Les 22 gebaren Flashcards
(43 cards)
1
Q
JARIG
A
.
2
Q
TAART
A
.
3
Q
CADEAU
A
.
4
Q
VERRASSING
A
.
5
Q
BENIEUWD/NIEUWSGIERIG
A
.
6
Q
VERJAARDAG
A
.
7
Q
VISITE
A
.
8
Q
VISITE..
A
.
9
Q
WILLEN
A
.
10
Q
NIET-WILLEN
A
.
11
Q
KOFFIE
A
.
12
Q
THEE
A
.
13
Q
LIMONADE
A
.
14
Q
SUIKER
A
.
15
Q
KOEKJE
A
.
16
Q
OP TAFEL
A
.
17
Q
FAMILIE
A
.
18
Q
VRIENDEN
A
.
19
Q
KENNIS
A
.
20
Q
KENNISSEN
A
.
21
Q
VERJAARDAG
A
.
22
Q
DECEMBER
A
.
23
Q
SPANJE
A
.
24
Q
PAKJESBOOT
A
.
25
BEGIN NOVEMBER
.
26
INTOCHT
.
27
ZWARTE PIET
.
28
GEKLEURDE PIET
.
29
GOUDEN PIET
.
30
STOOMBOOT
.
31
zin 1: Ik ben 21 december jarig.
zin 1
32
zin 2: Ik 1989 ben ik geboren.
zin 2
33
zin 3: Mijn man viert zijn verjaardag niet meer.
zin 3
34
zin 4: Vroeger had ik altijd veel zin in mijn verjaardag.
zin 4
35
zin 5: De dag ervoor kon ik dan niet slapen.
zin 5
36
zin 6: Nu ik ouder ben, heb ik steeds minder zin in mijn verjaardag.
zin 6
37
zin 7: Veel mensen op visite, veel boodschappen doen: laat maar.
zin 7
38
zin 8: Cadeautjes krijgen blijft altijd leuk.
zin 8
39
zin 9: Sinterklaas is op 6 december gestorven.
zin 9
40
zin 10: Daarna is hij heilig verklaard.
zin 10
41
zin 11: Op 5 december is het pakjesavond.
zin 11
42
zin 12: Begin november komt hij naar Nederland.
zin 12
43
zin 13: Wist je dat hij ook in Engeland aankomt?
zin 13
