Eva 11.14 hete 4 Flashcards
(172 cards)
1
Q
to display / megjelenít
A
weergeven
2
Q
to indicate / jelez
A
aangeven
3
Q
fixed connection
A
vaste verbinding
4
Q
introduction, preface / előszó
A
inleiding (2)
5
Q
mighty, powerful
A
machtig
6
Q
to tempt / megkísérteni
A
verleiden
7
Q
to fasten, to bind / rögzít, köt, kötelez
A
aanbinden (2)
8
Q
against that
A
daartegenover
9
Q
to lock out / kizárni
A
buitensluiten
10
Q
purposeful / tervszerű
A
doelbewust
11
Q
exclusion / kirekesztés
A
uitsluiting
12
Q
subtler way / finomabb módon
A
subtielere manier
13
Q
less educated
A
lager opgeleid
14
Q
preposition
A
voorzetsel
15
Q
significantly
A
beduidend
16
Q
nominalization / (az igét főnévként használják)
A
nominalisering
17
Q
excessive / túlzott
A
buitensporig
18
Q
prose / próza
A
proza
19
Q
cause (2)
A
reden, oorzaak
20
Q
to enter
A
betreden
21
Q
educator / pedagógus
A
opvoeder
22
Q
disadvantage, drawback (2)
A
achterstand, nadeel (2)
23
Q
to control, to dominate
A
beheersen (2)
24
Q
thereafter, then
A
vervolgens (2)
25
discourse / társalgás
discours
26
to lose sight of / szem elől téveszteni
uit het oog verliezen
27
inseparable / elválaszthatatlan
onlosmakelijk
28
brightness / fényerősség
helderheid
29
brevity / tömörség
kortheid
30
needless to say (2)
vanzelfsprekend, onnodig te zeggen
31
originating / származó
afkomstig
32
confusing
verwarrend
33
to differ
afwijken
34
common / gyakori
gangbaar
35
to be due, forward
toekomen (2)
36
gap
kloof
37
testing ground
proeftuin
38
enrichment / dúsítás
verrijking
39
vocabulary
woordenschat
40
to guess
raden
41
summary
opsomming
42
first
ten eerste
43
in the first place
in de eerste plaats
44
further, additional
verder (2)
45
moreover
bovendien
46
beside
daarnaast
47
another
nog een
48
furthermore
voorts
49
added to this
daar komt bij dat
50
contradiction / ellentmondás
tegenstelling
51
nevertheless
niettemin
52
on the other hand
daarentegen
53
on the one hand, on the other hand
enerzijds, anderzijds
54
on the one hand…on the other hand
aan de ene kant … aan de andere kant
55
unlike
in tegenstelling totdeclaration
56
unlike
in tegenstelling totdeclaration
57
unlike
in tegenstelling totdeclaration
58
declaration
verklaring
59
therefore, therefore / ezért, tehát
daarom, daardoor
60
the cause of this is
de oorzaak hiervan is
61
this explains why
dit verklaart waarom
62
the consequence of this is that
het gevolg hiervan is dat
63
since, as
aangezien (2)
64
because (3)
doordat, omdat, want
65
this has led to
dit heeft geleid tot
66
this entails that / ez azzal jár
dit brengt met zich mee dat
67
explanation
toelichting
68
in other words
met andere woorden
69
it goes like this / ez így megy
gaat als volgt
70
are the following
zijn de volgende
71
there are many problems with
er zijn veel problemen met
72
works as follows
gaat als volgt in zijn werk
73
to conclude
concluderen
74
it follows that / ebből következik, hogy
hieruit volgt dat
75
in conclusion
concluderend
76
from something we can deduce that / valamiből arra következtethetünk
uit iets kunnen we afleiden dat
77
to summarise
samenvatten
78
summarizing
samenvattend
79
in short
kortom
80
we have now seen that
we hebben nu gezien dat
81
all things considered / mindent egybevetve
alles overziend
82
offering an opinion
mening geven
83
in my opinion
volgens mij
84
in my opinion (2)
naar mijn mening, in mijn opinie
85
I agree with that
Daar ben ik het mee eens
86
I am of the opinion that / azon a véleményen vagyok
