Voc Courant 15 Flashcards

(120 cards)

1
Q

privé-

A

privé, privée

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

het privéleven

A

le privé

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

categorie, klasse, groep

A

catégorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

gelaatsuitdrukking, aanblik, mijn

A

mine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

doen alsof er niets gebeurd is

A

faire mine de rien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

er goed/slecht uitzien

A

avoir bonne/mauvaise mine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wetgevend, parlementair

A

législatif, législative

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

eigenaar

A

propriétaire

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

bevoordelen, begunstigen, bevorderen

A

favoriser

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

voorrang, prioriteit

A

priorité

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

vliegtuig

A

avion

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

minimum

A

minimum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

crimineel, misdadig

A

criminel, criminelle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

een misdadiger

A

un criminel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

foto

A

photo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

voorafgaan

A

précéder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

stevig, sterk

A

solide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

overeenstemmen, overeenkomen, corresponderen

A

correspondre

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

schip

A

navire

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

honderdtal

A

centaine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

een honderdtal mensen is naar het feest gekomen

A

une centaine de personnes est venue à la fête

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

uitleg

A

explication

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

overbrengen, overdragen, overmaken

A

transmettre

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

apparaat, toestel

A

appareil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
publicatie, uitgave, bekendmaking
publication
26
verenigen, bijeenbrengen, verbinden met, associëren
associer
27
lijn, streep, kenmerk, karaktertrek
trait
28
een streep trekken
tirer un trait
29
een liggend streepje
un trait d'union
30
referentie, verwijzing
référence
31
bos, hout
bois
32
vereenzelvigen, identificeren, herkennen
identifier
33
symbool, teken
symbole
34
consumptie, verbruik, gebruik
consommation
35
ideaal
idéal, idéale
36
werkloosheid
chômage
37
werkloos zijn
être au chômage
38
moed
courage
39
Goede moed!
Bon courage!
40
erkenning, erkentelijkheid, dankbaarheid, herkenning
reconnaissance
41
onderhoud, gesprek
entretien
42
aanmoedigen
encourager
43
kilometer
kilomètre
44
aflopen, ontrollen, afwikkelen, ontvouwen
dérouler
45
verlopen, zich afspelen
se dérouler
46
identiteit
identité
47
amendement, wetswijziging
amendement
48
aankondigen, aangeven, signaleren, wijzen op, vermelden
signaler
49
indeling, verdeling, deling, afdeling
division
50
context, verband
contexte
51
schuldig
coupable
52
een schuldige
un coupable
53
gunstig
favorable
54
verplichting
obligation
55
augustus
août
56
toeschrijven, toewijzen, toekennen
attribuer
57
lopen
courir
58
onderzoek, examen, proef
examen
59
personage, figuur
personnage
60
aan het licht brengen, aanklagen, aangeven
dénoncer
61
onbekend, niet gekend
inconnu, inconnue
62
een onbekende
un inconnu
63
inruilen, inwisselen, uitwisselen
échanger
64
bedrag
montant
65
uitschakelen, uitsluiten, verwijderen, elimineren
éliminer
66
opening
ouverture
67
schilderij, tafereel, bord, paneel, tabel
tableau
68
uitsluiten
exclure
69
moord
meurtre
70
voorbeeldig
exemplaire
71
een exemplaar
un exemplaire
72
eigendom
propriété
73
laatste, eind-, slot-
final, finale
74
een finale
une finale
75
site, ligging, plaats, vindplaats
site
76
een website
un site web
77
zitting, sessie, voorstelling, behandeling
séance
78
duur
durée
79
verkiezen
élire
80
daling, verlaging, afname
baisse
81
bezorgdheid, ongerustheid
inquiétude
82
Israëlisch
israélien, israélienne
83
voorstelling, weergave, afbeelding, vertegenwoordiging
représentation
84
gelijk, dergelijk, vergelijkbaar
pareil, pareille
85
mandaat, machtiging, volmacht, opdracht, bevel
mandat
86
vijftien
quinze
87
leeg
vide
88
een leegte
un vide
89
statuur, status
statut
90
poging, proef, test
essai
91
glimlach
sourire
92
Italiaans
italien, italienne
93
een inwoner van Italië
un Italien, une Italienne
94
suggereren, voorstellen
suggérer
95
onderbreken, verbreken
interrompre
96
erop, daarop, daarbovenop
au-dessus
97
boven
au-dessus de
98
agentschap, bureau
agence
99
fabriek
usine
100
verenigen, bundelen
unir
101
rij, rang
rang
102
werknemer, bediende
employé
103
top
sommet
104
overschrijden, oversteken
franchir
105
vanzelfsprekend, evident
évident, évidente
106
gedrag
comportement
107
feest
fête
108
vloer, grond
sol
109
ondergronds, op de benedenverdieping
au sous-sol
110
verwijderen
écarter
111
afstand nemen, afwijken
s'écarter
112
een golf
une vague
113
vaag
vague
114
korting
réduction
115
cultureel
culturel, culturelle
116
samenwerking
coopération
117
deugd
vertu
118
des te
d'autant
119
leider
leader
120
grootte, lengte
taille