Kostendrijveranalyse en kostenreductiestrategieen (thema 3) Flashcards

1
Q

Wat is kostenmanagement?

A

Kostenmanagement is het geheel van methoden en technieken om de kosten van een onderneming te bepalen, te beheersen en te managen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een cost driver (kostendrijver)?

A
  • een cost driver (kostendrijver) is een factor die de omvang van kosten bepaalt of in belangrijke mate beïnvloedt - cost drivers kunnen worden gedefinieerd als activiteiten die een wezenlijke bijdrage leveren aan het ontstaan van kosten - kosten zijn alle op geld gewaardeerde offers die gebracht zijn bij de productie; bijvoorbeeld: grondstofkosten, loonkosten, afschrijvingskosten etc.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke kostensoorten zijn er?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Benoem 2 componenten die kosten bepalen?

A
  1. hoeveelheidscomponent
  2. prijscomponent (primaire focus inkoop)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke 4 kostenindelingen zijn er?

A
  • vaste kosten
  • variabele kosten
  • directe kosten (rechstreekse koppeling product/dienst)
  • indirecte kosten (kosten die voor meer producten/diensten tegelijk dienen, waarbij we niet in staat zijn om te bepalen voor welk product of dienst ze gemaakt worden)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom kostenreducties?

A

Zie afbeelding.

Als toevoeging:

  • kostenreducties heb je zelf in de hand
  • kostenreducties zijn snel te realiseren
  • kostenreducties leveren veel meer nettowinstgroei op dan omzetgroei
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

The Purchasing Czar (1992-93) Lopez.

Wat deed hij wat zo opmerkelijk is, en wat bereikte hij hiermee?

A
  • wat deed hij
    • bedrijfsaudits en verbetermaatregelen
    • strakke targits voor inkopers en leveranciers
    • machtspositie naar de leveranciers
  • wat bereikte hij
    • belang inkoop en kostenreductie erkend
    • aanzienlijke en snelle kostenreductie
    • relaties onder druk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Noem de 4 lessen van Lopez.

A
  • traditioneel inkoopdenken moeilijk te doorbreken
    • verdeel en heers
    • opleggen technische producteisen
  • afwentelingsprincipe van tegenvallers
  • kartelvorming en prijsafspraken
  • gebrek aan inkoopprofessionaliteit
    • ontbreken taakstellingen
    • risicomijdend gedrag
    • geen kennis kostenstructuur leverancier
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn creeping costs?

A

Creeping costst: als er geen actief beleid is om kosten te verminderen, zullen kosten automatisch toenemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Noodzaak van kostenreducties.

Noem 4 factoren die invloed hebben op creeping costs.

A
  • complexiteit (neemt toe door de jaren heen)
  • verworvenheden (arbeidsvoorwaarden worden zelden verslechterd)
  • inflatie (natuurlijke kostenstijging met de inflatie; dit is alleen acceptabel als de omzet met dezelfde infaltie toeneemt)
  • tradities en traagheid (uitgaven worden zelden verminderd, het budget wordt bijna altijd volledig gebruikt)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn nadelen van kostenreducties?

A
  • afdelingen die reeds kosten hebben bespaard, worden extra gestraft
  • er ontstaan fantasie-budgetten met buffers
  • vaak sneuvelen zachte kosten die nodig zijn voor lange termijngroei, zoals opleidingskosten

-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Noem enkele kostenreductietools.

A
  • 5s systeem
  • benchmarking
  • ishikawa diagram
  • total-costenanalyse
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe is een kostprijs opgebouwd? En ook de verkoopprijs als gevolg hierop?

A

directe materiaalkosten

+ directe arbeidskosten

+ indirecte kosten zoals overhead

= kostprijs van verkochte goederen

+ verkoopkosten

+ R&D kosten

+ winst voor belasting

= verkoopprijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Kostenreductie in de Kraljic matrix

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly