3 jaar kan aan dezelfde DSM-criteria worden voldaan als bij volwassenen
  • comborbiditeit: angst, gedragsstoornis, ADHD
6
Q

Kindertijd

Depressie kenmerken

A
  • meer gedrags- en somatische symptomen, meer schaamte en schuldgevoelens
  • kunnen ook zelfmoordgedachtes hebben
  • overdracht van depressie vanaf kindertijd is niet zo sterk
7
Q

Kindertijd

Depressie behandeling

A

CGT, ouder-kind interactietherapie, antidepressiva

8
Q

Adolescentie

Anorexia Nervosa

A
  • ondergewicht (< 85% of < 17 BMI)
  • angst om overgewicht te krijgen, neiging om dik te voelen
  • komt vaker voor bij meisjes
  • kan iedereen overkomen (alle SES, alle culturen, alle etnische groepen)
  • oorzaken: samenleving met dun-ideaal, diathese stress model
  • gevolgen: body-image problemen, laag gevoel van eigenwaarde
  • andere oorzaken: lage niveaus serotonine, perfectionisme, neuroticisme
8
Q

Adolescentie (eetstoornissen, middelenmisbruik en depressie)

A
  • meeste stoornissen beginnen in de adolescentie
  • 13-20% van kinderen tussen 3-17 jaar ervaart een psychische stoornis
  • omgevingsverklaringen: autonomie-ontwikkeling, identiteitsformatie, acceptatie
    biologische verklaringen: risicogedrag piekt (gevoelig voor beloning en weinig controle)
8
Q

Adolescentie

Binge eating disorder

A

Steeds terugkerende eetbuien

8
Q

Adolescentie

Boulimia Nervosa

A
  • ook wel binge-purge syndroom (veel eten en overgeven)
  • terugkerende episodes van vreetbuien en dan compensatiegedrag
9
Q

Adolescentie

Dodge et al. –> cascade model of substance use

A
  • begint met een kind dat risico’s neemt door moeilijk temperament
  • moeilijke gezinssituatie (armoede, stress middelenmisbruik)
  • blootgesteld aan harde opvoeding en conflicten
  • ontwikkelt gedragsproblemen (agressie)
  • afgewezen door leeftijdsgenoten en moelijkheden op school
  • ouders geven op om kind te controleren
  • kind behoort tot antisociale groepen die drugs en antisociaal gedrag promoten
9
# Adolescentie Cannabis gebruik (CG)
- vroeg begin en langdurig gebruik --> problemen met geheugen en executieve functies - verminderende intelligentie, slechter geheugen, slechtere aandacht, lager verbaal vermogen
9
# Middelenmisbruik, Adolescentie Duperrouzel et al.
- lagere besluitvorming en episodisch geheugen geassocieerd met hoger cannabis gebruik toename in cannabis gebruik voorspelde verslechtering geheugen, maar niet besluitvorming
9
# Adolescentie Alcohol
- meest gebruikt - mannen gebruiken meer, maar kloof wordt kleiner
9
# Adolescentie Depressie in adolescentie
- lijkt meer op depressie bij volwassenen - komt vaker voor bij meisjes (voorheen geen genderverschillen) verklaringen voor genderverschillen: - meisjes ervaren meer interpersoonlijke stressoren - meisjes zijn gevoeliger voor het effect van interpersoonlijke stressoren --> door andere emotieregulatie stategieën
9
# Adolescentie Middelenmisbruik
is een stoornis wanneer men het blijft gebruiken ondanks ne nadelige gevolgen
10
# Volwassenheid Depressie bij volwassenen
- gemiddeld gezien begint het rond de 20 jaar - oudere volwassenen zijn over het algemeen minder kwetsbaar voor depressie - onderscheid tussen dementie, depressie en normale aftakeling is lastig - symptomen: slapeloosheid, weinig energie, vermoeidheid, gewichtsverlies, cognitieve problemen
10
# Volwassenheid Dementie
- algemene term voor afname van mentaal vermogen dat dagelijk leven verstoord - tegenwoordig wordt term neurocognitieve stoornis gebruikt
10
# Volwassenheid Alzheimer's Disease
- meest voorkomende vorm van dementie - symptomen: slecht beoordelingsvermogen, onvermogen om met geld om te gaan, geen besef van tijd hebben, moeilijkheid bij gesprekken, spullen misplaatsen - progressieve ziekte (wordt alleen maar erger) - hersenveranderingen: verlies van neuroconnecties, dood neuronen, persoonlijkheidsverandering
10
# Volwassenheid Alzheimer risico- en beschermende factoren
Risicofactoren: leeftijd, geslacht (meer vrouwen), genen, lichamelijke aandoeningen, leefstijl beschermende factoren: hoge opleiding/SES, complex werk, groot sociaal netwerk, lichaamsbeweging, mediteraan dieet, koffie
10
# Volwassenheid Behandeling Alzheimer (50%)
- je kan **NIET** genezen van Alzheimer - doel: met symtpomen om kunnen gaan en kwaliteit van leven verhogen - antidementie geneesmiddelen: cholinesterase inhibitors, **memantine?** - preventie: biomarkers en brainimaging
10
# Volwassenheid, Andere vormen van dementie **Lewey?** body dementie
veroorzaakt door eiwitafzettingen in neuronen (Lewy body) --> motorproblemen (Parkinson), hallucinaties, aandachtsproblemen, slecht cognitief functioneren
10
# Volwassenheid, Andere vormen van dementie Vasculaire dementie
kleine herseninfarcten in de hersenen --> functioneren ligt aan locatie en ernst van de infarcten
10
# Volwassenheid, Andere vormen van dementie fronto temperal dementie
frontale en temporale lobes krimpen ook wel Pick's disease
10
# Volwassenheid, Andere vormen van dementie Parkinson's disease dementie
ook te maken met Lewy body --> later stadium
11
# Volwassenheid, Andere vormen van dementie Huntington's disease
door genetische afwijking
12
# Volwassenheid, Andere vormen van dementie alcohol gerelateerde dementie
door alcoholmisbruik ook wel Wernicke-Korsakoff's syndroom
13
# Volwassenheid, Andere vormen van dementie dementie door HIV-virus
AIDS
14
# Volwassenheid Belangrijk om onderscheid te maken
bij 10% kan de dementie worden teruggedraaid.