Les 6 gebaren Flashcards

(111 cards)

1
Q

merken

les 6 00:29

A

(OP)MERKEN: KIJKEN + MERKEN (soort van pakken)

“”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

APPELBOOM

les 6 00:30

A

APPELBOOM

“”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

SNEL

les 6

A

SNEL

“”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

LANGZAAM

les 6

A

LANGZAAM

“”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

MAKKELIJK

les 6 00:46

A

MAKKELIJK

“”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

MOEILIJK

les 6 00:53

A

MOEILIJK

“”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

1u tm 9u

les 6

A

1u tm 9u

“”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

KIJKEN

les 6

A

KIJKEN

“”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

KIJKENdoor-veel-mensen

les 6 01:12

A

KIJKEN door-veel-mensen

“”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ONTMOETEN

les 6 01:16

A

ONTMOETEN

“”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ONTMOETEN2-paren

les 6 01:25

A

ONTMOETEN 2-paren

“”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

BALbasis

les 6

A

BAL basis

“”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

BALgroot (incorporatie)

les 6 01:38

A

BALgroot (incorporatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

BAL GROOT

les 6 01:46

A

BAL GROOT
BAL:””
GROOT oc: “bam”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

BALklein

les 6

A

BAL klein

“”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

VERbasis

les 6 0:55

A

VER basis (bolle wangen, lucht uit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

VERheel-erg

les 6 02:02

A

VER heel-erg (hele bolle wangen, ogen klein)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

KWAADbasis

les 6

A

KWAAD basis

“”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

KWAADheel-erg

les 6

A

“KWAAD” heel-erg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

VERGISSEN

les 6 02:25

A

VERGISSEN (open, tong slap, lucht uit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

AANWEZIG

les 6 02:28

A

AANWEZIG “sh”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

ALS.. DAN

les 6 02:32

A

ALS.. “DAN” (“fff”bij als)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

BOOS

les 6 02:48

A

“BOOS”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

JALOERS

les 6 02:55

A

“JALOERS”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
VERBAASD les 6 03:02
"VERBAASD" (2x L)
26
VERDRIETIG les 6 03:09
VERDRIETIG
27
TELEURGESTELD les 6 03:15
TELEURGESTELD (dicht, gestrekt, omlaag)
28
HAAT les 6 03:22
HAAT (in OGW "")
29
FRUSTRATIE les 6 03:30
FRUSTRATIE (in OGW "")
30
BANG les 6
BANG
31
KWAAD les 6
KWAAD
32
VERWARD les 6 03:48
VERWARD
33
VERLEGEN les 6 03:55
VERLEGEN
34
GECONCENTREERD les 6 04:02
GECONCENTREERD
35
NIEUWSGIERIG les 6 04:11
NIEUWSGIERIG
36
BLIJ les 6 04:14
BLIJ
37
TROTS les 6 04:23
TROTS
38
GEÏNTERESSEERD les 6 04:29
GEÏNTERESSEERD
39
ZENUWACHTIG les 6
ZENUWACHTIG
40
VROLIJK les 6 04:44
VROLIJK
41
ENTHOUSIAST les 6 04:50
ENTHOUSIAST
42
PRETTIG/GEZELLIG les 6 05:00
PRETTIG/GEZELLIG
43
WALGING les 6 05:06
WALGING
44
GELUK les 6 05:15
GELUK
45
CHAGRIJNIG les 6 05:20
CHAGRIJNIG
46
ZICH IRRITEREN AAN les 6 05:30
ZICH IRRITEREN AAN
47
VERLIEFD les 6 05:35
VERLIEFD
48
NEUTRAAL les 6 05:40
NEUTRAAL
49
IEMAND MISSEN les 6 05:50
IEMAND MISSEN
50
DEPRESSIE les 6 05:52
DEPRESSIE
51
HOOP les 6 05:59
HOOP
52
WANHOOP les 6
WANHOOP
53
HOUDEN VAN les 6
HOUDEN VAN
54
ZICH SCHAMEN les 6 06:15
ZICH SCHAMEN
55
PRATEN les 6
PRATEN
56
SCHREEUWEN (boos) les 6 06:40
SCHREEUWEN (boos)
57
GILLEN (angst) les 6 06:47 (OGW vanaf keel)
GILLEN (angst)
58
FRONSEN (boos) les 6 06:55
FRONSEN (boos)
59
BLOZEN les 6 07:00
BLOZEN
60
LACHEN les 6
LACHEN
61
HUILEN les 6 07:10
HUILEN
62
FLUITEN les 6 07:17
FLUITEN
63
SLAAN les 6 07:23
SLAAN
64
SCHOPPEN les 6
SCHOPPEN
65
VECHTEN les 6
VECHTEN
66
ZINGEN les 6
ZINGEN
67
ZOENEN les 6 07:45
ZOENEN
68
KUSJE les 6 07:50
KUSJE
69
Drie zoenen op de wangen les 6 07:55
Drie zoenen op de wangen
70
KNUFFELEN les 6 08:00
KNUFFELEN
71
LIEF les 6 08:18
LIEF
72
AARDIG les 6 08:23
AARDIG
73
GEMEEN les 6 08:30
GEMEEN
74
GEWELDIG les 6 08:35
GEWELDIG
75
LEUK les 6
LEUK
76
NIET LEUK les 6
NIET LEUK
77
EERLIJK les 6 08:52
EERLIJK
78
ONEERLIJK les 6 08:56
ONEERLIJK
79
SERIEUS les 6 09:03
SERIEUS
80
WANHOOP les 6
WANHOOP
81
VERVELEND les 6
VERVELEND
82
SPONTAAN les 6 09:18
SPONTAAN
83
VOELEN les 6 09:23
VOELEN
84
VERTROUWEN les 6 09:28
VERTROUWEN
85
WANTROUWEN les 6 09:37
WANTROUWEN
86
NORS les 6 09:41
NORS
87
VERSCHRIKKELIJK les 6 09:46
VERSCHRIKKELIJK
88
VERLEGEN les 6
VERLEGEN
89
VERSTOPPEN les 6 09:59
VERSTOPPEN
90
gevoelens les 6 02:44
"GEVOELENS"
91
EMOTIE GERELATEERDE BEGRIPPEN les 6 08:14
"EMOTIE GERELATEERDE BEGRIPPEN"
92
GEVOELENS UITEN les 6 06:30
gevoelens uiten
93
non-manuele signalen les 6 00:23
non-manuele signalen
94
MOGEN les 6 ? waar?
mogen
95
WANDELEN les 06 09:31
wandelen
96
ZÓ les 6 12:10
97
KONIJN les 6 12:23
konijn
98
MAG-NIET les 6 12:38
mag-niet
99
HOND les 6 12:53
hond
100
VAAK les 6 12:55
vaak
101
DONKER les 6 13:00
donker
102
VERRASSING les 6 13:20
verrassing
103
VERWACHT les 6 13:25
verwacht
104
NOOIT les 6 13:23
nooit
105
KAT les 6 13:47
kat
106
BLAFT les 6 13:45
blaft
107
VERGETEN les 6 10:50
vergeten
108
DAAROM les 6 10:53
daarom
109
OMDAT les 6 12:22
omdat
110
OVERLEDEN les 6 12:24
overleden
111
HOEFT NIET les 6 13:55
hoeft niet