HC3.2: Artrose Flashcards

(24 cards)

1
Q

Epidemiologie artrose

A
  • In 2019 1.5 miljoen mensen bij HA
  • Artrose meer bij vrouwen
  • Kosten hoog, 1.8% van totale kosten: 1.2 miljard euro
  • Sterke toename met leeftijd vanaf 45-50 jaar
  • Incidentie verschilt per regio en opleidingsniveau
  • Top 5 ziekten met hoogste ziektelast
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Pathofysiologie artrose

A
  • Aandoening van het gewricht waarbij er sprake is van verlies van gewrichtskraakbeen
  • Ombouw van onder kraakbeen liggend (subchondraal) bot en ontsteking van synoviale membraan (synovitis)
  • Leidt tot gewrichtspijn na belasting, stijfheid en bewegingsbeperking
  • Verminderde belastbaarheid en pijn

Dus schade aan hyalien kraakbeen en falende reparatiemechanismen wat leidt tot subchondrale botveranderingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Klachten

A
  • Pijn
  • Stijfheid bij opstaan <30 min
  • Toename gewrichtsomvang (bot, gewrichtskapsel, synovium)
  • Ontsteking (warmte, roodheid, gevoeligheid)
  • Standsafwijking van gewricht (kraakbeenverlies, instabiliteit)
  • Kraken (crepitaties bij LO)
  • Bewegingsbeperkingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Artrose overwegen bij

A
  • > 45 jaar
  • Met aan activiteiten gerelateerde kniepijn
  • Geen/kortdurende ochtendstijfheid
  • Verminderde flexie of extensie
  • Crepitaties bij bewegingsonderzoek
  • Gevoeligheid gewrichtsspleet bij palpatie
  • Benige verandering van gewricht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Diagnostiek

A
  • Klinische diagnose o.b.v. anamnese en LO
  • Geen AO nodig bij verdenking, >45 jaar, aan activiteiten gerelateerde heup- of kniepijn en geen/kortdurende ochtendstijfheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Indicaties AO

A
  • Als niet aan eerdere genoemde criteria wordt voldaan
  • Onverwacht snelle progressie
  • Verandering in patroon van klachten
  • In het kader van indicatiestelling voor gewrichtsvervangende prothese

Meeste mensen geen pijn:

  • Heupartrose: 20% pijn
  • Knie-artrose: 50% pijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Primaire/idiotpathische artrose

A

Oorzaak niet bekend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Secundaire artrose

A
  • Trauma
  • Infectie
  • Gewrichtsafwijkingen
  • Stollingsstoornis
  • Jicht
  • RA
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Risicofactoren artrose

A
  • Overgewicht
  • Trauma
  • Hogere leeftijd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kraakbeen

A
  • Suikerketens (GAG’s)
  • Hiertussen collageen, chondrocyten en water
  • GAG negatief geladen en trekken water aan
  • Chondrocyten enige celtype in kraakbeen en vormen <5% van volume
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Functie kraakbeen

A
  • Glad oppervlak bieden voor lage wrijvingweerstand
  • Schokken dempen
  • Belasting verdelen over subchondraal bot
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kraakbeen heeft beperkt regeneratief vermogen

A

Gevolg is dat het bot onder het kraakbeen (subchondraal bot) denser wordt en er ontsteking ontstaat in synovia

Bij artrose afname hoeveelheid GAG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Niet-modificeerbare risicofactoren

A
  • Leeftijd
  • Genetisch: collageen type 2, HLA-B27
  • Geslacht: artrose meer bij vrouwen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Modificeerbare risicofactoren

A
  • Overgewicht en obesitas: vergroot risico op knieartrose
  • Trauma: intra-articulaire fracturen, ligamentletsels, meniscus, kraakbeen
  • Sportbelasting: voetballers coxartrose, tennissers knieartrose
  • Infectie: direct effect op kraakbeen (chondrolyse)
  • Beroep: knielen, tillen en draaien

Roken is geen risicofactor voor artrose, wel voor operatie en wondgenezing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Locaties artrose

A
  • Handen
  • Heupen
  • Knieën
  • Lage rug
  • Cervicaal
  • Varusstand in been
  • Laterale condylus beweeglijker dan mediale
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Afwijkingen bij artrose bij röntgen

A
  • Gewrichtsspleetversmalling
  • Osteofytvorming
  • Subchondrale cystevorming
  • Subchondrale sclerose
  • Deformatie
  • Standsafwijking

Voor een goede beoordeling röntgenfoto in staande positie maken

Rosenberg opname: knie in lichte flexie waardoor subtiele artrose beter te zien

17
Q

Kellgren en Lawrence classificatie

A
  • 0: geen artrose
  • 1: mogelijk gewrichtsspleetversmalling en osteofytvorming
  • 2: zeker gewrichtsspleetversmalling, osteofyten en matige sclerose
  • 3: duidelijke gewrichtsspleetversmalling, osteofyten, enige sclerose en cystevorming, deformiteit
  • 4: ernstige gewrichtsspleetversmalling, sclerose, cysten, duidelijke deformiteiten en grote osteofyten

Vanaf graad 2 artrose

Niet behandelen o.b.v. classificatie, maar o.b.v. klachten

18
Q

Doelen behandeling

A
  • Verminderen pijn en stijfheid
  • Voorlichting patiënt, familie en omgeving
  • Behouden/verbeteren kwaliteit van leven
  • Behouden/verbeteren gewrichtsmobiliteit (pijn, minder belasting, stabiliteit daalt, kracht neemt af, pijn neemt toe)
  • Beperken lichamelijke handicaps
19
Q

Mogelijkheden behandeling

A
  • Niet-farmacologisch
  • Farmacologisch
  • Injecties
  • Operaties bij knieartrose
20
Q

Niet-farmacologische behandeling

A
  • Voorlichting
  • Afvallen
  • Aanpassen belasting
  • Fysio
  • Trainingsprogramma
  • Hulpmiddelen (brace, stok, steunzolen)
21
Q

Farmacologische behandeling

A
  • PCM
  • NSAID
  • COX2 remmers
  • Tramadol
22
Q

Injecties behandeling

A
  • Pijnstiller
  • Corticosteroïden
  • Hyaluronzuurinjectie
23
Q

Operaties knieartrose

A
  • Artroscopie
  • Gewrichtssparend bv osteotomie: standscorrectie wat ervoor kan zorgen dat belastingsoppervlak wordt vergroot
  • Arthrodese: verstijven gewricht
  • Resectie artroplastiek: verwijderen gewricht
  • Prothese: vervanging gewrpcht
24
Q

Kniedistractie

A
  • Nieuwe behandeling
  • Externe fixateur aanbrengen rondom knie voor 6-8 weken
  • Zorgt voor ontlasting knie
  • Kraakbeen krijgt tijd om te herstellen
  • Niet zonder risico’s: infectie kan het lichaam binnentreden via pinnen wat kan leiden tot osteomyelitis