H6 Flashcards

1
Q

Wat is ATP

A

= adenosinetrifosfaat – het lichaam heeft energie nodig in de vorm van ATP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is ADP

A

= adenosinediphosfaat – molecuul wat ontstaat wanneer ATP een fosfaatgroep verliest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat gebeurt er bij afbraak?

A

Afbraak levert energie- ATP -> ADP -> AMP

Dit proces geeft energie vrij die cellen gebruiken voor allerlei processen zoals spiercontractie transport etc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat gebeurt er door energie toe te voegen aan ADP?

A

Dan wordt het weer omgezet naar ATP ( energie wordt toegevoegd door middel van voeding)
Bij verdere afbraak kan ADP worden afgebroken tot AMP ( adenosinemonophosfaat)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de calorische waarde van 1 Mol ATP

A

De calorische waarde van 1 Mol ATP = 8 kcal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de functie van ATP

A

Dit is de energiebron voor vrijwel alle cellulaire processen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een Mol

A

1 mol is een eenheid die wordt gebruikt om het aantal deeltjes zoals atomen moleculen en ionen aan te geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe gaat het proces van energieproductie in de cel

A

1) Glycolyse in het cytosol
- Glucose is pyruvaat, levert een beetje ATP op
- Vorming NADH elektronendrager

2) Citroenzuurcyclus ( in mitochondrium)
- Pyruvaat wordt verder afgebroken
- Er wordt meer NADH en FADH2 gevormd
- Er wordt ook weer ATP geproduceerd

3) Oxydatieve fosforytering ( elektronentransport)
- NADH en FADH2 leveren elektronen aan
- Energie wordt gebruikt om veel ATP aan te maken
- Dit gebeurt in de mitochondrieen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is NADH

A

Nicotinamide adenine dinucleotide
Wordt gemaakt uit niacine, vitamine B3- dit helpt bij het omzetten van voeding naar energie ( ATP)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Energie van de Atp is nodig voor:

A
  1. Celgroei
  2. Hormoonproductie
  3. Spijsvertteringsenzymen
  4. Cel herstel
  5. Goed functionerend immuunsysteem
  6. Laten verlopen overige biochemische reacties in de cel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar zorgen mitochondrieen voor?

A

Voor het produceren van energie door het verbranden van glucose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe voorzien we cellen van energie?

A

Dmv voedselinname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is energierijke voeding?

A

energierijke voeding is o.a. koolhydraten, eiwitten,vetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat gebeurt er met de energierijke voeding na de vertering?

A

Deze worden na vertering afgebroken tot kleinere bouwstenen zoals
- Aminozuren
- Vetzuren
- suikers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe worden de aminozuren, vetzuren en suikers vervoerd?

A

Aminozuren, vetzuren en suikers worden via bloed/lymfe naar de cellen gebracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is dissimilatie

A

In mitochondrie wordt glucose verbrand mbv zuurstof

17
Q

Wat is celademhaling

A

Een biochemisch proces waarbij cellen energie in de vorm van ATP produceren door voedingsstoffen zoals glucose af te breken met behulp van o2

Tijdens dit proces worden glucosemoleculen in de mitochondrieen omgezet waarbij koolstofdioxide, water en energie vrijkomen

Celademhaling is dus glucose + o2 -> CO2 +H2O+ATP

Bij directe verbranding van glucose komt er heel veel energie tegelijk vrij, een deel van deze energie komt ook vrij als warmte

18
Q

Hoeveel energe accu kan 1 molecuul glucose aanvullen.

A

Dissimilatie van 1 molecuul glucose kan de cel 32-36 energie accuutjes ATP aanvullen

19
Q

Wat gebeurt er bij dissimilatie van glucose

A

Bij dissimilatie van glucose wordt vrijkomende energie opgeslagen in ATP moleculen, teveel vrijkomende warmte zou funest zijn voor het lichaam

20
Q

Hoe gebruikt een cel de opgeslagen energie?

A

Wanneer nodig gebruikt de cel een of meerdere moleculen ATP, in de cel wordt dan de ATP afgebroken tot ADP, bij deze afbraak komt energie beschikbaar aan de cel.

21
Q

Waaruit bestaat ATP

A
  • adenine ( base)
  • ribose ( suiker)
  • 3 fosfaatgroepen
    Dmv hydrolyse wordt een fosfaatgroep afgesplitst.
22
Q

Hoe heet de ruststofwisseling

A

Het basaalmetabolisme

23
Q

Wat is het basaalmetabolisme?

A

De hoeveelheid energie die het lichaam nodig heeft om in ruststand te functioneren ( ademhaling, temperatuur, hartslag, lichaam)

24
Q

Wat is energierijk voer?

A

Energierijk voer is afhankelijk van de hoeveelheid ATP die kan worden gevormd.

25
Wat is het doel van de voeding?
Zoveel mogelijk ATP kunnen vormen uit de voeding
26
Wat heeft de hoogste energiewaarde?
Vet, 9 kcal per gram
27
Wat is de energiewaarde van suikers/koolhydraten?
Lagere energiewaarde, 4 kcal per gram, maar is goedkoop en efficient
28
Wat is de energiewaarde van aminozuren?
Aminozuren zijn minder efficient, worden vooral gebruikt voor andere functies zoals eiwitsynthese.
29
Wat gebeurt er met het % koolhydraten als de energiebehoefte stijgt?
Afhankelijk van het type en duur van de inspanning: - Korte hevige inspanning -> glucose als snelle energiebron - Lange matige inspanning -> vet als efficiente langdurige inspanning
30
Wat is krachtvoer?
Een geconcentreerde energiebron