Les 27 gebaren Flashcards
(93 cards)
1
Q
SUIKERFEEST
A
.
2
Q
RAMADAN
A
.
3
Q
AAN HET EINDE VAN DE RAMADAN
A
.
4
Q
SIKKEL VAN DE NIEUWE MAAN
A
.
5
Q
ZONSONDERGANG
A
.
6
Q
HET KLEINE FEEST
A
.
7
Q
EINDE VAN ISLAMITISCH JAAR
A
.
8
Q
NIET ETEN, DRINKEN OF ROKEN OVERDAG = RAMADAN
A
.
9
Q
VERGEVING
A
.
10
Q
ZOETE DINGEN ETEN
A
.
11
Q
CADEAUS
A
.
12
Q
VIEREN
A
.
13
Q
VASTENMAAND
A
.
14
Q
UITBUNDIG
A
.
15
Q
DERTIG DAGEN
A
.
16
Q
MOSKEE
A
.
17
Q
KUS OP DE HAND
A
.
18
Q
KUS OP HET VOORHOOFD
A
,
19
Q
IMAM
A
.
20
Q
FEESTGEBED
A
.
21
Q
BEZOEK BRENGEN AAN FAMILIE
A
.
22
Q
‘ZOET ETEN, ZOET PRATEN’
A
.
23
Q
BAKLAVA
A
.
24
Q
SCHONE NIEUWE KLEREN AAN
A
.
25
BETHLEHEM
.
26
MARIA EN JOZEF
.
27
GEBOREN
.
28
VOERBAK
.
29
STAL
.
30
ENGEL
.
31
ZINGEN
.
32
GROOT LICHT
.
33
SCHAPEN
.
34
HERDERS
.
35
ZOEKEN
.
36
AANBIDDEN
.
37
BABY JEZUS
.
38
WIJZEN
.
39
HERODES
.
40
KAMELEN
.
41
STER
.
42
OP REIS GAAN
.
43
DROMEN
.
44
VLUCHTEN
.
45
EGYPTE
.
46
WIEROOK
.
47
MIRRE
.
48
GOUD
.
49
GOEDE VRIJDAG
.
50
DOOD
.
51
GRAF
.
52
GRAFSTEEN
.
53
WEGGEROLD
.
54
WEER LEVEND
.
55
ENGELEN
.
56
NIET BANG ZIJN
.
57
VERTELLEN
.
58
MARIA
.
59
DISCIPELEN
.
60
VERGADEREN
.
61
BROOD BREKEN
.
62
WIJN DRINKEN
.
63
BIJBEL-UITLEG
.
64
VLAMMEN/VUUR
.
65
VERTELLEN
.
66
VREEMDE TALEN
.
67
GELUID
.
68
WIND
.
69
VERSTAAN
.
70
GEEST VAN GOD
.
71
BLIJ ZIJN
.
72
KERSTFEEST
.
73
PASEN
.
74
PINKSTEREN
.
75
OUD EN NIEUW
.
76
VUURWERK
.
77
31 DECEMBER
.
78
JAARWISSELING
.
79
VOORZICHTIG
.
80
VUURWERK AFSTEKEN
.
81
GELUKKIG NIEUWJAAR
.
82
BESTE WENSEN
.
83
zin 1: Met het Suikerfeest vieren moslims het einde van de ramadan.
zin 1
84
zin 2: We eten dan veel lekkere zoete dingen.
zin 2
85
zin 3: Met kerst vieren christenen dat Jezus naar de aarde gekomen is.
zin 3
86
zin 4: Op aarde sterft hij voor de zonde van de mensen. Nu kunnen zij als ze sterven zelf naar de hemel.
zin 4
87
zin 5: Op Goede Vrijdag denken christenen eraan dat Jezus is gestorven.
zin 5
88
zin 6: Met Pasen vieren christenen dat Jezus is opgestaan uit de dood.
zin 6
89
zin 7: Met Pinksteren vieren christenen dat God de Heilige Geest geeft aan de discipelen.
zin 7
90
zin 8: De discipelen begonnen opeens allerlei verschillende talen te spreken.
zin 8
91
zin 9: Er was boven hun hoofd een vlam te zien.
zin 9
92
zin 10: Oud en nieuw is een feest van iedereen.
zin 10
93
zin 11: We vieren dat er weer een jaar voorbij is.
zin 11
