H3 Voeding Flashcards

(6 cards)

1
Q

Bepalen van de voersamenstelling hoe gebeurt dat?

A

DMV de Weende® analyse

o Ontwikkeld in de 19de eeuw in Weende ( DL)
o Geeft inzicht in de hoofdbestanddelen van voer
o Beperking- geeft geen details over herkomst van die bestanddelen
 Vb 26% ruw eiwit, maar onduidelijk of dit spiervlees is of een schoenzool

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe verkrijg je informatie mbt voersamenstelling?

A
  • Voerverpakking
  • Via lab analyse ( bv hoi, brok, rauw vlees ) zoals bij eurofins
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waaruit bestaat onderzoek naar voerkwaliteit?

A

Onderzoek naar normale bestanddelen
- Meelsoorten zoals aardappel, granen
vreemde zaden,
 levende verontreinigingen
 allergenen en GGO’s ( genetisch gemodificeerd organisme)
 zware metalen
 schadelijke micro organismen, bv salmonella
 dioxinen, PCB’s ( koelvloeistof, lijm, verf)
 bestrijdingsmiddelen en mycotoxinen

  • op kruisbesmetting wordt NIET getest
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kwantitatieve analyse van voeding bestaat uit:

A
  • ruw eiwit
  • ruw vet
  • ruwe celstof ( vaak vezels)
  • ruwe as ( vaak mineralen)
  • vochtgehalte alleen vermeld bij groter dan 14%
  • eventuele andere stoffen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat betekent ruw als term?

A
  • Ruw als term wordt gebruikt omdat er ook andere stoffen in de metingen kunnen zitten
  • Geeft slechts een richtlijn, geen exacte samenstelling
  • Toch bruikbaar voor globaal beeld van de voeding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de calorische benadering van:

A
  • Eiwit = 4 kcal /gram
  • Vet = 9 kcal /gram
  • Glycose/koolhydraten = 4 kcal /gram
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly