H 16 communicatiemiddelen en media Flashcards
(119 cards)
1
Q
verbinding; aansluiting
A
l’allacciamento
2
Q
de draadloze telefoon
A
il cordless
3
Q
het lokale (telefoon)gesprek
A
la telefonata urbana
4
Q
interlokale gesprek
A
l’interurbana
5
Q
telefoonboek
A
l’elenco telefonico
6
Q
de telefooncentrale
A
il centralino
7
Q
de Gouden Gids
A
le pagine gialle
8
Q
het netnummer, kengetal
A
il prefisso
9
Q
de kaarttelefoon
A
il telefono a scheda
10
Q
(telefoon) eruit trekken
A
staccare
11
Q
de hoorn
A
il ricevitore
12
Q
de smartphone
A
il palmare
13
Q
het sms-je
A
il messaggino
14
Q
de mobilofoon
A
la radiomobile
15
Q
het beltegoed
A
la ricarica
16
Q
het nummer kiezen/ draaien
A
fare il numero
17
Q
het verkeerde nummer kiezen
A
sbagliare (numero)
18
Q
de telefooncel
A
la cabina telefonica
19
Q
de telefoonkaart
A
la scheda telefonica
20
Q
de (telefoon)munt
A
il gettone
21
Q
Met wie kan ik zeggen?
A
Chi la desidera?
22
Q
het telefoongesprek
A
il colloquio telefonico
23
Q
aftappen, afluisteren
A
intercettare
24
Q
iemand met iemand doorverbinden
A
passare qu a qu
25
ophangen
riattaccare
26
de telefoontik
lo scatto
27
het geluidssignaal
il segnale acustico
28
antwoordapparaat
la segreteria telefonica
29
de postcode
il codice di avviamento postale (C.A.P.)
30
de postbus
la casella postale
31
stempel; zegel (2)
il timbro; il bollo
32
de verzegelde envelop
il plico
33
aangetekende stuk
la raccomandata
34
frankeren
affrancare
35
frankering
l'affrancatura
36
luchtpost
via aerea
37
geadresseerde/ ontvanger
il destinatario/a
38
afzender
il/la mittente
39
postbode
il postino/a
40
afleveren, bezorgen
consegnare
41
aangetekende poststuk met ontvangstbewijs
la raccomandata con ricevuta di ritorno
42
snelpostdienst
la postacelere
43
bewijsje, rembours
il contrassegno
44
drukwerk
le stampe
45
brievenbus
la cassetta delle lettere
46
invullen (2)
riempire; compilare
47
het formulier
il modulo
48
in blokletters
a/in stampatello
49
ontcijferen
decifrare
50
het loket
lo sportello
51
versturen, verzenden (2)
spedire; mandare
52
posten
imbucare
53
brievenbus (van de post)
la buca delle lettere
54
het nieuws, bericht
la notizia
55
het laatste nieuws
le ultime notizie
56
verbinden, overschakelen (naar)
collegare
57
rechtstreekse uitzending
una trasmissione in diretta
58
reportage, verslag (2)
la cronaca/ il servizio
59
verspreiden, openbaar maken
divulgare
60
de schotelantenne
l'antenna parabolica
61
de afstandsbediening
il telecomando
62
zappen
fare lo zapping
63
zich amuseren; uitweiden over
intrattenersi
64
het televisietoestel
il televisore
65
de showassistente
la velina
66
televisieverslaggever
il/la telecronista
67
presentator
il conduttore
68
vaststellen; opmerken
rilevare
69
rondbazuinen
gridare allo scandalo
70
gecodeerd
criptato/a
71
kabelaansluiting
l'allacciamento via cavo
72
braden
masterizzare
73
platenspeler, grammofoon
il giradischi
74
de (plaat)opname
l'incisione (du disco)
75
de roddelpers
la stampa scandalistica
76
vrijheid van drukpers
la libertà di stampa
77
het weekblad
il settimanale
78
iets dat gratis is
l'omaggio
79
krantenverkoper
il giornalaio/a
80
actualiteit bijhouden, bijblijven
aggiornarsi
81
de ingezonden brief
la lettera all'editore
82
het onderzoek, de enquête
il sondaggio
83
de eerste opzet; de (druk)proef
la bozza
84
gebeurtenis van de dag
il fatto di cronaca
85
de aankondiging, bericht, advertentie (2)
l'annuncio, l'avviso
86
de advertentie
l'inserzione
87
het detail
il particolare
88
de vergelijking
il confronto
89
onthullen, bekendmaken
rivelare
90
misdaadrubriek
la cronaca nera
91
de roddelrubriek
la cronaca rosa
92
het plaatselijke nieuws
la cronaca cittadina
93
de zaak
la faccenda
94
commentaar, deining
lo scalpore
95
starten, aanzetten
avviare
96
uitschakelen, uitzetten
spegnere
97
databank
la banca dati
98
verwerking, bewerking
l'elaborazione
99
USB-stick
la chiavetta USB
100
de computerworm
il baco
101
de illegale kopie
la copia pirata
102
intoetsen, typen
digitare
103
foutmelding
la segnalazione di errore
104
de printen
la stampante
105
zoekmachine
il motore di ricerca
106
overzicht; uittreksel
l'estratto
107
gebruiker
l'utente
108
downloaden
scaricare
109
het bericht, de aankondiging
l'avviso
110
stempel; zegel
il bollo
111
handtekening
la firma
112
nieuws, bericht
la notizia
113
het advies
il consiglio
114
de bol (2)
la sfera; la palla
115
de conducteur (2)
il controllore; il bigliettaio
116
de firma (2)
la ditta; l'azienda
117
de notitie
l'appunto
118
de particulier
il/la privato/a
119
de postzegel
il francobollo
