Eva 11.07 hete 2 Flashcards
(272 cards)
1
Q
benefit, advantage
A
voordeel (2)
2
Q
disadvantage, drawback
A
nadeel (2)
3
Q
on the contrary / éppen ellenkezőleg
A
Integendeel
4
Q
contrariwise, conversely / ellenkezőleg
A
omgekeerd
5
Q
other way around, vice versa / fordítva (2)
A
omgekeerd, vice versa (2)
6
Q
to excel / jeleskedik
A
uitblinken
7
Q
to take top position
A
toppositie innemen
8
Q
to attract / vonzani
A
aantrekken
9
Q
to belong to
A
behoren tot
10
Q
bowel examination / bélvizsgálat
A
darmonderzoek
11
Q
manipulable
A
manipuleerbaar
12
Q
the article was published
A
het artikel is gepubliceerd
13
Q
publication
A
publicatie
14
Q
weapon
A
wapen
15
Q
and so forth
A
enzovoorts
16
Q
the nature of the frequency of the quotes
A
de aard van de frequentie van de quotes
17
Q
fraud case / csalási ügy
A
fraudezaak
18
Q
to commit
A
plegen
19
Q
order / sorrend (2)
A
rangorde, volgorde
20
Q
order, regulation
A
ordening (2)
21
Q
order / rendelés
A
het ordenen
22
Q
professor
A
hoogleraar
23
Q
data
A
gegevens
24
Q
dissatisfaction
A
onvrede
25
you can search specifically
je kunt gericht zoeken
26
he focuses his attention on
hij richt zijn aandacht op
27
I want to focus on
ik wil me richten op
28
to move, to displace (3-forms)
verschuiven, verschoof, h.verschoven
29
attendance
opkomst
30
outlier / kiugró
uitschieter
31
an independent branch of mathematics / a matematika önálló ága
een zelfstandige tak van wiskunde
32
open to comments
vatbaar voor opmerkingen
33
susceptible / fogékony
vatbaar
34
to quote
citeren
35
the quote
het citaat
36
someone else
andermans
37
angle of view / látószög
invalshoek
38
to lead / vezet (listát)
aanvoeren
39
captain, leader
aanvoerder (2)
40
individual
afzonderlijk
41
the hunch, the presentiment
het voorgevoel (2)
42
the plagiarism
het plagiaat
43
the cartel
het kartel
44
fraud
fraude
45
give the impression / benyomást kelteni
de indruk wekken
46
comparing apples to oranges
appels met peren vergelijken
47
to spend money/time/energy
besteden geld/tijd/energie
48
to put money/time/energy into something
geld/tijd/energie steken in iets
49
to get something done
iets voor elkaar krijgen
50
the person in question / az illető személy
de persoon in kwestie
51
layout / elrendezés
indeling
52
title
aanspreektitel
53
meeting (2)
vergadering, ontmoeting
54
get together (2)
bijeenkomst, samenkomen
55
to interrogate / kikérdez
ondervragen
56
to reconsider / átgondol
hervragen
57
to commemorate / megemlékezik
herdenken
58
the suspect
de verdacht
59
victim
slachtoffer
60
account, bill
rekening (2)
61
bills
rekeningen
62
bread department / kenyér részleg
broodafdeling
63
educational innovation
onderwijsvernieuwing
64
real sandwiches monkey (2)
regelrechte broodjes aap (stadslegende)
65
is based on
is gestoeld op
66
were born and raised
zijn geboren en getogen
67
secondary education
het voortgezet onderwijs
68
admission requirement / felvételi követelmény
toelatingseis
69
to excel / jeleskedik, túltesz
excelleren
70
nowadays
tegenwoordig
71
development, evolution / fejlődés
ontwikkeling
72
annoying
vervelend
73
repercussion / visszahatás, visszhang
repercussie
74
consequence / következmény (2)
gevolg, consequentie
75
defensive posture / védekező pozíció (testtartás)
verdedigende houding
76
to succeed
slagen
77
redo / újrázás
overdoen
78
objection / ellenvetés
bezwaar
79
doelstelling / célkitűzés
objective
80
to punish
straffen
81
stubborn
hardnekkig
82
everyday truth finding / mindennapi igazságkeresés
