HC 7 --> Emotionele ontwikkeling Flashcards

(37 cards)

1
Q

Emoties

A

Gevoelstoestand, die wordt veroorzaakt door een gebeurtenis
Omvat meerdere elementen:
- Expressie (extern)
- Fysio-logische arousal (intern)
- Subjectieve evaluatie (intern)

bv: Liam geeft een fout antwoord in de klas. Zijn klasgenoten lachen hem uit.
- emotie: schaamte
- Expressie: sip gezicht
- Fysio-logische arousal: Hoger hartslag, zweten
- Subjectieve evaluatie: Ze denken waarschijnlijk dat ik dom ben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Emotie Regulatie

A
  • “Processen waarmee we beïnvloeden welke emoties we hebben, wanneer we ze hebben en hoe we ze ervaren en uiten”
  • Speelt een centrale rol in welzijn
  • Wordt complexer over de levensloop
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Process Model van Emotie Regulatie

A

Emotie regulatie kan worden toegepast op verschillende momenten

  1. Situatie selectie
    –> “Ik ga niet naar het tentamen (vermijden)”
  2. Situatie modificatie
    –> “Ik oefen extra veel voor het tentamen” (probleem oplossen)
    –> “Ik neem een knuffel mee ter ondersteuning” (situatie modificatie)
  3. Aandachtsrichting (attentional deployment)
    –> “Ik leid mezelf af door muziek te luisteren” (afleiding zoeken)
    –> “Ik denk constant aan het tentamen en hoe bang ik ben” (ruminatie)
  4. Cognitieve verandering
    –> “Ik accepter mijn gevoelens” (accepteren)
    –> “Het heeft geen consequenties voor mijn leven als ik faal” (herwaardering)
  5. Reactiemodulatie
    –> “Ik laat mijn angst niet aan andere zien” (onderdrukking)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Process Model van Emotie Regulatie

vermijden

A

Situatie selectie
“Ik ga niet naar het tentamen”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Process Model van Emotie Regulatie

probleem oplossen

A

Situatie modificatie
“Ik oefen extra veel voor het tentamen”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Process Model van Emotie Regulatie

situatie modificatie

A

“Ik neem een knuffel mee ter ondersteuning”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Process Model van Emotie Regulatie

afleiding zoeken

A

Aandachtsrichting (attentional deployment)
“Ik leid mezelf af door muziek te luisteren”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Process Model van Emotie Regulatie

ruminatie

A

Aandachtsrichting (attentional deployment)
“Ik denk constant aan het tentamen en hoe bang ik ben”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Process Model van Emotie Regulatie

accepteren

A

Cognitieve veranderingen
“Ik accepter mijn gevoelens”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

herwaardering

A

Cognitieve veranderingen
“Het heeft geen consequenties voor mijn leven als ik faal”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Process Model van Emotie Regulatie

onderdrukking

A

Reactiemodulatie
“Ik laat mijn angst niet aan andere zien”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Emotie Regulatie en psychopathologie

A

Maladaptieve strategiëen
- Ruminatie
- Onderdrukking
- Vermijding
→ Meer psychopathologie

Adaptieve strategieën
- Probleem-oplossend
- Herwaardering
- Acceptatie
→ Minder psychopathologie

  • Maar: Soms juist handig om gevoelens te onderdrukken → strategieën zijn niet inherent “goed” of “slecht” (hangt af van de context)
  • Huidig onderzoek focust op emotie regulatie flexibiliteit → dynamisch aanpassen van strategieën op de context
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De ontwikkeling van emoties bij baby’s

A
  • Emoties zijn waarneembaar in de eerste levensdagen
  • Worden complexer met leeftijd (afhankelijk van cognitieve ontwikkeling)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Emoties bij baby’s

A

Biologische basis, maar ook omgevingsinvloeden:
* Kinderen spiegelen emotionele uitingen van verzorger
* Moeders reageren selectief op de uitdrukkingen van hun baby’s: leren → baby’s worden getraind om vaker blije gezichten te tonen dan chagrijnige of verdrietige
→ Vroege socialisatie van emoties: verschillende vormen in verschillende culturen

Rond 9 maanden: sociale referencing
* Imitatie van de emoties van de ouders; referentiekader voor hoe zich te gedragen in nieuwe situaties

Emotionele communicatie: baby’s en jonge kinderen leren emoties te begrijpen en ze op gepaste wijze te uiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Emotieregulatie bij baby’s

A

Baby’s reguleren hun emoties vanaf het begin, maar gebruiken steeds complexere strategieën en reguleren steeds onafhankelijker naarmate ze ouder worden

0 – 12 maanden
* Enkele eenvoudige strategieën (bijv. wegdraaien of zuigen op fopspeen)
* Steun zoeken van verzorgers

18 - 24 maanden
* Proberen controle te krijgen over wat hen van streek maakt (bijv. andere kinderen duwen)
* Kan met frustraties omgaan, vaak door zichzelf af te leiden (afleiding zoeken)
* kunnen hun wenkbrauwen fronsen of hun lippen samenknijpen om hun woede of verdriet te onderdrukken (onderdrukking)

