Klinische zuur-base stoornissen Flashcards

1
Q

Wat is Astrup?

A

Arterieel bloedprikken bij de a. renalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het normale bicarbonaat?

A

24 mmol/L

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het normale pCO2?

A

40 mmHg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de stappen voor differentiatie van zuur-base evenwicht?

A

Stap 1: kijk naar de pH
- pH > 7.4 = alkalose
- pH < 7.4 = acidose
Stap 2: past de pCO2 of de [Bic] bij die pH
- Past de pCO2 (omhoog of omlaag)  respiratoir
- Past de [Bic] (omhoog of omlaag)  metabool

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Metabole acidose kan door de volgende dingen veroorzaakt worden:

A
  • Toegenomen zuur productie: organische zuren.
  • Verlies van bicarbonaat: in de nier (proximale tubulus) of niet in de nier (darmen).
  • Verminderde renale zuur excretie: verminderde productie nieuw bicarbonaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de anion gap en wat zegt het?

A

De anion gap geeft een indicatie van de hoeveelheid stoffen die aanwezig zijn die niet gemeten worden.
Anion gap = [Na] – [Cl] – [Bic], Normaal = 12 mmol/L
Wanneer een aniongap vergroot is, kan dit worden veroorzaakt door het organische zuur lactaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar duidt een verhoogde anion gap op?

A

op metabole acidose als gevolg van nieuw organisch zuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar duidt een goede anion gap op?

A

bicarbonaatverlies in de nier of niet in de nier.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat gebeurt er bij te weinig drinken?

A

Natrium wordt maximaal geresorbeerd via stimulatie van RAAS van NHE3. Natrium wordt in de proximale tubulus gereabsorbeerd en H+ wordt gesecerneerd en koppelt aan bicarbonaat tot water en CO2. Water kan worden opgenomen via de aquaporines. Door een hoge proximale opname van natrium, is de distale flow van natrium sterk afgenomen. Hierdoor wordt de secretie van kalium geremd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Oorzaken van metabole alkalose?

A
Chloor depletie
o	Braken
o	Diuretica
o	Lang zweten
Kalium depletie
o	Primair hyperaldosteronisme
o	Secundair hyperaldosteronisme
Bicarbonaat toediening
o	(Melk – alkali syndroom)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de eerste reactie bij een metabole acidose?

A

Proximaal en distaal meer zuur uitscheiden –> netto zuur excretie omhoog.
bicarbonaat buffert bestaand zuur –> bijbehorende CO2 wordt uitgeademd –> buffercapaciteit gaat naar beneden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de tweede reactie bij een metabole acidose?

A

De glomerulus zal de Na+A- filtreren, H+ secreteren waarbij bicarbonaat aan het bloed wordt gegeven. Dit gebeurt in de proximale tubulus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat gebeurt er als de acidose chronisch is?

A

Er wordt meer glutamine afgebroken tot glucose waarbij bicarbonaat en NH4+ vrijkomt. Dit laatste zal als NH3 naar het lumen diffunderen en daar een H+ bufferen. Drie bicarbonaat wordt samen met een Na over de basolaterale membraan getransporteerd met de NBCe1.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom bufferen van H+ in voorurine?

A

De protonsecretie kan plaatsvinden tot een concentratieverschil van 1:1000 (pH van 4,4). De maximale H+ concentratie in de voorurine is vele malen lager dan totaal aan zuurexcretie plaatsvindt. Naast ammonium, worden ook fosfaat, creatinine en lactaat als buffer gebruikt in de voorurine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly