H2 voeding Flashcards

1
Q

Wat is belangrijk bij het voeraanbod?

A
  • Hoeveelheid
  • Voldoende om te functioneren/ luxe consumptie
  • Hoe is de invloed op de kwaliteit van vertering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke twee manieren zijn er om te voeren

A
  • Ad libitum
  • Beperkt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarop bepaal je de kwaliteit van voeding:

A
  1. Samenstelling/kwaliteit
    - Voedingswaarde: welke nutrienten bevat het en in welke hoeveelheden
  2. Verteerbaarheid
    - Let op eiwit vermelding, honden kunnen niet altijd eiwitten goed verteren
  3. Toxische stoffen
    - Eventuele aanwezigheid niet altijd goed vermeld
  4. Smakelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de factoren die voedingsopname beinvloeden:

A
  1. Vorm en consistentie
    - Textuur van het voer speelt een rol
  2. Voorkeur of afkeur
    - Kan permanent of tijdelijk zijn
  3. Mogelijkheid of wil op op te nemen
    - Brijig of juist droog voedsel
    - Geur en smaak beinvloeden acceptatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verschillen bereikbaarheid van voedsel natuur vs huisdieren

A

A. Verschil in leefomgeving:
1. In de natuur: dieren zoeken en jagen op voedsel
2. In huis: voedsel is direct beschikbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn de gevolgen van de verschillen natuur vs huisdieren

A
  1. Energiebehoefte is lager bij huisdieren ( minder inspanning)
  2. Bezig zijn met voedsel ontbreekt vaak, wat kan leiden tot verveling.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het doel van slowfeeders:

A

Vertragen van voedselopname
Voordelen van slowfeeders:
1. Voorkomt schrokken
2. Bevordert langzaam eten -> beter voor de spijsvertering
3. Stimuleert mentale bezigheid
Vb kong, puzzels, hooinetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verschillen voedselkeuze bij dieren:

A
  1. Natuurlijk gedrag
    - Instictieve keuze op basis van vorm, grootte en smaak
    - Vermijden van schadelijke producten
  2. Bij huisdieren
    - Keuze mogelijkheid is beperkt
    - Is het vermogen tot goed kiezen nog wel aanwezig?
    Vb St. jacobskruid, is giftig, zit soms in het hooi, dieren kunnen het niet altijd vermijden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat een dier kan eten wordt bepaald door:

A
  1. Culturele overdracht – vb ratten sturen de jonge mannen voorop bij vreemd voedsel, slechte ervaring? Dan leert de hele groep hiervan.
  2. Vastpakken van voedsel:
    - Vereist goede motoriek van mond, kaakspieren, gewrichten, tong en lippen
  3. Gezondheidsfactoren die eten kunnen belemmeren:
    - Slechte tanden – slechte gezondheid
    - Slokdarmverlamming
    - Goede motoriek nodig voor kauwspieren, werking kaakgewricht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe wordt voeding afgestemd op ras/anatomie

A

Specifiek afgestemde brokken- vorm en textuur aangepast aan ras specifieke eigenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verwerking van voedsel dmv:

A
  1. Kauwen- vooral bij planteneters
    a. Herkauwen ondersteunt de vertering
    b. Slecht kauwen kan leiden tot verstoppingen
    ! let op: haken bij paarden kunnen problemen veroorzaken
  2. Slikken
    a. Slikproblemen kunnen voorkomen en belemmeren de voedselopname
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vertering en stofwisseling / metabolisme - feiten

A
  1. Vertering van voer: start in de mond, eindigt bij uitscheiding van de ontlasting
  2. Stofwisseling = metabolisme
    a. Het geheel van biochemische processen dat plaatsvindt in de cellen en organismen
    b. Alles tussen opname van voedsel en uitscheiding van reststoffen
    c. Nervus vagus speelt een rol bij de spijsvertering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Spijsvertering bij de hond:
Wat is kauwen

A

Kauwen is de mechanische voorvertering:
- Het helpt het voedsel fysiek af te breken
- Kauwen kan endorfines vrijmaken wat gunstig is voor de ontspanning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Verschillen tussen de hond en planteneters:

A
  • Hond heeft geen maaltanden/kiezen zoals planteneters
  • Bij planteters speelt herkauwen en micro organismen een grotere rol ( fermentatie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Verteringsorganen zijn:

A

Mond- slokdarm- maag- dunne darm- dikke darm- rectus – anus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat vindt er in de dunne darm plaats?

A

De grootste opname van nutrienten zoals suikers, aminozuren, verzuren etc

17
Q

Belangrijke factoren bij de spijsvertering zijn:

A
  • Speeksel
    o Bevat enzymen, vooral belangrijk bij rauwe voeding. Tevens glijmiddel bij ruwe voeding
  • Enzymen
    o Essentieel voor afbraak van voedingsstoffen
  • gezonde darmflora
    o ondersteunt vertering en immuunsysteem
  • slijmvlies, aanleg darmwand
    o beschermt tegen schadelijke stoffen en ondersteunt inname
  • motiliteit/mobiliteit van het darmstelsel
    o belangrijk voor voortbewegen van voedsel

-** rust- parasympaticus actief ( rest /digest modus)**
o bevordert spijsvertering

18
Q

Wat is seratonine

A

Dit is een welzijns neurotransmitter, 95% wordt aangemaakt in de darmen