Eva 10.17 hete Flashcards
(120 cards)
1
Q
as in the old days
A
als vanouds
2
Q
apparently, obviously, evidently,
A
klaarblijkelijk (3)
3
Q
outwardly / külsőleg
A
uiterlijk
4
Q
ostensibly, seemingly / látszólag
A
ogenschijnlijk (2)
5
Q
professedly / bevalottan
A
belijdenis
6
Q
avowedly / nyíltan
A
openlijk
7
Q
supposedly, allegedly, reputedly / állítólag
A
zogenaamd (3)
8
Q
putatitiously, presumably, likely, probably, assumedly / állítólagosan, feltehetőleg (3)
A
vermoedelijk, waarschijnlijk, aannemelijk (5)
9
Q
conjectural, speculative, theorethical, hypothetical / feltevésen alapuló
A
vermoedens (4)
10
Q
to ring a bell
A
een belletje rinkelen
11
Q
about sixty years old
A
een jaar of zestig
12
Q
I do not care
A
het maakt me niet uit
13
Q
hint / célzás
A
wenk
14
Q
under the breath
A
binnensmonds
15
Q
joyless
A
vreugdeloos
16
Q
deservedly, truly
A
terecht (2)
17
Q
somewhat
A
enigszins
18
Q
lover, fancier / szakértő, rajongó
A
liefhebber (2)
19
Q
undeserved
A
onverdienstelijk
20
Q
in order to compensate / kompenzálása érdekében
A
ter compensatie voor…
21
Q
salvation
A
zaligheid
22
Q
he didn’t make it
A
hij heeft het niet gehaald
23
Q
halfway through
A
halverwege
24
Q
suddenly bright
A
ineens fel
25
clap, blow / taps, ütés
klap
26
that must have been a blow
dat moet een klap zijn geweest
27
on a pedestal / talapzaton
op een voetstuk
28
heretic, misbeliever / eretnek
ketter
29
to break down, to die, to go bankrupt (4)
naar de gallemiezen gaan, kapotgaan, doodgaan, failliet gaan (3)
30
pathetic, sad, sorrowful, dolorous (5)
triest, treurig, verdrietig, somber, droevig (4)
31
under the spell of the bastard
in de ban van die schoft
32
pregnant
zwanger
33
inconsolable, heartbroken, devastated / vigasztalhatatlan
ontroostbaar (3)
34
witch
heks
35
drunkard / iszákos
dronkenlap
36
compassionate / könyörületes
meelevend
37
warmharted /melegszívű
hartelijk
38
justice, righteousness / igazságszolgáltatás
gerechtigheid (2)
39
just like that
zomaar
40
instead of
in plaats van
41
silly / bolondos
onnozel
42
squabble / perpatvar
gehakketak
43
standing up / állva
overeind
44
obnoxious / kellemetlen
onhebbelijk
45
to verify / elenőrizni
verifiëren
46
noisy (2)
rumoerig, lawaaierig
47
belch / böfögés
oprisping
48
to burp, to belch / böfög (2)
boeren, oprispen (2)
49
to cough (2)
hoesten, kuchen
50
to sneeze
niezen
51
to fart
scheten
52
except
behalve
53
walking around on two legs
op twee benen rondlopen
54
to support
steunen
55
on the contrary
integendeel
56
to hate
hebben een hekel aan
57
to spend time
doorbrengen
58
to spend on
besteden aan
59
boozer / részeges
druiloor
60
not true
nietwaar
61
als vanouds
as in the old days
62
klaarblijkelijk (3)
apparently, obviously, evidently,
63
uiterlijk
outwardly / külsőleg
64
ogenschijnlijk (2)
ostensibly, seemingly / látszólag
65
belijdenis
professedly / bevalottan
66
openlijk
avowedly / nyíltan
67
zogenaamd (3)
supposedly, allegedly, reputedly / állítólag
68
vermoedelijk, waarschijnlijk, aannemelijk (5)
putatitiously, presumably, likely, probably, assumedly / állítólagosan, feltehetőleg (3)
69
vermoedens (4)
conjectural, speculative, theorethical, hypothetical / feltevésen alapuló
70
een belletje rinkelen
to ring a bell
71
een jaar of zestig
about sixty years old
72
het maakt me niet uit
I do not care
73
wenk
hint / célzás
74
binnensmonds
under the breath
75
vreugdeloos
joyless
76
terecht (2)
deservedly, truly
77
enigszins
somewhat
78
liefhebber (2)
lover, fancier / szakértő, rajongó
79
onverdienstelijk
undeserved
80
ter compensatie voor...
in order to compensate / kompenzálása érdekében
81
zaligheid
salvation
82
hij heeft het niet gehaald
he didn't make it
83
halverwege
halfway through
84
ineens fel
suddenly bright
85
klap
clap, blow / taps, ütés
86
dat moet een klap zijn geweest
that must have been a blow
87
op een voetstuk
on a pedestal / talapzaton
88
ketter
heretic, misbeliever / eretnek
89
naar de gallemiezen gaan, kapotgaan, doodgaan, failliet gaan (3)
to break down, to die, to go bankrupt (4)
90
triest, treurig, verdrietig, somber, droevig (4)
pathetic, sad, sorrowful, dolorous (5)
91
in de ban van die schoft
under the spell of the bastard
92
zwanger
pregnant
93
ontroostbaar (3)
inconsolable, heartbroken, devastated / vigasztalhatatlan
94
heks
witch
95
dronkenlap
drunkard / iszákos
96
meelevend
compassionate / könyörületes
97
hartelijk
warmharted /melegszívű
98
gerechtigheid (2)
justice, righteousness / igazságszolgáltatás
99
zomaar
just like that
100
in plaats van
instead of
101
onnozel
silly / bolondos
102
gehakketak
squabble / perpatvar
103
overeind
standing up / állva
104
onhebbelijk
obnoxious / kellemetlen
105
verifiëren
to verify / elenőrizni
106
rumoerig, lawaaierig
noisy (2)
107
oprisping
belch / böfögés
108
boeren, oprispen (2)
to burp, to belch / böfög (2)
109
hoesten, kuchen
to cough (2)
110
niezen
to sneeze
111
scheten
to fart
112
behalve
except
113
op twee benen rondlopen
walking around on two legs
114
steunen
to support
115
integendeel
on the contrary
116
hebben een hekel aan
to hate
117
doorbrengen
to spend time
118
besteden aan
to spend on
119
druiloor
boozer / részeges
120
nietwaar
not true