Einde 2e jaar [vermogen tot symbolisch denken en taal]
* Cognitieve regulatie van verdriet (bijv. door het herhalen van troostende woorden) → eerst vooral motorische, nu ook cognitieve strategieën

Leeftijd 3 tot 4 jaar [ontwikkeling van prefrontale cortex]
* Verbeteringen in emotieregulatie
* Betere regulatie negatieve emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Emoties in de kinderjaren

Verdere verbetering van emotionele competentie

A

Verdere verbetering van emotionele competentie:
* Concept van gemengde gevoelens (mixed emotions)
* Mentale tijdreizen (mental time-travel): anticiperen op en
terugroepen van cognitieve en emotionele aspecten van
gebeurtenissen, beter begrip van emoties
* Verbeterd vermogen om negatieve emotionele reacties te
onderdrukken of te verbergen (bijv. niet laten zien dat je
verdrietig bent aan ouders)

17
Q

Emoties in de kinderjaren

Complexer gebruik van emotieregulatiestrategieën

A

Complexer gebruik van emotieregulatiestrategieën
* Gebruik van zelfgeïnitieerde strategieën om gevoelens ergens anders op te richten
* Effectievere emotieregulatie door middel van cognitie (bijv. herwaardering)
* Ontwikkeling van een vermogen tot het ervaren van oprechte empathie, echt begrijpen hoe een ander zich voelt

Emotionele competentie belangrijke voorspeller van sociale competentie

18
Q

emotional display rules

A

Kinderen leren over regels voor emotioneel gedrag (emotional display rules)
* Kloof (+ bewustzijn) tussen innerlijke emoties en geuite emoties wordt groter
* Vereist begrip van emoties en regels voor emotionele uitingen + vaardigheden voor zelfbeheersing
* Cultuurverschillen in “emotie regels”
–> Individualistische culturen: Voorkeur voor zelfgerichte emoties, aanmoediging tot expressie
–> Collectivistische culturen: Voorkeur voor op anderen gerichte emoties (bijv. empathie)

19
Q

Meten van state-level van emoties, cognities, gedrag in het dagelijkse leven middels een app

A

Experience Sampling Methode (ESM):
* Meerdere keren per dag
* Voorbeeld: “Hoe blij voel je je nu?”

Dagboek studie (“daily diary”):
* Alleen één vragenlijst aan het einde van de dag, over de gehele dag
* Voorbeeld: “hoe blij voelde je je vandaag?”

  • Voordelen: lage recall bias, hoge ecologische validiteit, short-term dynamieken
  • Nadelen: hoge belasting voor proefpersonen, meting reactiviteit
20
Q

Emoties tijdens de adolescentie

A

Stereotype van de chagrijnige tiener (“moody teenager”)
* Meer negatieve emoties, minder positieve emoties (intensiteit)
* Meer extreme emoties en emotiefluctuaties (variabiliteit/dynamiek)

21
Q

Adolescentie – Emotie intensiteit studie

Maciejewski

A
  • Longitudinale studie (13 – 18 jaar)
  • 500 jongeren
  • Dagboeken 3 weken per jaar voor positieve en negatieve emoties

↓ positieve emoties, sterker afname voor meisjes
↑ negatieve emoties, zelfde ontwikkeling, maar meisjes scoren gemiddeld hoger

22
Q

Adolescentie – Emotie variabiliteit

A
  • Adolescenten laten meer extreme schommelingen zien dan kinderen en volwassenen
  • Van euforie tot diepe ongelukkigheid
23
Q

Adolescentie – Verklaringen voor veranderingen

A
  • Veel veranderingen in de adolescentie (positief én negatief; bijv. eerste romantische relaties, conflicten met ouders)
  • Ineffectieve emotieregulatie (→ executieve functies nog niet volledig ontwikkeld)
    Combinatie leidt tot meer negatieve en fluctuerende emoties
  • Maar: variabiliteit worden minder over de adolescentie → indicatie dat emotie regulatie verbetert
  • Adolescenten hebben andere emotieregulatiedoelen dan volwassenen (doel: bijvoorbeeld niet vermijden van
    conflict)
  • Doelen:
    –> Verbreden van horizon
    –> Kennis verwerven
    –> Nieuwe mensen ontmoeten
    –> Risico’s nemen
  • Gedragsmatige ontdekking: Verzamelen van informatie ter voorbereiding op de toekomst
24
Q

