W6 colleges Flashcards

(46 cards)

1
Q

Succes tijdens Erikson’s fase 1: Vertrouwen vs Wantrouwen wordt vooral gedetermineerd door …

A

De ouders.

> Betrouwbaar en Responsief ouderschap leidt tot vertrouwen

> Onzeker en onbetrouwbaar ouderschapleidt tot wantrouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hechting definitie

A

Sterke emotionele band tussen verzorgers en kind, wat relaties kan beïnvloeden gedurende het hele leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ethologen zoals Lorenz stellen dat hechting …

A

Een Biologisch voorgeprogrammeerde reactie is die vroeg postnataal plaatsvindt.

(zo lang een hechtingsfiguur aanwezig is)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hechting volgens behavioristen

A

Associatie voedsel + Hechtingsfiguur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Advies van Watson (behaviorisme) voor ouders tijdens de opvoeding:

A

> Emotionele afstand houden. Zacht en streng op basis van gedrag.

Behandel het kind als een kleine volwassene zodat het zelfstandig wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Harlow experiment

A

Aapjes + artificiele moeders waarvan 1 voedsel en 1 zachtheid had.

Kortetermijn: apen bij warme moeder, metalen moeder voor voedsel indien nodig. Toenaderingszoekend gedrag bij gevaar.

Langetermijn: Moederloze apen afwijkend sociaal gedrag, zoals angst voor soortgenoten of afwezigheid zorgzaam/seksueel gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat waren de korte en langetermijneffecten van het Harlow experiment met aapjes, en wat toont dit aan?

A

Toont aan dat de warme ouder-kind relatie een belangrijke basis voor verdere ontwikkeling is

Kortetermijn: apen bij warme moeder, metalen moeder voor voedsel indien nodig. Toenaderingszoekend gedrag bij gevaar.

Langetermijn: Moederloze apen afwijkend sociaal gedrag, zoals angst voor soortgenoten of afwezigheid zorgzaam/seksueel gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bowlby Hechtingstheorie wanneer treden de mijlpalen op?

  1. Niet-discriminerende sociale responsiviteit
  2. Discriminerende sociale responsiviteit
  3. Gerichte/gefocuste gehechtheid
  4. Doelgericht partnerschap
A

0-3 maanden: Niet-discriminerende sociale responsiviteit

4-6 maanden: Discriminerende sociale responsiviteit

7-8 maanden: Gerichte/gefocuste gehechtheid

3 jaar+: Doelgericht partnerschap

__________________

  1. Niet-discriminerende responsiviteit: geen duidelijke hechting, maar wel sociaal glimlachen
  2. Discriminerende responsiviteit: kleine voorkeur primaire verzorger (cortex +)
  3. Gerichte/gefocuste gehechtheid: duidelijke voorkeur primaire verzorger. (Referentie/verlatings/vreemdelingenangst).
  4. Doelgericht partnerschap: rekening houden met doelen van ouders en aanpassen van gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Beschrijf de hechtingstheorie mijlpalen Bowlby:

0-3 maanden: Niet-discriminerende sociale responsiviteit

4-6 maanden: Discriminerende sociale responsiviteit

7-8 maanden: Gerichte/gefocuste gehechtheid

3 jaar+: Doelgericht partnerschap

A
  1. Niet-discriminerende responsiviteit: geen duidelijke hechting, maar wel sociaal glimlachen
  2. Discriminerende responsiviteit: kleine voorkeur primaire verzorger (cortex +)
  3. Gerichte/gefocuste gehechtheid: duidelijke voorkeur primaire verzorger. (Referentie/verlatings/vreemdelingenangst).
  4. Doelgericht partnerschap: rekening houden met doelen van ouders en aanpassen van gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Referentie, verlatings- en vreemdelinegnangst komen op tijdens fase … van Bowlby

  1. Niet-discriminerende sociale responsiviteit
  2. Discriminerende sociale responsiviteit
  3. Gerichte/gefocuste gehechtheid
  4. Doelgericht partnerschap
A

Fase 3: Gerichte/gefocuste gehechtheid

7-8 maanden tot 3 jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De sensitieve periode van hechting is volgens Bowlby gelijk met de kritieke periode voor …

A

gelijktijdig met leren van mobiliteit is hechting kritieke periode. Hecthting = overlevingsvoordelig, vormt basis toekomstige relaties

> Veilige Uitvalsbasis: base om wereld te verkennen
Veilige Haven: terugkeer voor comfort bij gevaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Beschrijf veilige uitvalsbasis en veilieg haven Bowlby

A

> Veilige Uitvalsbasis: base om wereld te verkennen
Veilige Haven: terugkeer voor comfort bij gevaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bij de strange situation wordt gemeten …

A
  1. Reactie op het weggaan van moeder
  2. Reactie op de vreemde
  3. Reactie op terugkeer moeder
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

3 soorten onveilige hechting Strange Situation

A
  1. Vermijdend:
  2. Afwerend/ambivalent:
  3. Gedesorganiseerd/gedesoriënteerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hechtingservaringen hebben invloedop interne werkmodellen

Wat zijn dit?