alledaagse waarheidsvinding
83
blindly stare at
blindstaren op
84
pronunciation
uitspraak
85
proven
bewezen
86
to purchase
aanschaffen
87
all kinds of
allerlei
88
lots of studies
tal van onderzoeken
89
processing process / feldolgozási folyamat
verwerkende process
90
to continue
voortduren
91
to achieve the same mastery
tot dezelfde beheersing te komen
92
they seem to be handy / kéznél vannak
ze lijken handig in te zijn
93
button skills
knoppenvaardig
94
barely, hardly, scarcely
nauwelijks (3)
95
denotation / megjelölés, kijelölés (2)
denotatie, aanduiding
96
reversed
andersom
97
learner
lerende
98
to sneak in / belopakszik
inslopen
99
plausible, likely / valószínű
aannemelijk (2)
100
highly likely
hoogstwaarschijnlijk
101
highly unlikely
hoogst onwaarschijnlijk
102
meaningless, senseless
zinloos (2)
103
saisfying
bevredigend
104
adequate / megfelelő
toereikend
105
sufficient / elegendő
voldoend
106
insufficient
onvoeldend
107
tool
gereedschap
108
to cling to / ragaszkodik vmi régihez
vastklampen aan
109
rotten
rottig
110
drunken
straalbezopen
111
reckless / vakmerő
roekeloos
112
to roll in / begurulni
binnenrollen
113
the gin was gone
de gin was op
114
pretty shitty
behoorlijk rottig
115
consumption
tering
116
whack / ütés, pofon
mep, klap (2)
117
gootsteen
(kitchen) sink
118
gagging sound / öklendező hang
kokhals geluid
119
vomit
kotsen
120
the one
degene
121
contempt / megvetés, lenézés
minachting
122
to pay off
afbetalen
123
repayment
aflossing
124
monthly payments
maandlasten
125
duration
looptijd
126
homeless
dakloos
127
to bully
pesten
128
injury
schade
129
amount
bedrag
130
unless
tenzij
131
roar
geloei
132
smoke alarm
rookmelder
133
puff of smoke
rookwolk
134
to assist
bijstaan
135
memorable
gedenkwaardig
136
tie
stropdas
137
voordeel (2)
benefit, advantage
138
nadeel (2)
disadvantage, drawback
139
Integendeel
on the contrary / éppen ellenkezőleg
140
omgekeerd
contrariwise, conversely / ellenkezőleg
141
omgekeerd, vice versa (2)
other way around, vice versa / fordítva (2)
142
uitblinken
to excel / jeleskedik
143
toppositie innemen
to take top position
144
aantrekken
to attract / vonzani
145
behoren tot
to belong to
146
darmonderzoek
bowel examination / bélvizsgálat
147
manipuleerbaar
manipulable
148
het artikel is gepubliceerd
the article was published
149
publicatie
publication
150
wapen
weapon
151
enzovoorts
and so forth
152
de aard van de frequentie van de quotes
the nature of the frequency of the quotes
153
fraudezaak
fraud case / csalási ügy
154
plegen
to commit
155
rangorde, volgorde
order / sorrend (2)
156
ordening (2)
order, regulation
157
het ordenen
order / rendelés
158
hoogleraar
professor
159
gegevens
data
160
onvrede
dissatisfaction
161
je kun gericht zoeken
you can search specifically
162
hij richt zijn aandacht op
he focuses his attention on
163
ik wil me richten op
I want to focus on
164
verschuiven, verschoof, h.verschoven
to move, to displace (3-forms)
165
opkomst
attendance
166
uitschieter
outlier / kiugró
167
een zelfstandige tak van wiskunde
an independent branch of mathematics / a matematika önálló ága
168
vatbaar voor opmerkingen
open to comments
169
vatbaar
susceptible / fogékony
170
citeren
to quote
171
het citaat
the quote
172
andermans
someone else
173
invalshoek
angle of view / látószög
174
aanvoeren
to lead / vezet (listát)
175
aanvoerder (2)
captain, leader
176
afzonderlijk
individual
177
het voorgevoel (2)
the hunch, the presentiment
178
het plagiaat
the plagiarism
179
het kartel
