ZO.4 - Herseninfarct Flashcards
(8 cards)
1
Q
Wat is een herseninfarct
A
De bloedtoevoer naar een deel van de hersenen is verstoord, wat onmiddelijk neurologische uitvalverschijnselen geeft
2
Q
Hoe kan er onderscheid gemaakt worden tussen een herseninfarct en een hersenbloeding
A
CT-scan
3
Q
Wat moet een patient doen na een herseninfarct
A
Secundaire profylaxe
4
Q
Secundaire profylaxe bij herseninfarct
A
- Aceetylsalicylzuur
- Dipyridamol
- Clopidogrel bij contra-indicaties
- Cholesterolverlagend middel
- Bloeddrukverlangd middel
5
Q
Welke systeem regelt de bewustzijn
A
ARAS systeem
6
Q
Symptomen niet-kenmerkend voor TIA
A
- Bewustzijnsverlies
- Uitsluitend licht gevoel in het hoofd
- Uitsluitend geheugenstoornis
- Verschijnselen die optreden in het kader van een migraine aanval
- Incontinentie
7
Q
Symptomen kenmerkend voor TIA
A
- Verlamming
- Afasie
- Blindheid aan 1 oog
- Homonieme hemianopsie
- Twee of meer van de volgende symptomen: Dysartrie, coordinatiestoornis, dubbelzien, slikstoornis, draaiduizeligheid
8
Q
A