Eva 11.21 hete 1 Flashcards
(210 cards)
1
Q
conservatory / melegház
A
serre
2
Q
lynx / hiúz
A
lynx
3
Q
loose / laza
A
los
4
Q
to hesitate
A
aarzelen
5
Q
bravado / hősködés
A
bravoure
6
Q
poster / poszter, plakát
A
affiche
7
Q
spray / permetezés
A
spuiten
8
Q
claw / karom
A
klauw
9
Q
counter, kitchen dresser
A
aanrecht (2)
10
Q
grease pot / zsíros bödön
A
vetpot
11
Q
recently
A
onlangs
12
Q
canvas
A
doek
13
Q
sign
A
teken
14
Q
at sign
A
ten teken
15
Q
money (2)
A
geld, poen
16
Q
to change
A
verwisselen
17
Q
needle
A
naald
18
Q
at ease / könnyedén
A
in gemak
19
Q
interference / zavarás
A
bemoeienis
20
Q
almost surprised
A
quasiverbaasd
21
Q
common / gyakori, közönséges
A
gangbaar
22
Q
to shame / megszégyenít, megszégyenül
A
beschamen
23
Q
pondering / töprengve
A
in gepeins
24
Q
earthquake
A
aardbeving
25
towel
handdoek
26
shot
opname
27
jam / lekvár
jam
28
equal amount
evenveel
29
equal amount of jam in all jars
in alle potten evenveel jam komt
30
to store
bewaren
31
sweet
zoet
32
description
omschrijving
33
to decrease contacts
afnemen van contacten
34
to leave work
werk laten liggen
35
resident
woonachtig
36
accessible
toegankelijk
37
chicory / cikória
witlof
38
box / láda
kist
39
display / elrendezés
uitstallen
40
don't put too much in the store at once
niet te veel tegelijk in de winkel leggen
41
it will get better and better
het zal steeds beter lukken
42
leisure activity
vrijetijdsbesteding
43
to leave, to abandon
verlaten (2)
44
lecture / előadás
college
45
getting a diploma
diploma halen
46
to seem
lijken
47
in the 1930s
in de jaren 30
48
in two weeks
over twee weken
49
such
dergelijk
50
decent / megfelelő
degelijk
51
solid / tartós
solide
52
to redo
overdoen
53
opposite
tegenovergesteld
54
parallel
paralell
55
by far
verreweg
56
to snap / csattan
knappen
57
to redecorate
opknappen
58
to paint (2)
verven, schilderen
59
brush
kwast
60
breeder / tenyésztő
kweker
61
nursery garden / faiskola
kwekerij
62
to grow
telen
63
cultivation / megművelés, termesztés
teelt
64
to count
tellen
65
bin / kuka
bak
66
container
container
67
closet, cupboard
kast
68
to shove, to push (2)
schuiven, duwen (2)
69
doek
cloth
70
in terms of length / hosszát tekintve
qua lengte
71
roadmap
stappenplan
72
candle
kaars
73
apparentely
ogenschijnlijk
74
effortlessly
moeiteloos
75
to replace
vervangen
76
slippers
sloffen
77
far from the truth
bezijden de waarheid
78
doorstep, threshold / küszöb (2)
stoep, drempel (2)
79
to pour (2)
gieten, (in)schenken
80
to precede / megelőzni időben
voorgaan
81
scissors
schaar
82
in bite-size
in hapklare punt
83
eager
gretig
84
glue
lijm
85
moisturem, humidity / nedvesség
vocht
86
to intrude / tolakodik
binnendringen
87
lawful
wettig
88
unspoken
onuitgesproken
89
encouragement
aanmoediging
90
meaningless
nietszeggend
91
panting / zihálva
hijgend
92
to exorcise / kifüstöl, ördögöt űz
bezweren
93
to hurt, to injure
bezeren (2)
94
to introduce, to propose, to suggest
voorstellen (3)
95
to cane / megvesszőz, megbotoz
matten
96
high time
de hoogste tijd
97
considered / figyelembe vett
overwogen
98
keep an eye on / szemmel tart
in de gaten houden
99
puzzle
raadsel
100
careful
voorzichtig
101
transparent (2)
doorzichtig, transparant
102
scene
tafereel
103
to admit
toegeven
104
jerk (2)
ruk, eikel
105
collar
kraag
106
serre
conservatory / melegház
107
lynx
lynx / hiúz
108
los
loose / laza
109
aarzelen
to hesitate
110
bravoure
bravado / hősködés
111
affiche
poster / poszter, plakát
112
spuiten
spray / permetezés
113
klauw
claw / karom
114
aanrecht (2)
counter, kitchen dresser
115
vetpot
grease pot / zsíros bödön
116
onlangs
recently
117
doek
canvas
118
teken
sign
119
ten teken
at sign
120
geld, poen
money (2)
121
verwisselen
to change
122
naald
needle
123
in gemak
at ease / könnyedén
124
bemoeienis
interference / zavarás
125
quasiverbaasd
almost surprised
126
gangbaar
common / gyakori, közönséges
127
beschamen
to shame / megszégyenít, megszégyenül
128
in gepeins
pondering / töprengve
129
aardbeving
earthquake
130
handdoek
towel
131
opname
shot
132
jam
jam / lekvár
133
evenveel
equal amount
134
in alle potten evenveel jam komt
equal amount of jam in all jars
135
bewaren
to store
136
zoet
sweet
137
omschrijving
description
138
afnemen van contacten
to decrease contacts
139
werk laten liggen
to leave work
140
woonachtig
resident
141
toegankelijk
accessible
142
witlof
chicory / cikória
143
kist
box / láda
144
uitstallen
display / elrendezés
145
niet te veel tegelijk in de winkel leggen
don't put too much in the store at once
146
het zal steeds beter lukken
it will get better and better
147
vrijetijdsbesteding
leisure activity
148
verlaten (2)
to leave, to abandon
149
college
lecture / előadás
150
diploma halen
getting a diploma
151
lijken
to seem
152
in de jaren 30
in the 1930s
153
over twee weken
in two weeks
154
dergelijk
such
155
degelijk
decent / megfelelő
156
solide
solid / tartós
157
overdoen
to redo
158
tegenovergesteld
opposite
159
paralell
parallel
160
verreweg
by far
161
knappen
to snap / csattan
162
opknappen
to redecorate
163
verven, schilderen
to paint (2)
164
kwast
brush
165
kweker
breeder / tenyésztő
166
kwekerij
nursery garden / faiskola
167
telen
to grow
168
teelt
cultivation / megművelés, termesztés
169
tellen
to count
170
bak
bin / kuka
171
container
container
172
kast
closet, cupboard
173
schuiven, duwen (2)
to shove, to push (2)
174
cloth
doek
175
qua lengte
in terms of length / hosszát tekintve
176
stappenplan
roadmap
177
kaars
candle
178
ogenschijnlijk
apparentely
179
moeiteloos
effortlessly
180
vervangen
to replace
181
sloffen
slippers
182
bezijden de waarheid
far from the truth
183
stoep, drempel (2)
doorstep, threshold / küszöb (2)
184
gieten, (in)schenken
to pour (2)
185
voorgaan
to precede / megelőzni időben
186
schaar
scissors
187
in hapklare punt
in bite-size
188
gretig
eager
189
lijm
glue
190
vocht
moisturem, humidity / nedvesség
191
binnendringen
to intrude / tolakodik
192
wettig
lawful
193
onuitgesproken
unspoken
194
aanmoediging
encouragement
195
nietszeggend
meaningless
196
hijgend
panting / zihálva
197
bezweren
to exorcise / kifüstöl, ördögöt űz
198
bezeren (2)
to hurt, to injure
199
voorstellen (3)
to introduce, to propose, to suggest
200
matten
to cane / megvesszőz, megbotoz
201
de hoogste tijd
high time
202
overwogen
considered / figyelembe vett
203
in de gaten houden
keep an eye on / szemmel tart
204
raadsel
puzzle
205
voorzichtig
careful
206
doorzichtig, transparant
transparent (2)
207
tafereel
scene
208
toegeven
to admit
209
ruk, eikel
jerk (2)
210
kraag
collar
