Unite 1E Flashcards

1
Q

Spijt hebben van

A

Regretter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Uit je dak gaan

A

S’éclater

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Uitgaan

A

Sortir

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verzinnen

A

Inventer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vrijgezel

A

Célibataire

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Zich voorstellen

A

Se présenter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Ga je vaak naar de stad?

A

Tu vas souvent en ville?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ik ga je de vragen stellen.

A

Je vais te poser les questions.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar denk je aan?

A

Tu penses à quoi?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is je lievelingswinkel

A

Quel est ton magasin préféré?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat lees je graag?

A

Qu’est-ce que tu aimes lire?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wij zijn leerlingen van … in …

A

Nous sommes des élèves de … à …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wil je over je familie vertellen?

A

Veux-tu parler de ta famille?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Woon je in het centrum van de stad?

A

Est-ce que tu habites dans le centre-ville?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Zijn we klaar?

A

On est prêts?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Zou je onze vragen willen beantwoorden?

A

Voudrais-tu répondre à nos questions?

17
Q

Het beroep

A

Le métier

18
Q

Beschikbaar zijn

A

Être disponible

19
Q

Deelnemen aan

A

Participer à

20
Q

De duurzame energie

A

Énergie renouvelable / durable

21
Q

De energiebron

A

La ressource en énergie

22
Q

Fossiel

23
Q

De hedendaagse kunst

A

L’art contemporain

24
Q

Het milieu

A

L’environnement

25
Tegenover
Face à
26
Tijdens
Lors de
27
Tonen / laten zien
Montrer
28
Het vakkenpakket
La filière
29
Zich interesseren voor
S’intéresser à
30
Zich richten op
Se concentrer sur
31
De diversiteit van beroepen
La diversité des métiers
32
De toekomst van onze planeet
L’avenir de notre planète
33
De verantwoordelijkheid van
La responsabilité des
34
De mens
Humains
35
Een thema dat overeenkomt…
Un thème qui correspond à…
36
Een wandeling langs…
Une promenade à travers…