Inburgering Flashcards
1
Q
Laws
A
Wetten
2
Q
The news
A
Het nieuws
3
Q
Governance/management
A
Het bestuur
4
Q
To Built
A
Bouwen
5
Q
Renovate
A
Verbouwen
6
Q
Flood
A
overstroming (de)
7
Q
To bark (dog)
A
Blaffen
8
Q
Housing association
A
Woningbouw-vereniging(de)
9
Q
To move
A
Verhuizen
10
Q
Noise
A
Lawaai (het)
11
Q
To warn
A
Waarschuwen
12
Q
To be informed
A
Ingelicht (inlichten)
13
Q
Hospital
A
Ziekenhuis
14
Q
Waiting room
A
(De) wachtruimte
15
Q
Employee (woman)
A
Medewerkster (de)
16
Q
Report/announce first
A
Eerst melden
17
Q
Referral letter
A
Verwijsbrief (de)
18
Q
board
A
Bordje (het)
19
Q
Off
A
Uit
20
Q
To call
A
Te bellen
21
Q
Office/bureau
A
Kantoor
22
Q
The case
A
De zaak
23
Q
Job
A
Baan/werk
24
Q
Boss
A
Baas
25
Tells
Vertelt
26
Department
Afdeling
27
Purchase
İnkoop
28
To hand in/ give in
İnleveren
29
To call
Bellen
30
Transfer (phone)/put through
Doorverbinden
31
To approve
Verbeteren
32
To follow
Volgen (volgt)
33
Job
Opdracht
34
Send
To send an email
Versturen
Een email sturen
35
Lost
Kwijt / weg
36
Valid
Geldig
37
Postman
Postbode
38
Post office
Post bedrijf
Bedrijf - company
39
Someone
Iemand
40
With experience
Met ervaring
41
Arranged
Geregeld
42
To get up
Opstaan
43
Early
Vroeg
44
To become
Worden
45
Who should lars contact?
Met wie moet Lars contact opnemen?
46
Special
Bijzonder
47
The busiest
De drukste
48
Whole year
Hele jaar
49
Ever
Ooit
50
The most trouble/suffer
Het meeste last
51
In the queue
In de rij
52
Parking lot
Parking plaats
53
To wait
Wachten
54
Tidy up
Opruimen
55
Stuff
Spullen
56
To explain
Uitleggen
57
Complete/finish
Afmaken
58
Key
Sleutel
59
To hand in
Inleveren
60
To give
Geven
61
Conversation
Gesprek
62
Often
Vaak
63
Ennough/sufficient
Genoeg
64
Properly
Netjes
65
Inappropriate
Niet netjes
66
Unfriendly
Onvriendelijk
67
Weather forecast
Weer bericht (verberaykt)
68
To rain
Regenen
69
Storms
Onweren
70
Freeze
Vriezen
71
A few
Een par
72
Degrees
Graden
73
About/approx
Ongeveer
74
Broadcast
Omroepbericht
75
To Register
Aanmelden
76
Each other
Elkaar
77
Closed
Gesloten
78
Lighting
Werlichting
79
A message/report
Een bericht
80
On the way
Onderweg
81
Turn left
Linksaf
82
Turn right
Rechtsaf
83
Visitors
Bezoekers
84
Otherside
Overkant
85
Construction company
Bouwbedrijf
86
To call him
Belt hem op
87
Pick up/take
Meenemen
88
Helmet
Een helm
89
Work clothes
Werkleding (kleding) c
90
Safety glasses
Veiligheidsbril
91
Safety
Veiligheid
92
Chefcourse
Koksopleiding
93
Course
Opleiding
94
Fellow students
Medecursisten
95
Colleague
Medewerker
96
Delayed
Vertraging
97
Often
Vaak
98
More often
Vaker
99
Few/less
Minder
100
John is at his work.
John is op zijn werk
101
To explain
Uitleggen
102
Susan explains what he needs to do
Susan legt uit wat hij moet doen
103
To press pause button
Op de pauze knop
104
To call the technic service
De technische dienst bellen
105
To solve
Oplossen
106
Wholeseller
Een groothandel
107
Entered
İngespraken
108
I work at a chemical company
Ik werk bij een chemisch bedrijf.
109
Company
Bedrijf
110
To cut
Snijden
111
Thick
Dikke patat
112
Gray cans
Grijze blikjes
113
Where should Hamza send the bill?
Waar moet Hamza de rekening naartoe sturen?
114
Send
Sturen
115
To somewhere
Naartoe
116
To bring
Brengen
117
Roxana brings
Roxana brengt
118
Doughter
Dochter
119
Talk to someone
Tegen iemand praten
120
Another mother speaks to Roxana
Een andere moeder praat tegen Roxana
121
Pick her up
Haar ophalen
122
Message
Bericht
123
To explain
Uitleggen
124
To lock up/close
Afsluiten
125
Job
Baan
126
Most
Meeste
127
Refill
Bijvullen
128
Wipe/clean
Schoonvegen
129
Dish washer
De vaatwasser
130
To empty
Leegmaken
131
Full
Vol
132
Workplace
Werkplek
133
Floor
Verdieping
134
On the groundfloor
Op de begane grond
135
On the second floor
Op detweede verdieping
136
Follow
Volgen
137
Coursemate
Een medecursist
138
During the
Tijdens de
139
Trip
Excursie
140
Sailing with a boat
Varen met een boot
141
Walk
Wandelen
142
From who
Van wie
143
Get
Krijgen
144
Assignments
Opdrachten
145
Errors
Fauten
146
Order
Volgorde/bestelling
147
To write letters
Brieven schrijven
148
Once
Een keer
149
Lost
Kwijt
150
Shortly
Binnenkort
151
To marry
Trouwen
152
In three days
In drie dagen
153
Knowledge
Kennis
154
To be knowledged
Kennismaken
155
Hand in
Inleveren
156
Dry
Droog
157
The sun
De zon
158
To shine
Schijnen
159
Blow
Waaien
160
Few
Weinig
161
Guests
Gasten
162
Asked
gevraagd
163
To agree/settle
Afspreken
164
Preferably
Het liefst
165
Bike tour
Fietstocht
166
Brought
Gebracht
167
Floor
Verdieping
168
Departments
Afdelingen
169
Appointment
Afspraak
170
Owner
Verhuurder
171
Unfortunately
Helaas
172
Send a message
Bericht sturen
173
Front door
Voordeur
174
In the cellar
In de kelder
175
Deposit
De borg
176
Sign up
Zichinschrijven
177
Everyone
Iedereen
178
In the back
Achterin
179
Calculate
Berekenen
180
With which
Waarme
181
Contest
Wed strijd
182
Farmers
Boeren
183
Two days ago
Twee dagen geleden
184
Earlier
Eerder
185
As a mechanic
Als monteur
186
Broken
Kapot
187
The doors
De deuren
188
Ask for help
Hulp vragen
189
Stomachache
Buikpijn
190
Pick up from school
Van school halen
191
Letter
Brief
