ZO.1 - Lokalisatieprincipes Flashcards
(9 cards)
1
Q
Wat zijn kenmerken van een perifeer gelegen spierprobleem
A
- Slappe tonus
- Lagere reflexen
- Lokale sensibele stoornis die een zeer specifiek gebied betreft en niet de gehele arm
2
Q
Hoe kan spierzwakte gemeten worden
A
MRC-schaal
3
Q
MRC-schaal
A
- Geen beweging of spiercontractie
- Alleen spiercontractie, geen beweging
- Wel beweging, maar niet tegen zwaartekracht in
- Beweging mogelijk tegen de zwaartekracht in, maar niet tegen weerstand in
- Beweging tegen weerstand in, maar verzwakt
- Normale kracht
4
Q
Flexen score
A
-4. Afwezig
-3. Alleen voelbaar
-2. Sterk verlaagd
-1. Verlaagd
0. Normaal
1. Levendig
2. Zeer levendig
3. Subclonisch (dooft uit)
4. Clonisch
5
Q
Afasie
A
Taalstoornis waarbij iemand niet goed kan uiten in gesproken taal en/of gesproken taal niet goed begrijpt
6
Q
Kenmerkend voor afwijking in het gebied van Broca
A
Slecht taalproductie maar een goed behouden taalbegrijp
7
Q
Dysartrie
A
Spraakstoornis, waarbij patient niet goed kan articuleren
8
Q
Kenmerken voor centrale aandoening
A
- Reflexen aan de aangedane kan zijn hoger
- Er is een pathologische voetzoolreflex volgens Babinski
9
Q
A