A1-A2-16 Flashcards
(138 cards)
Laura is calling me
Laura belt mij
I am being called by laura
Ik word door Laura gebeld.
I am hired at that new job.
Ik ben aangenomen voor die nieuwe baan
My bike has been stolen yesterday.
Mijn fiets is gisteren gestolen.
Someone is calling me.
Iemand belt mij.
I am being called.
Ik word gebeld
Laura celled me
Laura belde mij
I was called
Ik werd gebeld
Laura called me (finished)
Laura heeft mij gebeld
I have been called by laura
Ik ben door laura gebeld
Laura had called me
Laura had mij gebeld
I had been called by laura
Ik was door laura gebeld
I went to the dentist
Ik ben naar de tandarts gegaan.
Paul has graduated yesterday
Paul is gisteren afgestudeerd.
I am hired by kim
Ik ben door kim aangenomen.
I was at/with a friend today.
Ik was vandaag bij mijn vriendin.
Belive
Geloven
Wallet/purse
De Portemonnee
After that
Nadat
Report
Aangifte doen
To sit
Zetten (ik zit)
I was sitting
Ik zat
At a terrace
Op een terrace
Such nice weather
Zulk lekker weer