A

Cognitieve representaties van anderen en zichzelf, wat belangrijk is voor sociale informatieverwerking en relatiegedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Interne werkmodellen veilig en onveilige hechting

A

Veilig: Positieve interne werkmodellen. “Ik verdien liefde en kan anderen vertrouwen”

Onveilig: Negatieve interne werkmodellen. “Het is moeilijk om van mij te houden en ik kan anderen niet vertrouwen”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

3 factoren voor veilige hechting

A
  1. Sensitief ouderschap: gevoeligheid voor behoeften/emoties/signalen kind
  2. Intergenerationele overdracht hechtingsstijl
  3. Afstemming/Match behoeften kind + steun omgeving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat gebeurt er met de hechtingsstijl van een kind als de omgeving veel verandert?

A

De hechtingsstijl is dan ook onzeker en kan veranderen.

Wanneer het omgeving stabiel is, is de hechtingsstijl ook stabiel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Effecten veilige hechting

A

+ Sociale vaardigheden
+ Zelfbeeld
+ Vriendschap kwaliteit

20
Q

Kritiek op strange situation en hechtingsstijlen

A

1 - Categorieën oversimplified

2 - Ongeorganiseerde hechting is een gemengde groep

3 - 20m is onvoldoende om de relatie te begrijpen

4 - Culturele verschillen van invloed op resultaten

21
Q

Is het percentage veilige hechting universeel?

A

60-70% globaal, dit is vrij stabiel. Maar culturele verschillen zijn er vooral in de verdeling van onveilige hechting

> Japan: Angstige hechting vaker. Baby’s vaker overstuur.

Duitsland: Vermijdende hechting vaker.

22
Q

Wanneer is deprivatie/gebrekkige emotionele aandacht tijdens jeugd (belemmering hechting) een doodstraf voor veilige hechting?

A

Veilige hechting is mogelijk afhankelijk van de timing en ernst van de situatie. Hoe vroeger een kind in een goed gezin wordt geadopteerd, hoe beter

B.v.

20mnd adoptie: 60% veilig
24mnd adoptie: 30% veilig

23
Q

Wat weten we over het effect van kinderopvang op hechting ouder+kind?

A

Geen negatief effect in VS, maar grote variatie afhankelijk van de kwaliteit en het aantal uren.

> Hechting verzorger + kind is cruciaal
Hierdoor is veel variatie van verzorgers negatief
En is voorspelbaarheid en structuur belangrijk

