HC.4 - Het visueel systeem: centrale organisatie en verwerking Flashcards

(13 cards)

1
Q

Kleurenzien

A

De P-cel kijkt naar relatieve input van verschillende kegeltjes –> Meest gevoelige kegel is bepalend voor de kleur en wordt actiever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe ontstaat kleurenblindheid

A

Twee opsine moleculen zijn identiek geworden –> Kunnen kleur niet meer goed onderscheiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Projecties van visuele informatie

A
  • Laterale geniculate nucleus (LGN) (90%)
  • Pretectum
  • Hypothalamus
  • Superior colliculus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar kruisen de axonen van de optische zenuw

A

Ter hoogte van de chiasma opticum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe projecteert de Laterale geniculate nucleus de visuele informatie

A

Twee bogen (radiatio optica) naar de visuele cortex
* Bovenkant
* Onderkant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar in de visuele cortex worden geizchtsvelden verwerkt

A
  • Hoog gezichtsveld: Onder de sulcus calcarinus
  • Laag gezichtsveld: Boven de sulcus calcarinus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Laterale geniculate nucleus structuur

A
  • 6 Lagen
  • Laag 1-2: Input vanuit magno-cellen
  • Laag 3-6: Input vanuit parvo-cellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Eigenschapvergelijking Parvo en Magno cellen (Kleur, helderheidscontrast, spatiele frequentie, temporele frequentie)

A

Kleur:
* Magno: Nee
* Parvo: Ja
Helderheidscontrast:
* Magno: Hoger
* Parvo: Lager
Spatiele frequentie
* Magno: Lager
* Parvo: Hoger
Temporele frequentie
* Magno: Hoger
* Parvo: Lager

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe zijn de lagen onderveeld (ipsi-contralateraal)

A
  • 3 Lagen ipsilateraal
  • 3 lagen contralateraal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarheen projecteren de Laterale geniculate nuclei naar

A

Laag 4 in de striate, visueel cortex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat gebeurt in de laag 4 van de visuele cortex

A

Hier zijn de cellen strikt monoculair –> Input van beide ogen komen binnen wat gescheiden verwerkt wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is dispariteit

A

Diepte percept, stereopsis (zien van diepte met twee ogen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly