ZO.2 - Een patiënt met een oogspierverlamming of scheelzien? Flashcards
(13 cards)
Deprivatie amblyopie
Aangeboren staar
Oog suppressie
De waarneming van het scheelziende oog wordt in de cortex onderdrukt
Vergentie
Beelden van twee ogen versmelten
Amblyopie behandeling
Goede oog afplakken
Incomitantie
Onderzoeken of de mate van scheelzien varieert met de blikrichting
Congenitale scheelzienssyndroom
Scheelzien is aanwezig vanaf het moment dat het binoculair zien en diepte zien beigint (3 maanden oud ongeveer)
Accommodatief scheelzien
Kinderen die eigenlijk een plus-bril nodig hebben kunnen in de verte alleen scherp zien als ze ter compensatie gaan accommoderen –> Extra accommodatie zorgt voor convergent scheel worden
Divergent scheelzien
Patienten kijken zoals een paard, soort van panorama. Rechteroog kijkt naar rechts en de linker oog vice versa.
N. Abducens verlamming
- M. Rectus lateralis werkt alleen nog horizontal, en het oog gaat naar binnen toe staan
- Convergent scheelzien
N. Trochlearis verlamming
- M. obliquus superior is verlamd en het oog gaat naar bovenblik en naar buiten gerold staan
- Naar beneden kijken verergert de scheelzien/dubbelzien en kunnen daardoor niet lezen
N. Oculomotorius verlamming
- M. rectus lateralis
- M. obliquus superior
- Ptotis door M. Levator palpebrae verlamming
Aberrante reinnvervatie
Herstel van een lange verlamming –> Vaak zorgt dit herstel voor problematiek