Emoties op volwassen leeftijd

A
  • Ontwikkelingsveranderingen gaan door tijdens de volwassenheid
  • Doel: Een levensstijl creëren die emotioneel voldoening geeft, voorspelbaar en beheersbaar is.
  • Beslissingen die hierbij een rol spelen: keuze van beroep, levenspartner, woonomgeving, kinderen etc.
  • “De adaptieve integratie van emotionele ervaringen in een bevredigend dagelijks leven en succesvolle relaties met anderen”
25
Midlife, op het kruispunt van groei en achteruitgang
- kruist in middle adulthood Decline Path, verliezen: - Functionele gezondheid - Snelheid van verwerking - Werkgeheugen Groeipad, winst: - kennis - ervaring - emotieregulatie
26
Temporaire dip in welbevinden
* Grote transities (bv. kinderen opvoeden, dierbaren verliezen) kunnen stress en onzekerheid met zich meebrengen * Sociale vergelijkingen kunnen individuen onder druk zetten (sociale kloktheorie)
27
Uitdagingen op oudere leeftijd
* Afnemende gezondheid en geheugen * Laatste kansen * Confrontatie met eigen sterfelijkheid * Verlies van dierbaren * Verlies van onafhankelijkheid * Verlies van doelen, eenzaamheid * Financiële tegenslagen
28
Emoties op oudere leeftijd
* Gemiddeld blijven positieve emoties stabieler en negatieve emoties worden minder frequent → beter balans tussen positieve en negatieve emoties
29
Emoties op oudere leeftijd – Verklaringen voor verandering
Oudere volwassenen **kunnen** negatieve emoties waarnemen en ervaren - maar ze hebben controle over de hoeveelheid tijd die ze besteden aan het focussen op negatieve emoties **Positiviteitsbias (of negativiteitsvermijding)** Een vorm van selectieve aandacht: Relatief meer aandacht voor, en beter geheugen voor, positieve informatie dan negatieve informatie. * Hersengebieden die betrokken zijn bij emoties (bijv. amygdala) degenereren minder met de leeftijd dan de belangrijkste hersengebieden die betrokken zijn bij cognitie (prefrontale cortex)
30
Positiviteitsbias voor emotiedetectie in gezichten
Oudere volwassenen herkennen negatieve emoties minder goed dan jongere volwassenen
31
Positiviteitsbias en het geheugen
Oudere volwassenen kunnen negatieve informatie minder goed herinneren
32
Sociaal-emotionele selectiviteitstheorie (SST)
* Motivationele prioriteiten verschuiven gedurende de levensloop als een functie van de veranderende tijdshorizon (“beperkte tijd”) * Oudere volwassenen legen meer nadruk op het vervullen van emotionele behoeften * Jongere volwassenen legen nadruk op het verkrijgen van nieuwe informatie → **Daardoor minder negatieve emoties!**
33
Emotionele keuzes op oudere leeftijd
**1. Situatie selectie** ↑ ouderen --> Bijv. meer vermijden van conflict situaties **2. Situatie modificatie** ↑ ouderen, maar afhankelijk van context --> Bijv. Ouderen de-escaleren vaker conflicten, jongeren zoeken vaker steun bij negatieve emoties. (wellicht omdat ze zelf minder ervaren zijn?) **3. Aandachtsrichting (attentional deployment)** ↑ ouderen Bijv. meer focus op positieve, minder focus op negatieve stimuli **4. Cognitieve verandering** ↑ ouderen, maar alleen acceptatie, geen verschil voor herwaardering **5. Reactiemodulatie** --> Verschil afhankelijk van emotie, --> bijv. meer onderdrukking voor verdriet (ouderen reageren sterker op verdriet door de leeftijdsgebonden associatie met verlies)
34
Emotieregulatie op oudere leeftijd – variabiliteit
* Dagboekstudies over emotie regulatie: --> Benson et al. (2019): N = 150 (18 - 89 jaar), 9 weken --> Eldesouky & English (2018): N = 272 (23 - 85 jaar), 9 dagen * Resultaat: Oudere volwassenen vertonen minder variabiliteit in hun emotieregulatiestrategieën Verklaringen: * Minder variabiliteit in context → Minder noodzaak om strategieën aan te passen * Stabiele regulatiepatronen → Ouderen hebben al effectieve strategieën ontwikkeld
35
Selectieve verkleining van sociale netwerken
* Grootte van binnenste (inner) cirkel **blijft gelijk** * Relaties met mensen van buitenste cirkel worden **minder** → leiden niet meer tot zo veel positieve emoties – laten vallen * Emotioneel welzijn gaat omhoog als netwerken worden vernauwd
36
Empirisch onderzoek van de SST
**Geen tijdslimiet**: * Jongere volwassenen kiezen alle drie alternatieven met dezelfde waarschijnlijkheid * Oudere volwassenen kiezen vaker voor een ontmoeting met een goede vriend **Met tijdslimiet**: * Beide leeftijdsgroepen kiezen het vaakst om de goede vriend te ontmoeten - Het is mogelijk het tijdsperspectief van jongere volwassenen experimenteel te veranderen → zij kiezen dan net als oudere volwassenen. - Het toekomstige tijdsperspectief is cruciaal, niet de **LEEFTIJD** op zich!
37
Beperkingen voor de beleving van welzijn
De laatste jaren voor de dood gaat welbevinden wel omlaag