the cartel
180
fraude
fraud
181
de indruk wekken
give the impression / benyomást kelteni
182
appels met peren vergelijken
comparing apples to oranges
183
besteden geld/tijd/energie
to spend money/time/energy
184
geld/tijd/energie steken in iets
to put money/time/energy into something
185
iets voor elkaar krijgen
to get something done
186
de persoon in kwestie
the person in question / az illető személy
187
indeling
layout / elrendezés
188
aanspreektitel
title
189
vergadering, ontmoeting
meeting (2)
190
bijeenkomst, samenkomen
get together (2)
191
ondervragen
to interrogate / kikérdez
192
hervragen
to reconsider / átgondol
193
herdenken
to commemorate / megemlékezik
194
de verdacht
the suspect
195
slachtoffer
victim
196
rekening (2)
account, bill
197
rekeningen
bills
198
broodafdeling
bread department / kenyér részleg
199
onderwijsvernieuwing
educational innovation
200
regelrechte broodjes aap (stadslegende)
real sandwiches monkey (2)
201
is gestoeld op
is based on
202
zijn geboren en getogen
were born and raised
203
het voortgezet onderwijs
secondary education
204
toelatingseis
admission requirement / felvételi követelmény
205
excelleren
to excel / jeleskedik, túltesz
206
tegenwoordig
nowadays
207
ontwikkeling
development, evolution / fejlődés
208
vervelend
annoying
209
repercussie
repercussion / visszahatás, visszhang
210
gevolg, consequentie
consequence / következmény (2)
211
verdedigende houding
defensive posture / védekező pozíció (testtartás)
212
slagen
to succeed
213
overdoen
redo / újrázás
214
bezwaar
objection / ellenvetés
215
objective
doelstelling / célkitűzés
216
straffen
to punish
217
hardnekkig
stubborn
218
alledaagse waarheidsvinding
everyday truth finding / mindennapi igazságkeresés
219
blindstaren op
blindly stare at
220
uitspraak
pronunciation
221
bewezen
proven
222
aanschaffen
to purchase
223
allerlei
all kinds of
224
tal van onderzoeken
lots of studies
225
verwerkende process
processing process / feldolgozási folyamat
226
voortduren
to continue
227
tot dezelfde beheersing te komen
to achieve the same mastery
228
ze lijken handig in te zijn
they seem to be handy / kéznél vannak
229
knoppenvaardig
button skills
230
nauwelijks (3)
barely, hardly, scarcely
231
denotatie, aanduiding
denotation / megjelölés, kijelölés (2)
232
andersom
reversed
233
lerende
learner
234
inslopen
to sneak in / belopakszik
235
aannemelijk (2)
plausible, likely / valószínű
236
hoogstwaarschijnlijk
highly likely
237
hoogst onwaarschijnlijk
highly unlikely
238
zinloos (2)
meaningless, senseless
239
bevredigend
saisfying
240
toereikend
adequate / megfelelő
241
voldoend
sufficient / elegendő
242
onvoeldend
insufficient
243
gereedschap
tool
244
vastklampen aan
to cling to / ragaszkodik vmi régihez
245
rottig
rotten
246
straalbezopen
drunken
247
roekeloos
reckless / vakmerő
248
binnenrollen
to roll in / begurulni
249
de gin was op
the gin was gone
250
behoorlijk rottig
pretty shitty
251
tering
consumption
252
mep, klap (2)
whack / ütés, pofon
253
(kitchen) sink
gootsteen
254
kokhals geluid
gagging sound / öklendező hang
255
kotsen
vomit
256
degene
the one
257
minachting
contempt / megvetés, lenézés
258
afbetalen
to pay off
259
aflossing
repayment
260
maandlasten
monthly payments
261
looptijd
duration
262
dakloos
homeless
263
pesten
to bully
264
schade
injury
265
bedrag
amount
266
tenzij
unless
267
geloei
roar
268
rookmelder
smoke alarm
269
rookwolk
puff of smoke
270
bijstaan
to assist
271
gedenkwaardig
memorable
272
stropdas
tie
