pathologie COPD Flashcards

1
Q

obstructieve longziekte

A

toename weerstand airflow door partiele/totale obstructie van luchtweg

kenmerk: verlaagde FEV1

COPD: chronische bronchitis+emfyseem
Bronchiectasie
astma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

restrictieve longziekte

A

verminderde expansie van longparenchym

kenmerk: verlaagde longcapaciteit TLC

mechanisch= afwijkingen aan skelet/ ademhalingsspieren

interstitiele longafwijkingen: fibrose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

COPD

A

combi van

emfyseem=dilatatie van luchtruimten distaal van terminale bronchiolus door destructie van alveolaire septa, zonder belangrijke fibrose(irreversibel)

chronische bronchitis: hoesten met slijmproductie gedurende perioden van tenminste 3 maanden in tenminste 2 opvolgende jaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

etiologie COPd

A

roken
luchtvervuiling
10% krijgen copd, maar hadden geen risico factoren

meeste rokers krijgen geen COPD

80% van mensen met COPD heeft roken als (mede) oorzaak
30-35% zware rokers krijgt COPD

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

plek in longen chronische bronchitis en emfyseem

A

chronische bronchitis: geleidingsluchtwegen tot respiratoire bronchiolus

emfyseem: vanaf respiratoire bronchiolus tot eind

kan dus goed samengaan, want zit in 2 verschillende compartimenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

grootte acinus en alveolus en lobulus

A

1 acinus= +/- 2000 alveoli
1 lobulus= 3-5 acini

alveolus= 250 micrometer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

4 vormen van emfyseem

A

Centriacinair
Pancinair
paraseptaal (distaal acinair)
onregelmatig -irregulair

eerste 2 komen het meest voor en zijn klinisch het meest belangrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Centriacinair emfyseem

A

proximale deel acinus is aangedaan= respiratoire bronchiolus

komt met name voor in bovenvelden van long

typische vorm van emfyseem bij rokers

20x vaker voor dan panacinair

gaat samen met chronische bronchitis

kan overgaan in panacinair emfyseem, dan is hele acinus aangedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

panacinair emfyseem

A

gehele acinus aangedaan van resp bronchiolus tm alveoli

met name in ondervelden van long

typische vorm bij a-1-antitrypsine deficientie

eindstadium centriacinair emfyseem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

paraseptaal emfyseem

A

lang pleura en sypta
bij littekens
veroorzaakt pneumothorax bij ruptuur van bulla
vaak idiopatisch en bij jonge mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

onregelmatig emfyseem

A

ook wel secundair, irregulair of scar emfyseem

niet specifiek, is het gevolg van verlittekening
enige vorm van emfyseem wat samen gaat met fibrose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

pathogenese van emfyseem

A

-productie en verminderde controle van zuurstofradicalen: nicotine heeft direct effect op ontsteking door stimulatie van neutrofiele granulocyten, waardoor ontstekingsreactie op gang komt
O2-radicalen leiden tot afgifte cytokines–> stimuleren neutrofiele granulocyten. Die scheiden zelf ook weer O2-radicalen uit. O2 radicalen zorgen voor inactivatie van antiprotease. Toename elastase, macrofagen scheiden ook elastase uit

-voortdurende chronische ontsteking met weefselschade:
Macrofagen, lymfocyten(CD8+) en neutrofiele granulocyten nemen toe in aantal–> activatie ontstekingsmediatoren (LTB4, Il-8 en TNF) –> toename matrix degraderende enzyme activiteit MMPs

Hierdoor disbalans tussen protease en anti-protease systeem;
proteases MMPs zorgen voor collageen afbraak en elastase voor elastine afbraak
anti-protease: a-1-antitrypsine breken elastase af

bij emfyseem te weinig a-1-antitrypsine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat beschadigt er naast ECM bij emfyseem

A

epitheelcellen raken beschadigt en gaan over tot apoptose en necrose

ook mesemchymcellen beschadigen: minder herstel van cellen en minder ECM aanmaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

factoren die het krijgen emfyseem beinvloeden

A

omgevingsfactoren; tabak, uitlaatgassen enz.

genetische factoren: bv a1-antitypsine deficientie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

waardoor staan bronchiolus minder open bij emfyseem

A

bronchiolus heeft geek kraakbeen om hem open te houden, wordt open gehouden door alveolaire septa die elastine bevatten

bij emfyseem veel minder elastine, dus alveolaire septa, dus bronchiolus wordt veel minder open gehouden

dus functionele constructie van bronchioli

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

vormen emfyseem

A

alveolus=0,25 mm diameter en 24 mm^2 opp

gering emfyseem: alveolus zichtbaar. q alveolus= 1 mm dia en 6 mm^2 –> 75% longopp verloren

ernstig emfyseem
1 alveolus= 4 mm en 1,5 mm^2 –> 90% longopp verloren

17
Q

Wat gebeurt er met de normale alveoli in longen met emfyseem

A

worden kleiner

De diameter van de alveolus wordt groter, de druk in de alveolus wordt kleiner bij emfyseem

in de normale alveali is de druk hoger

lucht stroomt van de kleinere alveolus (hogere druk), naar de grotere alveolus

daardoor kan alveolus die intact is minder goed functioneren

Wet van laplace: p(druk)= opp spanning/dia alveolus
opp spanning is constant hier

18
Q

chronische bronchitis onderverdeling

A

met ontsteking: mucopurulentie chronische bronchitis= weinig obstructie, opgeven van slijm

met astmatische component: (chronische) asmatische bronchitis= aanvalsgewijze verergering

met continue obstrucite= chronische obstructieve bronchitis= belangrijke emfyseem component

19
Q

Reid index

A

verhouding tussen dikte van klierweefsel(A) tot dikte van totale weefsel tot kraakbeen (B)

is verhoogd bij chronische bronchitis

Reid index= A/B
normaal= 0,4

20
Q

chronische bronchitis pathologie

A

hypersecretie van slijm met mucotase in bronchien
hyperplasie van bronchiaal klierweefsel
toename slijmbekercellen (ten koste van trilhaar cellen)
squameuze metaplasie= epitheel wordt meer plaveiselachtig
ontsteking
fibrose(lamina propria en adventitia)

mucostase, fibrose met vernauwing in bronchiolie ledit tot obstructie

21
Q

Bronchiectase

A

Is sedundaire afwijking van permanente verwijidng van bronchieen en bronchioli na chronische destruerende ontsteking van de bronchus

meer in grotere luchtwegen

bv bij:
chronische bronchitis, taaislijmziekte en na infectie

22
Q

pink puffer

A

typisch klinisch beeld van emfyseem

oudere roker, voorovergebogen met rood gelaat en hevig ademen

lippen samengeknepen en accessoire ademhalingsspieren worden ingezet

23
Q

blue bloater

A

typisch beeld van iemadn met chronische bronchitits

hoest slijm uit, kunnen niet goed compenseren voor verlies van ventilatie, daarom kunnen ze blauw aanlopen want hypoxisch