Eva 11.21 hete 3 Flashcards
(92 cards)
to appraise / felmérni
taxeren
amiable, friendly (2)
beminnelijk, vriendelijk (2)
imperturbable / rendíthetetlen
onverstoorbaar
stuffy / dohos
benauwde
to find
aantreffen
to slip away / elszalad
ontglippen
statement
mededeling
to freeze
bevriezen
grip / markolat
greep
to shoot (2)
schieten, doodschieten
to sleep away / kialussza a betegséget
verslapen
to oversleep
verslapen
to sleep off / elalszik
uitslapen
to dawn / hajnalodik, virrad, megvilágosodik (2)
dagen, aanbreken
dawn
ochtendgloren
Thursday dawned bright and sunny
Donderdag begon helder en zonnig
fury
woede
claw
klauw
hands off / el a kezekkel
afblijven
sky high
torenhoog
execution / végrehajtás (2)
executie, uitvoering
to turn of / kifordulni
uitzetten
to turn off / lekapcsolni
uitschakelen
except for
behalve