24
Q

4 soorten spel

A
  1. Solitair (alleen)
  2. Parallel (naast elkaar, niet samen)
  3. Associatief (naast elkaar, wisselen materiaal uit)
  4. Coöperatief (samenwerken)
25
Spel wordt vergeleken met de babytijd en 5-jarige leeftijd ...
Socialer en Fantasierijker. Hierna wordt het serieuzer en gebaseerd op regels, minder pretend play.
26
5 functies van spel
ontwikkeling op: 1. Motorisch (rijping/verfijning motoriek) 2. Cognitie (pretend play kinderen zijn cognitief sterker, executieve functies en creativiteit beter) 3. Taal (Pretend play leidt tot betere taalvaardigheden) 4. Sociaal (Sociaal pretend play leidt tot beter sociaal begrip en populariteit) 5. Emotioneel (Spelen leidt tot emotionele ontwikkeling door het uiten en reguleren van emoties)
27
De behoefte aan zelf-validatie en intimiteit ontstaat op ... leeftijd, en dient als oefening voor ...
9 jarige leeftijd. Hiervoor zoeken ze vaak een beste vriend, en dit dient als oefening voor volwassen romantiek
28
Wat is het hoofddoel van kinderen op de lagere school?
Sociale status. Piaget: tijdens de concreet operationele fase zijn kinderen zeer gevoelig voor sociale vergelijking.
29
Populariteit van kinderen is gerelateerd aan
1. Fysieke aantrekkelijkheid 2. Intelligentie 3. Sociale competentie 4. Emotieregulatie
30
Sociometrische status: beschrijf
Een score op basis van het aantal "meest" en "minst" geliefde nominaties, waardoor je ingedeeld wordt in 1 van 4 categorieën met een gemiddeld gebied. De continue uitkomstmaat (acceptatie min afwijzing) bepaalde de categorische uitkomstmaat 1. Populair (+pos, -neg) 2. Afgewezen (-pos, +neg) 3. Verwaarloosd (-pos, -neg) 4. Controversieel (+pos,+neg)
31
Redenen voor sociale uitsluiting/afwijzing
1. Interpersoonlijk: verschillen in aantrekkelijkheid, sociale/persoonskenmerken etc. (bv verlegen) 2. Intergroep: vooroordelen mbt groepslidmaatschap, zoals etniciteit, SEC, taal, gender, cultuur, religie of nationaliteit.
32
Gevolgen sociale uitsluiting
1. Welzijnsproblemen 2. Academische problemen 3. Prosociaal gedrag afname 4. Lage eigenwaarde 5. Internaliserende problemen (depressief) 6. Externaliserende problemen (agressief)
33
Bullying/pesten:
Directe schade toebrengen aan leeftijdsgenoot door woorden of daden B.v. 1. Fysiek pesten 2. Cyberpesten
34
Prevalentie pesten 11-15 jarigen
26% herhaaldelijk of tenminste 2-3x per maand Grote culturele verschillen: <10% scandinavië, 40% Baltische landen
35
Wat is de hoofdmotivatie om te pesten voor kinderen?
Status. Pesten en sociaal uitsluiten leidt dan ook tot een hogere status bij de andere sekse.
36
Gevolgen voor tieners en volwassenen van pesten kindertijd
Tieners: 1. Angst, depressie, suïcidaliteit 2. Slaapproblemen 3. Psychotische ervaringen 4. Ongezond gedrag Volwassenen: 1. Slechte prestaties, inkomen, baankans 2. Slechte financiën 3. Slechte relaties
37
Inflammatiemarkers experiment pesten
Gepeste mensen krijgen meer inflammatiemarkers en dit blijft door in volwassenheid > pesters hebben het minste, zelfs minder dan onpartijdige mensen
38
2 soorten interventies pesten
1. Sociale vaardigheidstraining: slachtoffers of hoge risico groepen helpen. Wisselende resultaten of geen effect. - Oneffectief wanneer pesten afhankelijk is van groepslidmaatschap 2. Antipestprogramma's: succesvolle vermindering van pesten en houdingen aanpassen.
39
Zijn ouders of leeftijdsgenoten belangrijker tijdens: Kindertijd Adolescentie
kindertijd: ouders adolescentie: leeftijdsgenoten
40
Beste ouderschap tijdens adolescentie?
veiligheid + aanmoediging autonomie Veilig hechting is cruciaal voor de ontwikkeling van: 1. Identiteit/eigenwaarde 2. Sociale vaardigheid 3. Emotionele aanpassing 4. Hechting anderen
41
Adolescenten kiezen vriendschappen op basis van:
1. Fysieke kenmerken 2. Gedrag 3. Psychologische kwaliteiten
42
3 stadia daten adolescentie
1. Romantische aantrekking (11-13jaar). Puberteit leidt tot interesse en domineert gesprekken met vrienden. Verliefdheid. 2. Exploreren van romantische relaties (14-16jaar). Casual en groepsdating 3. Versterken van dyadische romantische banden (17-19jaar). Serieuzere relaties, sterke banden die stabieler en duurzamer zijn.
43
Standaardhypothese invloed van leeftijdsgenoten op adolescenten
Invloed neemt toe in de vroege adolescentie en af in de late adolescentie. Curvilineair verloop
44
Alternatieve hypothese Steinberg & Monahan van leeftijdsgenoten op adolescenten
Beïnvloedingskracht neemt geleidelijk af gedurende de adolescentie - Afname: Tussen 14 en 18 jaar afname. - Geen toename vroege adolescentie: Tussen 10 en 14, en tussen 18 en 30 jaar is geen verschil.
45
Gesimuleerde rijtaak bewijs voor invloed peers op adolescenten
Risicovoller gedrag wanneer leeftijdsgenoten erbij waren vergeleken met volwassenen.
46
Binge drinking onderzoek invloed leeftijdsgenoten tieners
Tieners zijn gevoeliger voor het effect van leeftijdsgenoten. Meer binge drinking wanneer bij leeftijdsgenoten