HC 2 --> ALLEEN DE THEORIEËN Flashcards

(25 cards)

1
Q

Erikson’s Psychosociale Ontwikkelingstheorie

0-1 (babytijd)

A

vertrouwen vs wantrouwen –> hoop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Erikson’s Psychosociale Ontwikkelingstheorie

1-3 (vroege kindertijd)

A

autonomie vs schaamte –> wil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Erikson’s Psychosociale Ontwikkelingstheorie

3-6 (speeltijd)

A

initiatief vs schuld –> doel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Erikson’s Psychosociale Ontwikkelingstheorie

6-12 (schoolleeftijd)

A

vlijt vs minderwaardigheid –> competentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Erikson’s Psychosociale Ontwikkelingstheorie

12-20 (adolescentie)

A

identiteit vs rolverwarring –> trouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Erikson’s Psychosociale Ontwikkelingstheorie

20-40 (vroege volwassenheid)

A

intimiteit vs isolatie –> liefde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Erikson’s Psychosociale Ontwikkelingstheorie

40-65 (middelbare volwassenheid)

A

generativiteit vs stagnatie –> zorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Erikson’s Psychosociale Ontwikkelingstheorie

65+ (late volwassenheid)

A

integriteit vs wanhoop –> wijsheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bronfenbrenner: ecologisch model

Microsysteem

A

directe omgeving
- Ouders, school, vriendjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bronfenbrenner: ecologisch model

Mesosysteem

A

relatie tussen micro-systemen
- Leraar praat met ouder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bronfenbrenner: ecologisch model

Exosysteem

A

indirecte omgeving
- Werkuren van ouders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bronfenbrenner: ecologisch model

Macrosysteem

A

bredere culturele context
- Opvoedingswaarden, wetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bronfenbrenner: ecologisch model

Chronosysteem

A

tijd-dimensie
- Verhuizing, maatschappelijke trends

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Piaget: Fasen van ontwikkeling

sensomotorische fase

A
  • (0-2)
  • sensorische en motorische vaardigheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Piaget: Fasen van ontwikkeling

pre-operationele fase

A
  • (2-7)
  • taal en mentale representaties
  • egocentrisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Piaget: Fasen van ontwikkeling

concreet operationele fase

A
  • (7-12)
  • logisch redeneren en categoriseren
  • conservatie van getallen en massa
17
Q

Piaget: Fasen van ontwikkeling

formeel operationele fase

A
  • (12+)
  • wetenschappelijk redeneren en hypothesen toetsen
18
Q

Freud

Id

19
Q

Freud

ego

A

= rationeel, bemiddelaar

20
Q

Freud

superego

A

= innerlijke normen

21
Q

De psychoseksuele theorie van Freud

Orale fase

A
  • (geboorte-1 jaar)
  • Libido is gericht op de mond als bron van plezier. Het verkrijgen van orale bevrediging van een moederfiguur is cruciaal voor de latere ontwikkeling.

Erikson = vertrouwen vs. wantrouwen

22
Q

De psychoseksuele theorie van Freud

Anale fase

A

Het libido is gericht op de anus en zindelijkheidstraining creëert conflicten tussen de biologische driften van het kind en de eisen van de maatschappij.

Erikson = Autonomie vs. schaamte

23
Q

De psychoseksuele theorie van Freud

Phallic fase

A

Libido concentreert zich op de genitaliën. Oplossing van het Oedipus- of Elektracomplex, waarbij het verlangen naar de ouder van het andere geslacht, resulteert in identificatie met de ouder van hetzelfde ouder en de ontwikkeling van de superego.

Erikson = initiatief vs schuld

24
Q

De psychoseksuele theorie van Freud

Latente fase

A

Het libido is rustig; psychische energie wordt geïnvesteerd in schoolwerk en spelen met vrienden van hetzelfde geslacht.

Erikson = vlijt vs minderwaardigheid

25
# De psychoseksuele theorie van Freud Genitale fase
De puberteit wekt de seksuele instincten weer op als jongeren volwassen seksuele relaties seksuele relaties aan te gaan en de biologische doel van voortplanting. Erikson - identiteit vs rolverwarring --> 12-20 (adolescentie) - intimiteit vs isolatie –> 20-40 (vroege volwassenheid) - generativiteit vs stagnatie –> 40-65 (middelbare volwassenheid) - integriteit vs wanhoop –> 65+ (late volwassenheid)