Voc Courant 4 Flashcards
(133 cards)
1
Q
sociaal, maatschappelijk
A
social, sociale
2
Q
het hoofdkantoor
A
le siège social
3
Q
verzekeren
A
assurer
4
Q
proberen
A
essayer
5
Q
eerlijk, rechtvaardig
A
juste
6
Q
vreemd, buitenlands
A
étranger, étrangère
7
Q
het buitenland
A
l’étranger
8
Q
een buitenlander, een vreemdeling
A
un étranger
9
Q
verhinderen
A
empêcher
10
Q
iemand verbinden iets te doen
A
empêcher quelqu’un de faire quelque chose
11
Q
miljoen
A
million
12
Q
manier
A
manière
13
Q
weggaan, uitgaan
A
sortir
14
Q
prijs
A
prix
15
Q
termijn
A
terme
16
Q
op korte termijn
A
à court terme
17
Q
op lange termijn
A
à long terme
18
Q
lang
A
longtemps
19
Q
hernemen
A
reprendre
20
Q
gangbaar, gewoon
A
courant, courante
21
Q
op de hoogte zijn van
A
être au courant de
22
Q
elektrische stroom
A
courant électrique
23
Q
interesse, belang, interest
A
intérêt
24
Q
leiden
A
mener
25
informatie
information
26
ter informatie
à titre d'information
27
detail
détail
28
in detail
en détail
29
behoren, toebehoren
appartenir
30
toebehoren aan, deel uitmaken van
appartenir à
31
vrijheid
liberté
32
genoeg, voldoende, tamelijk
assez
33
riskeren, op het spel zetten, wagen
risquer
34
ieder, elk
chacun, chacune
35
betreffen
concerner
36
wat betreft
en ce qui concerne
37
betreffende
concernant
38
huis
maison
39
thuis
à la maison
40
eerst
d'abord
41
leren, vernemen
apprendre
42
niveau
niveau
43
ontmoeten
rencontrer
44
toon
ton
45
werk, oevre
oevre
46
creëren, scheppen
créer
47
toestand, staat, situatie
état
48
een staat
un Etat
49
bekomen
obtenir
50
helder, duidelijk
clair, claire
51
zoeken
chercher
52
binnengaan
entrer
53
een huis binnengaan
entrer dans une maison
54
voorstellen
proposer
55
meebrengen
apporter
56
programma
programme
57
ver
loin
58
lijn
ligne
59
hoofd
tête
60
hoofdpijn hebben
avoir mal à la tête
61
aan het hoofd staan van
être à la tête de
62
vrij
libre
63
gebruiken
utiliser
64
bereiken
atteindre
65
een doel bereiken
atteindre un but
66
proberen
tenter
67
laat
tard
68
eindelijk
enfin
69
verschillend
différent, différente
70
soort
sorte
71
nochtans, echter
cependant
72
onderwerp
sujet
73
importeren
simporter
74
actie
action
75
een actie ondernemen
entreprendre une action
76
relatie
relation
77
onderzoek
recherche
78
op zoek naar
à la recherche de
79
onderzoek doen
faire des recherches
80
boek
livre
81
toevoegen
ajouter
82
ergens anders
ailleurs
83
echt
vraiment
84
twijfel
doute
85
zonder twijfel
sans doute
86
rest
reste
87
begin
début
88
in het begin
au début
89
aanwezigheid
présence
90
talrijk, in groten getale
nombreux
91
produceren, maken
produire
92
zich voordoen, gebeuren
se produire
93
voorbereiden, maken
préparer
94
être en forme
in vorm zijn
95
vorm
forme
96
beslissing
décision
97
een beslissing nemen
prendre une décision
98
rol
rôle
99
tien
dix
100
product
produit
101
Amerikaans
américain, américaine
102
minuut
minute
103
oprichten, staan, omhoog richten
relever
104
evenveel, zolang, zowel
autant
105
volk
peuple
106
tweede
second, seconde
107
volgend
prochain, prochaine
108
een uitdaging aangaan
relever un défi
109
tot de volgende keer
à la prochaine fois
110
bijzonder, speciaal
particulier, particulière
111
schrijven
écrire
111
positie, plaats, houding
position
112
ontwikkeling
développement
113
verdedigen, verbieden
défendre
114
hoofd, baas
chef
115
economie
économie
116
inspanning
effort
117
onder, tussen, te midden van
parmi
118
lid
membre
119
trekken
tirer
120
oud, voormalig
ancien, ancienne
121
een oud-leerling
un ancien élève
122
mooi
beau, belle
123
vol
plein, pleine
124
oordelen, beoordelen
juger
125
vermijden
éviter
126
avond
soir
127
persoonlijk
personnel, personnelle
128
vanavond
ce soir
129
's avonds
le soir
130
het persoonlijk
le personnel
131
titel
titre
132
partij
parti
