Voc courant 16 Flashcards
(117 cards)
inhoud
contenu
afstand
distance
herfst
automne
achter
arrière
het zien, gezichtsvermogen, gezicht, visie
vision
investeren
investir
investeren in iets
investir dans quelque chose
verminderen
diminuer
vluchten, zijn toevlucht zoeken, schuilen
se réfugier
omringen
entourer
Joods, joods
juif, juive
een jood, een joodse
un juif, une juive
aanzienlijk
considérable
gedrag, leiding, het rijden, het besturen van (een voertuig)
conduite
overeenkomst, verdrag
convention
communiceren
communiquer
verlengen
prolonger
storten, inschenken
verser
geld storten op de rekening van iemand
verser de l’argent sur le compte de quelqu’un
evidentie, vanzelfsprekendheid
évidence
duidelijk maken
mettre en évidence
in hoofdzaak, voornamelijk, wezenlijk
essentiellement
aantonen
démontrer
negatief
négatif, négative