Les 9 gebaren Flashcards

(112 cards)

1
Q

VADER

les 9 00:29

A

VADER

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

MOEDER

les 9 00:33

A

MOEDER

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

PAPA

les 9 00:38

A

papa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

BROER

les 9 00:50

A

BROER

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ZUS

les 9 00:55

A

ZUS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

BROERTJE

les 9 01:02

A

BROERTJE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ZUSJE

les 9 01:07

A

ZUSJE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

SCHOONMOEDER

les 9 01:12

A

SCHOONMOEDER

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

SCHOONVADER

les 9 01:20

A

SCHOONVADER

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

OOM

les 01:25

A

OOM

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

TANTE

les 9 01:32

A

TANTE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

OPA

les 9 01:39

A

OPA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

OMA

les 9 01:45

A

OMA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

OPA..

les 9 01:51

A

OPA..

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

OMA..

les 9 01:56

A

OMA..

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

GROOTVADER

les 9 02:01

A

GROOTVADER

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

GROOTMOEDER

les 9 02:07

A

GROOTMOEDER

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

NICHT

les 9 02:13

A

NICHT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

NEEF

les 9 02:20

A

NEEF

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

KLEINKIND

les 9 02:30

A

KLEINKIND

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

KLEINDOCHTER

les 9 02:34

A

KLEINDOCHTER

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

KLEINZOON

les 9 02:40

A

KLEINZOON

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

OUDERS

les 9 02:45

A

OUDERS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

BABY

les 9 02:49

A

BABY

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
KIND les 9 02:53
KIND
26
VOLWASSEN les 9 02:59
VOLWASSEN
27
ECHTGENOOT les 9 03:05
ECHTGENOOT
28
VRIENDgeliefden les 9 03:10
VRIENDgeliefden
29
VRIENDINgeliefden les 9 03:17
VRIENDINgeliefden
30
VRIENDplatonisch les 9 03:23
VRIENDplatonisch
31
VRIENDINplatonisch les 9 03:32
VRIENDINplatonisch
32
PARTNER les 9 03:35
PARTNER
33
MANmijn-man les 9 03:41
MANmijn-man
34
VROUWmijn-vrouw les 9 03:46
VROUWmijn-vrouw
35
VERLIEFD les 9 03:54
VERLIEFD
36
VERLOOFD les 9 04:00
VERLOOFD
37
GETROUWD les 9 04:04
GETROUWD
38
GESCHEIDEN les 9 04:10
GESCHEIDEN
39
HOUDEN-VAN les 9 04: ..
HOUDEN-VAN
40
familieactiviteiten les 9 04:25
familieactiviteiten
41
samen eten les 9 04:29
samen eten
42
uit-eten les 9 04:34
uit-eten
43
restaurant les 9 04:40
restaurant
44
familieuitje les 9 04:46
familieuitje
45
Ik bezoek jou les 9 07:15
1BEZOEK2
46
Jij bezoekt mij les 9 07:20
2BEZOEK1
47
zin 1: Dat is mijn familie.
zin 1
48
zin 2: Kom je uit een groot gezin of uit een klein gezin?
zin 2
49
zin 3: Morgen ga ik op bezoek bij mijn opa en oma.
zin 3
50
zin 4: Heb jij wel eens een familieweekend georganiseerd?
zin 4
51
zin 5: U ben mijn lievelingstante.
zin 5
52
zin 6: Zijn ouders zijn gescheiden.
zin 6
53
zin 7: Mijn opa kan goed verhalen vertellen over vroeger.
zin 7
54
zin 8: Zij lijkt op haar moeder.
zin 8
55
zin 9: Jij bent lief.
zin 9
56
zin 10: Ik stuur een verjaardagskaart naar opa.
zin 10
57
zin 11: Een cochleair implantaat is een hoorapparaat.
zin 11
58
zin 12: Een persoon met een cochleair implantaat? Die ken ik niet.
zin 12
59
MAMA les 9 00:46
mama
60
familieleden les 9 00:25
familieleden
61
groepsfoto les 9 04:52
groepsfoto
62
familiebezoek les 9 04:59
familiebezoek
63
verhalen vertellen les 9 05:05
verhalen vertellen
64
trouwen les 9 05:11
trouwen
65
geboorte les 9 05:16
geboorte
66
traditie les 9 05:20
traditie
67
erfenis les 9 05:26
erfenis
68
FAMILIEWEEKEND les 9 05:32
familieweekend
69
FAMILIEBEDRIJF les 9 05:38
familiebedrijf
70
HERINNERING les 9 05:44
herinnering
71
FOTOALBUM les 9 05:50
fotoalbum
72
FAMILIE les 9 05:56
familie
73
VERJAARDAGEN les 9 06:05
verjaardagen
74
FEEST VIEREN les 9 06:10
feest vieren
75
VERJAARDAG les 9 06:16
verjaardag
76
TAART les 9 06:20
taart
77
KOFFIE les 9 06:25
koffie
78
LIMONADE les 9 06:30
limonade
79
SNACKS les 9 06:35
snacks
80
JARIGE JOB/JET les 9 06:40
jarige job/jet
81
SLAGROOM les 9 06:47
slagroom
82
VERJAARDAGSKAART les 9 06:52
verjaardagskaart
83
POST les 9 06:56
post
84
CADEAUS les 9 07:01
cadeaus
85
UITPAKKEN les 9 07:04
uitpakken
86
VISITE les 9 07:10
visite
87
TERUGKOMEN les 9 11:39
terugkomen
88
STIEFMOEDER les 9 12:44
stiefmoeder
89
STIEFVADER
stiefvader
90
STIEFZUS
stiefzus
91
STIEFBROER
stiefbroer
92
HALFBROER les 9 13:05
halfbroer
93
STAMBOOM les 9 13:15
stamboom
94
ACHTERKLEINKIND les 9
achterkleinkind
95
OVERGROOTMOEDER les 9
overgrootmoeder
96
OVERGROOTVADER les 9
overgrootvader
97
EX-MAN les 9
ex-man
98
EX-VROUW les 9
ex-vrouw
99
OVER les 9 15:03
over
100
VROEGER les 9 15:04
vroeger
101
HEEL GOED (BESTE) les 9 09:18
heel goed
102
NU les 9 11:30
nu
103
MEEST les 9 15:18
meest
104
CHOCOLADE les 9 15:35
chocolade
105
BAKKEN les 9 15:37
bakken
106
HEERLIJK les 9 15:39
heerlijk
107
GEZIN les 9 08:32
gezin
108
WEL EENS les 9 08:50
wel eens
109
ORGANISEREN les 9 08:50
organiseren
110
LIEVELINGSTANTE les 9 09:00
lievelingstante
111
LIJKEN OP les 9 09:27
lijken op
112
STUREN (KAART) les 9 09:47
sturen (kaart)