HC.3 - Het epileptische netwerk Flashcards
(20 cards)
Wat meet een EEG
Synchrone synpatische potentialen
Wat gebeurt er bij een clonische fase
Verschillende ritmische bursts met actiepotentialen achter elkaar
Wat gebeurt er bij een tonische fase
Langdurige depolarisatie met constant hoog frequent afvuren
Elektrische synapsen
- Gap junctions
- Weinig selectief
- Minimale vertraging
- Geen drempelwaarde
- Bi-directioneel
Gap junctions structuur
6 subunits (connexines) die een hemi-kanaal (connexon) vormen
Fast ripples
Zeer snelle hypersynchrone oscillaties
Synaps locaties
- Axosomatische: Synaps op soma, meestal inhiberend
- Axodendritisch: Synaps op dendriet, meestal exciterend (meest voorkomend)
- Axo-axonale synaps: Op presynaptische zenuweind, beïnvloeden neurotransmitter afgifte
Gebeurtenissen in 1e milliseconde synaps
- Actiepotentiaal bereikt zenuweindig
- Calciumkanalen gaan open
- Fusie vesicles met plasmamembraan
- Neurotransmitter komt vrij
Hoe werkt de vesicle fusie (exocytose)
- Free SNARES op vesicles en plasmamembraan
- SNARE complexes forms as vesicles docks
- Synaptotagmin bindt aan SNARE complex
- Calcium bindt aan synaptotagmin –> Plasmamembraan krijgt ene curve
- Fusie plasmamembraan en exocytose
Hoe werken ligandgestuurd ionkanalen
Neurotransmitter bindt –> Kanaal gaat open staan
Wat gebeurt er tussen 1 miliseconde en 1 second bij synapsen
- Postsynaptische receptoren raken neurotransmitters kwijt
- Neurotransmitter wordt heropgenomen mbv carriers
Ultrastructuur synaps
- Veel mitochondriën
- Docked vesicles vol met neurotransmitters
- Actieve zone: Zit tegenover postsynaptische verdikking
- Geen ribosomen en golgi-apparaat
Neurotransmitter criteria
- Moet aanwezig zijn in het presynaptische neuron
- moet afgegeven worden na presynaptische depolarisatie
- Specifieke receptoren voor de neurotransmitter moeten aanwezig zijn op de postsynaptische cel
Acetylcholine
- Neuromusculaire overgang via nicotine receptoren
- Acetylcholinesterase
- Remmers gebruikt bij myasthenia gravis
- Werkt ook via G-eiwit gekoppelde muscarine receptoren
Nicotine receptor
- Target spierrelaxantia
- 5 subunits
- Kationkanaal
Glutamaat
- Belangrijkste excitatoire neurotransmitter
- Teveel is toxisch (CVA)
- Ligand als G-eiwit gekoppelde receptoren
GABA
- Belangrijkste remmende neurotransmitter
- Interneuronen zijn GABA-erg
- Verstoring leidt tot epilepsie
- Ligand and G-eiwit gekoppelde receptoren
- Receptor is chloride kanaal
Glycine
- Belangrijke remmende neurotransmitter, vooral in ruggenmerg
- Ligand and G-eiwit gekoppelde receptor
Hoe kun je zien welke hersendelen de epilepsie veroorzaken
Elektrocorticogram en micro-electrode array