Ik ben van mening dat
87
weergeven
to display / megjelenít
88
aangeven
to indicate / jelez
89
vaste verbinding
fixed connection
90
inleiding (2)
introduction, preface / előszó
91
machtig
mighty, powerful
92
verleiden
to tempt / megkísérteni
93
aanbinden (2)
to fasten, to bind / rögzít, köt, kötelez
94
daartegenover
against that
95
buitensluiten
to lock out / kizárni
96
doelbewust
purposeful / tervszerű
97
uitsluiting
exclusion / kirekesztés
98
subtielere manier
subtler way / finomabb módon
99
lager opgeleid
less educated
100
voorzetsel
preposition
101
beduidend
significantly
102
nominalisering
nominalization / (az igét főnévként használják)
103
buitensporig
excessive / túlzott
104
proza
prose / próza
105
reden, oorzaak
cause (2)
106
betreden
to enter
107
opvoeder
educator / pedagógus
108
achterstand, nadeel (2)
disadvantage, drawback (2)
109
beheersen (2)
to control, to dominate
110
vervolgens (2)
thereafter, then
111
discours
discourse / társalgás
112
uit het oog verliezen
to lose sight of / szem elől téveszteni
113
onlosmakelijk
inseparable / elválaszthatatlan
114
helderheid
brightness / fényerősség
115
kortheid
brevity / tömörség
116
vanzelfsprekend, onnodig te zeggen
needless to say (2)
117
afkomstig
originating / származó
118
verwarrend
confusing
119
afwijken
to differ
120
gangbaar
common / gyakori
121
toekomen (2)
to be due, forward
122
kloof
gap
123
proeftuin
testing ground
124
verrijking
enrichment / dúsítás
125
woordenschat
vocabulary
126
raden
to guess
127
opsomming
summary
128
ten eerste
first
129
in de eerste plaats
in the first place
130
verder (2)
further, additional
131
bovendien
moreover
132
daarnaast
beside
133
nog een
another
134
voorts
furthermore
135
daar komt bij dat
added to this
136
tegenstelling
contradiction / ellentmondás
137
niettemin
nevertheless
138
daarentegen
on the other hand
139
enerzijds, anderzijds
on the one hand, on the other hand
140
aan de ene kant … aan de andere kant
on the one hand…on the other hand
141
in tegenstelling totdeclaration
unlike
142
in tegenstelling totdeclaration
unlike
143
in tegenstelling totdeclaration
unlike
144
verklaring
declaration
145
daarom, daardoor
therefore, therefore / ezért, tehát
146
de oorzaak hiervan is
the cause of this is
147
dit verklaart waarom
this explains why
148
het gevolg hiervan is dat
the consequence of this is that
149
aangezien (2)
since, as
150
doordat, omdat, want
because (3)
151
dit heeft geleid tot
this has led to
152
dit brengt met zich mee dat
this entails that / ez azzal jár
153
toelichting
explanation
154
met andere woorden
in other words
155
gaat als volgt
it goes like this / ez így megy
156
zijn de volgende
are the following
157
er zijn veel problemen met
there are many problems with
158
werkt als volgt
works as follows
159
concluderen
to conclude
160
hieruit volgt dat
it follows that / ebből következik, hogy
161
concluderend
in conclusion
162
uit iets kunnen we afleiden dat
from something we can deduce that / valamiből arra következtethetünk
163
samenvatten
to summarise
164
samenvattend
summarizing
165
kortom
in short
166
we hebben nu gezien dat
we have now seen that
167
alles overziend
all things considered / mindent egybevetve
168
mening geven
offering an opinion
169
volgens mij
in my opinion
170
naar mijn mening, in mijn opinie
in my opinion (2)
171
Daar ben ik het mee eens
I agree with that
172
Ik ben van mening dat
I am of the opinion that / azon a véleményen vagyok
